Lezingen van de dag – dinsdag 5 juni 2018

dinsdag in week 9 door het jaar


Uit de tweede brief van Petrus 3, 12-15a + 17-18

In de tijd toen deze brief geschreven werd, dacht men dat het einde van de wereld nabij was. De schrijver insisteert dat christenen hier zelfs aan meewerken. Niet om die ondergang te bespoedigen, maar om mee te bouwen aan een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

Broeders en zusters,
u die uitziet naar de dag van God en het aanbreken daarvan bespoedigt! Die dag gaan de hemelsferen in vlammen op, en de elementen vatten vlam en smelten weg. Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. Omdat u hiernaar uitziet, geliefde broeders en zusters, moet u zich inspannen om smetteloos, onberispelijk en in vrede door Hem te worden aangetroffen. Bedenk dat het geduld van onze Heer uw redding is.
Geliefde broeders en zusters, u weet van tevoren wat er gaat komen. Wees daarom op uw hoede en laat u niet meeslepen op de dwaalwegen van wettelozen. Laat uw standvastigheid niet varen, maar groei in de genade en in de kennis van onze Heer en redder Jezus Christus. Hem komt de eer toe, nu en in eeuwigheid.
Amen.

 

Psalm 90, 2 + 3 + 4 + 10 + 14 + 16

Refr.: Heer, laat ons van blijdschap juichen.

Nog voor de bergen waren geboren,
voor U aarde en land had gebaard,
U bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid.

U doet de sterveling terugkeren tot stof
en zegt: ‘Keer terug, mensenkind.’
Duizend jaar zijn in uw ogen
als de dag van gisteren die voorbij is,
niet meer dan een wake in de nacht.

Zeventig jaar duren onze dagen,
of tachtig als wij sterk zijn.
Het beste daarvan is moeite en leed,
het gaat snel voorbij en wij vliegen heen.

Vervul ons in de morgen met uw liefde,
laat ons van blijdschap juichen, al onze dagen.
Toon uw daden aan uw dienaren,
maak uw glorie bekend aan hun kinderen.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 12, 13-17

Politiek engagement is ‘in’ in onze dagen. Ook ten tijde van Jezus waren er mensen die Hem in deze richting wilden drijven. Hij was (waarschijnlijk) niet echt tegen een politiek engagement, maar Hij oriënteerde deze inzet in het plan van zijn Vader, zijn zending. Wij moeten onderscheiden wat van God is en wat van de mensen.

Enkele hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten stuurden enkele Farizeeën en Herodianen naar Jezus toe om Hem een ongeoorloofde uitspraak te ontlokken.
Toen ze bij Hem gekomen waren, zeiden ze tegen hem: ‘Meester, we weten dat U oprecht bent en dat U zich aan niemand iets gelegen laat liggen. U kijkt niemand naar de ogen, maar geeft in alle oprechtheid onderricht over de weg van God. Is het toegestaan belasting te betalen aan de keizer of niet? Moeten we betalen of niet?’
Maar omdat Hij hun huichelarij doorzag, antwoordde Hij: ‘Waarom stelt U me op de proef? Laat me eens een geldstuk zien.’
Ze gaven Hem een munt en Hij vroeg hun: ‘Van wie is dit een afbeelding en van wie is het opschrift?’
‘Van de keizer’, antwoordden ze.
Toen zei Jezus tegen hen: ‘Geef wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’
En ze waren met stomheid geslagen.

Van Woord naar leven

Vandaag zegt Jezus ook tot ons: 'Geef wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’Onze huidige samenleving mogen we benoemen als een vrije democratische maatschappij. En zij heeft zeer zeker het recht om van ons onze medewerking, onze solidariteit en onze loyaliteit op te eisen. Maar dat recht houdt op bij alles wat niet in God te vinden is. Met andere woorden: wie kiest voor God, kiest ook voor de samenleving waarin hij leeft en dus voor wat die samenleving vraagt, tenminste in die mate dat wat zij vraagt thuis hoort bij God. We kunnen immers niet God dienen én de mammon, laat dat duidelijk zijn.Moge de beeltenis van ons hart God zijn. Laten we voor Hem, en voor Hem alléén leven. Dat betekent dus geëngageerd leven in de samenleving: haar opbouwen, haar voeden met liefde, haar tonen dat God bestaat, dat Hij bemint, dat Hij oproept.Laten we ons christen zijn niet enkel beleven met een heilig boekje veilig in een vroom hoekje. Nee, moge ons hart geopend zijn naar de wereld toe, haar welkom hetend, haar beminnend.Daar waar we wonen, daar waar we leven, daar waar we werken, zal het moeten gebeuren. Dat is Gods-dienst.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, Gij alleen zijt Heer en niemand anders. Help ons zuiver en oprecht te zijn. Geef dat wij niet offeren aan geld of goed. Geef dat macht of aanzien ons niet maken tot stenen. Maak dat wij de blik van ons hart gericht houden op Jezus, het levend centrum van ons leven, en alzo uw liefde worden. Kom Heer Jezus, kom. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.