Lezingen van de dag – donderdag 12 januari 2017

donderdag in week 1 door het jaarbijbel


Uit de brief van Paulus aan de Hebreeën 3, 7-14

Een heel volk kan ontrouw worden. Maar meestal komt dit door de ontrouw van enkelen. Wederzijdse bemoediging en steun zijn daarom van groot belang. De waarde van een doorleefde, gezonde gezindheid van mensen naast ons is in het dagelijks leven van kapitaal belang. Zo kunnen wij onze gezindheid, in dienst van de Heer, levend en oprecht houden en ongeschokt bewaren tot het einde.

Broeders en zusters,
de heilige Geest zegt: ‘Horen jullie vandaag zijn stem, wees dan niet koppig, als tijdens de opstand, toen jullie mij beproefden in de woestijn, waar jullie voorouders mij op de proef stelden en tartten hoewel ze mijn daden hadden gezien, veertig jaar lang. Daarom werd die generatie door mijn woede getroffen, ik zei: “Altijd weer dwaalt hun hart, mijn wegen kennen ze niet.” En in mijn toorn heb ik gezworen: “Nooit zullen ze binnengaan in mijn rust.”’
Zie er dus op toe, broeders en zusters, dat niemand van u door een kwaadwillig, ongelovig hart afvallig wordt van de levende God, maar wijs elkaar terecht, elke dag dat dit ‘vandaag’ nog geldt, opdat niemand van u halsstarrig wordt omdat hij door zonde verleid werd. Want alleen als we tot het einde toe resoluut vasthouden aan ons aanvankelijk vertrouwen, blijven we deelgenoten van Christus.

 

Psalm 95, 6-11

Refr.: Luister vandaag naar de stem van de Heer.

Ga binnen, laten wij buigen in aanbidding,
knielen voor de Heer, onze maker.
Ja, Hij is onze God.Drieeenheid_2

Wij zijn het volk dat Hij hoedt.
Wij zijn de kudde door zijn hand geleid.
Luister vandaag naar zijn stem.

Wees niet koppig als bij Meriba,
als die dag bij Massa, in de woestijn,
toen jullie voorouders mij op de proef stelden,
mij tartten, al hadden ze mijn daden gezien.

Veertig jaar voelde Ik weerzin tegen hen.
Ik zei: “Het is een stuurloos volk
dat mijn wegen niet wil kennen.”
En ik zwoer in mijn woede:
“Nooit gaan zij mijn rustplaats binnen!”’

 

Uit het evangelie volgens Marcus 1, 40-45

Zowel door zijn prediking als door zijn wonderen wil Jezus de mensen tot geloof brengen. De wonderen tonen daarbij uitdrukkelijk aan dat Gods kracht in de wereld werkzaam is. De genezene mag echter niet spreken over het wonder dat aan hen werd voltrokken. Want daar was het bij Jezus helemaal niet om begonnen. Het ging veeleer om het aanvaarden van zijn persoon en zijn leven.

Er kwam iemand naar Jezus toe die aan huidvraat leed; hij smeekte Hem om hulp en zei, terwijl hij op zijn knieën viel: ‘Als U wilt, kunt U mij rein maken.’
Jezus kreeg medelijden, stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ En meteen verdween zijn huidvraat en hij was rein.
Jezus stuurde hem weg met de ernstige waarschuwing: ‘Denk erom dat u tegen niemand iets zegt, maar ga u aan de priester laten zien en breng het reinigingsoffer dat Mozes heeft voorgeschreven, als getuigenis voor de mensen.’
Maar toen de man vertrokken was, ging hij overal breeduit rondvertellen wat er gebeurd was, met als gevolg dat Jezus niet langer openlijk in een stad kon verschijnen, maar op eenzame plaatsen buiten de steden moest blijven. Toch bleven de mensen van alle kanten naar Hem toe komen.

Van Woord naar leven

Jezus kreeg medelijden, stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ En meteen verdween zijn huidvraat en hij was rein. Zo lezen we vandaag.Ik wil vandaag met u nadenken over de diepere betekenis van het mede-lijden.Medelijden is een zeer sterke vorm van empathie; een werkelijk mee-leven met de ander. Iemand ter hulp komen die lijdt, is mooi en zinvol. Maar mede-lijden is nog iets anders. Het is een stap verder in de liefde. Hier gaat het om solidariteit in de meest diepe en ook religieuze betekenis van het woord. Paus Franciscus had het er onlangs nog over tijdens zijn eerste woensdagse audiëntie dit jaar te Rome. ‘Wie over hoop wil spreken met iemand die wanhopig is, moet die wanhoop delen. Wie de tranen wil wissen van het gelaat van iemand die weent, moet zijn tranen mengen met die van de ander.’ Een diepe waarheid. Ook Paulus spreekt in die zin in zijn brief aan de Romeinen: ‘Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft.’ (Rom. 12, 15.)Om deze weg met anderen te kunnen gaan is het belangrijk dat jezelf sterk staat in de liefde. Meer: dat je in het Pasen staat van de Heer. Want het kan niet de bedoeling zijn dat je op zo’n wijze mee-lijdt met de ander, dat je dreigt mee ten onder te gaan. Je kent het spreekwoord: ‘Als de ene blinde de andere blinde leidt, vallen ze samen in de gracht.’ Als christenen zouden we met elkaar moeten mee-gaan vanuit het Pasen van de Heer. Op deze wijze kan, zo God het wil, en met zijn genade, de ander zijn duisternis omgebogen worden naar Gods licht.Zelf werk ik in een rusthuis en ik betrap me er meermaals op dat ik bij onze bewoners aanwezig ben bijna gewoon beroepshalve. Je bent er, met hart en ziel, je doet je werk op zich misschien goed, maar er blijft een afstand tussen jou en de bewoner. Er mag een zeker afstand blijven, dat is zelfs gezond, maar als zorgverlener kan je ook werkelijk ‘mee-gaan’ met de bewoner in de weg die hij gaat; zowel in zijn vreugdes alsook in zijn pijnen die hij heel zeker ook heeft. Het is je opstellen als een werkelijke broeder of zuster van hem, niet boven de ander staande maar ernaast, iemand waarvan de bewoner aanvoelt en ervaart dat je met hem meegaat, dat je deelgenoot wordt van de weg die hij gaat, ook in de mogelijke pijn die hij draagt. Het is een vorm van gemeenschapsbeleving die zéér diep gaat; gewoonlijk stil, niet erg opvallend, maar zeer ‘deugddoend’ voor zowel degene die lijdt alsook voor hem die meegaat. Het de blijheid van het evangelie, een stukje vreugde van de hemel.Het best kunnen we op deze wijze bij elkaar zijn door de eenvoud te bewaren, de oprechtheid, de hartelijkheid, en – niet onbelangrijk - je verbondenheid met de Heer. Van Hem zullen we immers de liefde en de warmte ontvangen om elkaar in Gods liefde nabij te kunnen zijn.Het is een weg waar je zelf ten diepste gelukkig van wordt, omdat je zult aanvoelen en ervaren dat het evangelie op deze wijze handen en voeten krijgt in jou leven.Kom, laten we ons geven aan de Heer.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus,candle-1016442_640 maak ons deelgenoot van uw liefde, opdat wij de ander kunnen benaderen vanuit uw goedheid, vanuit uw zin voor gemeenschap, vanuit uw honger de ander ten diepste te willen bevrijden. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.