Lezingen van de dag – donderdag 16 juli 2015

DONDERDAG IN WEEK 15 DOOR HET JAAR


Uit het boek Exodus 3, 13-20

Mozes deinst terug voor zijn opdracht. Hij vraagt aan God in wiens naam hij moet spreken. ‘Ik-zal-er-zijn’, klinkt het antwoord. Met deze opdracht kan Mozes op weg.

Toen Mozes de stem van God had gehoord in het vuur dat opvlamde uit een doornstruik sprak hij opnieuw tot God: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’
Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “Ik-zal-er-zijn heeft mij naar u toe gestuurd.”’
Ook zei Hij tegen Mozes: ‘Zeg tegen hen: “De Heer heeft mij gestuurd, de God van uw voorouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. En Hij heeft gezegd: ‘Zo wil Ik voor altijd heten, met die naam wil Ik worden aangeroepen door alle komende generaties.’”
Laat de oudsten van Israël bij elkaar komen en zeg tegen hen: “De Heer, de God van uw voorouders, is aan mij verschenen, de God van Abraham, Isaak en Jakob, en Hij heeft gezegd: ‘Ik heb gezien wat jullie in Egypte wordt aangedaan en Ik heb mij jullie lot aangetrokken. Ik heb besloten om jullie uit de ellende in Egypte weg te halen en je naar een land te brengen dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten.’”
Je zult bij de oudsten van Israël gehoor vinden, en dan moet je samen met hen naar de koning van Egypte gaan. Zeg hem dat de Heer, de God van de Hebreeën, naar jullie toe gekomen is, en vraag hem toestemming om drie dagreizen ver de woestijn in te trekken om de Heer, jullie God, offers te brengen. Ik weet dat de koning jullie dat niet zal toestaan, tenzij hij daartoe met harde hand wordt gedwongen. Daarom zal Ik met krachtige hand ingrijpen en Egypte straffen, Ik zal er wonderbaarlijke daden verrichten, en dan zal hij jullie laten gaan.’

 

Psalm 105, 1 + 5 + 8 + 9 + 24 + 25 + 26 + 27

Refr.: Voor eeuwig blijft Gods verbond van kracht.

Mozes - Icoon Rusland

Mozes – Icoon Rusland

Loof de Heer, roep luid zijn Naam,
maak zijn daden bekend onder de volken.
Gedenk de wonderen die Hij heeft gedaan,
de oordelen die Hij heeft uitgesproken.

Tot in eeuwigheid zal Hij gedenken,
zijn belofte aan duizend geslachten,
het verbond dat Hij sloot met Abraham,
en voor Isaak bevestigde met een eed.

God maakte zijn volk zeer vruchtbaar,
machtiger dan wie het belaagden.
Hij veranderde hun hart: ze gingen zijn volk haten,
en spanden samen tegen zijn dienaren.

Hij stuurde Mozes, zijn dienaar,
en Aäron, de man van zijn keuze.
Zij kondigden zijn wondertekenen aan,
machtige daden in het land van Cham.

 

Uit het evangelie volgens Matteüs 11, 28-30

Jezus vraagt veel van zijn volgelingen. Hijzelf is zachtmoedig en nederig van hart. Wie op zijn vragen wil ingaan zal door de harde korst stoten en de vreugde vinden van iemand die zich geeft zonder berekenen. Dan is zijn last licht en ontdekt hij de ware liefde.

Jezus nam het woord en sprak:
‘Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal Ik jullie rust geven.
Neem mijn juk op je en leer van mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’

Van Woord naar leven

Toen Mozes, zo lezen we vandaag in de eerste lezing, aan God vraagt wat hij aan het de Israëlieten moeten zeggen wanneer zij achter de naam van God vragen, zei God: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “Ik-zal-er-zijn heeft mij naar u toe gestuurd.”’Ik-zal-er-zijn... Prachtige naam. Het zijn woorden die een belofte inhouden; een toezegging waar een trouw van uitgaat, woorden die een verbintenis uitstralen. Ik-zal-er-zijn... Zo mogen we God noemen; noemen zoals Hij onder ons en in ons aanwezig is. Mooi toch.Voor de Israëlieten moet deze naam als een troost vanuit de hemel zijn overgekomen, een zekerheid waar ze op konden bouwen, een naam waarin ze vol vertrouwen tot konden bidden.Voor ons is dat niet anders. Ik-zal-er-zijn... zegt God ook tot ons, met dezelfde liefde dan dat Hij deze woorden overbracht op Mozes. Moge we God dan ook zo bij ons weten, inwonend diep in onze ziel, ons opnemend - doorheen zijn Zoon - in zijn liefde voor allen.Ik-zal-er-zijn... mogen we zo innig verenigd geraken met deze naam, dat we beeld en gelijkenis worden van haar inhoud naar elkaar toe. Ja, moge we drager worden van Gods goedheid voor elkaar, uitdrager van zijn vrede, zijn liefdevolle zorg voor de mensheid.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God,13273961095_938a0562c4_h wij danken U om uw aanwezigheid, om uw er-altijd-zijn, uw trouw. Mogen wij ons toevertrouwen aan uw aanwezigheid opdat wij beeld mogen worden van uw goedheid voor de mensheid. Maak ons tot instrumenten van uw barmhartigheid, doorheen Jezus, uw Zoon en onze Broer. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.