Lezingen van de dag – dinsdag 5 september 2017

dinsdag in week 22 door het jaar


Uit de eerste brief van Paulus aan de Tessalonicenzen 5, 1-6 + 9-11

Christenen hebben de opdracht te leven als kinderen van het licht, waakzaam en oplettend te blijven voor Hem die komt. Zij moeten erover waken niet door onachtzaamheid en luiheid in te slapen.

Broeders en zusters,
ik hoef u niet te schrijven over tijd en uur, want u weet zelf maar al te goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht. Als de mensen zeggen dat er vrede en veiligheid is, worden ze plotseling getroffen door de ondergang, zoals een zwangere vrouw door barensweeën. Vluchten is dan onmogelijk. Maar u, broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen als een dief, want u bent allen kinderen van het licht en van de dag. Wij behoren niet toe aan de nacht en de duisternis, dus laten we niet slapen, zoals anderen, maar waken en op onze hoede zijn.
Want Gods bedoeling met ons is niet dat wij veroordeeld worden, maar dat wij gered worden door onze Heer Jezus Christus. Hij is voor ons gestorven opdat wij, of we nu op aarde zijn of gestorven zijn, samen met Hem zullen leven. Dus troost elkaar en wees elkaar tot voorbeeld, zoals u trouwens al doet.

 

Psalm 27, 1 + 4 + 13 + 14

Refr.: Bij de Heer is mijn leven veilig.

De Heer is mijn licht, mijn behoud,
wie zou ik vrezen ?
Bij de Heer is mijn leven veilig,
voor wie zou ik bang zijn ?

Ik vraag aan de Heer één ding,
het enige wat ik verlang:
wonen in het huis van de Heer,
alle dagen van mijn leven,
om de liefde van de Heer te aanschouwen,
Hem te ontmoeten in zijn tempel.

Mag ik niet verwachten
de goedheid van de Heer te zien
in het land van de levenden ?
Wacht op de Heer,
wees dapper en vastberaden,
ja, wacht op de Heer.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 4, 31-37

Jezus’ optreden wekte verwondering. Zijn leer bracht Hij met gezag als een bevrijding. De andere leraars brachten lange lijsten voorschriften, die drukten als een juk. Zelfs mensen die bezeten waren, wist Hij van hun boeien te bevrijden. Het geheim van deze kracht blijft hier nog een vraag. Later zal Jezus antwoorden dat het zijn verbondenheid is met de Vader, die Hem deze kracht en dit gezag geeft.

Jezus ging naar Kafarnaüm, een stad in Galilea, waar Hij de inwoners steeds op sabbat onderwees.
Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want Hij sprak met gezag.
Er was in de synagoge iemand die bezeten was door een geest, een onreine demon, en deze schreeuwde luidkeels: ‘Aaah! Wat hebben wij met jou te maken, Jezus van Nazaret? Ben je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie je bent, de heilige van God.’
Maar Jezus sprak hem streng toe en zei: ‘Zwijg en ga uit hem weg!’
De demon smeet de man op de grond en ging uit hem weg zonder hem te verwonden.
Allen waren verbijsterd. Ze bespraken het voorval met elkaar en zeiden: ‘Wat zijn dat voor dingen die Hij zegt? Hoe komt het dat Hij het gezag en de macht heeft om onreine geesten zijn bevelen te geven zodat zij de mensen verlaten?’
Het nieuws over Hem verspreidde zich overal in de streek.

Van Woord naar leven

Allen waren verbijsterd. Ze bespraken het voorval met elkaar en zeiden: ‘Wat zijn dat voor dingen die Hij zegt? Hoe komt het dat Hij het gezag en de macht heeft om onreine geesten zijn bevelen te geven zodat zij de mensen verlaten?’Inderdaad, Jezus had de macht en het gezag onreine geesten te verdrijven. Hij was dan ook Gods Zoon die op vele wijzen toonde hoe God er naar verlangde dat de mensen zouden leven los van het kwaad, zich gevend aan de liefde. Het verdrijven van boze geesten door Jezus was een van die tekenen die het verlangen van God weerspiegelden.Wij allen vechten met het kwaad. De ene periode misschien al meer dan de andere, maar diep in onszelf woedt er steeds een soort strijd tussen goed en kwaad. Zoals het goede lokt, lokt ook het kwade. Dikwijls ervaren we de sterke uitnodiging van God om in zijn liefde te staan, maar even dikwijls ervaren we hoe het kwaad macht heeft over ons en raar maar waar... hoe we schijnbaar bijna vanzelfsprekend toegeven aan dat kwaad. Denk aan roddel, oordelen, verkwisting, egoïsme, overdaad, enz... als we eerlijk in de spiegel kijken weten we het maar al te goed van onszelf.Een sleutel om van onze neigingen tot het kwade af te raken is het gaan naar de Heer. Weet dat Hij op ons wacht. Nederig als Hij is wacht Hij tot we naar Hem toekomen, ons openen voor Hem. Hij heeft de macht en het gezag (zoals het evangelie ons vandaag zegt) ons te genezen van het kwaad, zowel van onze neigingen tot het kwaad als het kwaad zelf. Hij is in staat ons aan te raken in onze donkerste duisternis om alles te keren naar Gods licht. Hij is bij machte ons zo te vervullen met zichzelf dat wij innig verenigd met Hem ons kunnen keren naar God; be-keren, kiezen voor Hem, kiezen voor de liefde, levend in zijn Vrede.Laat ons geen angst hebben naar de Heer toe te gaan. Laten we ons werpen in zijn armen. Moge Hij ons genezen van al onze neigingen tot kwaad.God is groot !kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, schenk ons de genade U te erkennen als de Messias, de Zoon van God. En help ons vanuit deze erkenning ons volledig toe te vertrouwen aan U. Wil ons in deze overgave aanraken opdat wij en vele anderen mogen genezen van elke zonde, en mogen groeien op de weg waartoe God ons brengen wilt. Alle dagen van ons leven. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.