Lezingen van de dag – donderdag 20 dec 2018

donderdag in de 3e week
van de advent


Uit de profeet Jesaja 7, 10-14

De geboorte van een zoon moet voor koning Achaz een steun zijn voor de toekomst. In dit teken heeft de Joodse traditie een voorspelling gezien van de Messias, de Immanuël: God-met-ons.

De Heer liet tegen Achaz zeggen:
‘Vraag om een teken van de Heer, uw God, hetzij uit de diepte van het dodenrijk hetzij uit de hoge hemel.’
Maar Achaz antwoordde: ‘Nee, ik zal geen teken vragen, ik zal de Heer niet op de proef stellen.’
Toen antwoordde Jesaja: ‘Luister, huis van David. Is het niet genoeg de mensen te tergen? Moet u nu ook mijn God tergen? Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuël noemen.’

 

Psalm 24, 1-6

Refr.: De Heer van de hemelse machten is de koning der glorie.

Van de Heer is de aarde en alles wat daar leeft,
de wereld en wie haar bewonen.

Hij heeft haar op de zeeën gegrondvest,
op de stromen heeft Hij haar verankerd.

Wie mag de berg van de Heer bestijgen,
wie mag staan op zijn heilige plaats ?

Wie reine handen heeft en een zuiver hart,
zich niet inlaat met leugens en niet bedrieglijk zweert.

Zegen zal hij ontvangen van de Heer,
en recht verkrijgen van God, zijn redder.

Dat valt hun ten deel die U zoeken,
die zich tot u wenden – het volk van Jakob.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 1, 26-38

Maria, een eenvoudig meisje uit Nazaret, is verloofd met Jozef, uit het huis van David. Zij heeft zich voorgenomen geheel en al voor de Heer te leven. In haar bereikt de hoop en de verwachting van Israël het hoogtepunt. Haar ‘instemming’ maakt de vervulling van de oude voorspellingen mogelijk.

In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Het meisje heette Maria.
Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’
Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had.
Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’
Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog nooit gemeenschap met een man gehad.’
De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap, want voor God is niets onmogelijk.’
Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’
Daarna liet de engel haar weer alleen.

Van Woord naar leven

Aan het ja-woord van Maria gaat eigenlijk iets fundamenteels vooraf, namelijk haar beschikbaarheid. We hadden het er al over bij het begin van de advent.Wie beschikbaar leeft voor God, geeft zichzelf de ruimte en de vrijheid te doen wat God vraagt.Vraag is: zijn wij beschikbaar ? Het is een heel wezenlijke vraag, een vraag waarvan het goed is ze elke ochtend opnieuw aan onszelf te stellen. Ben ik beschikbaar voor wat God van mij vandaag vraagt...Wie beschikbaar leeft, leeft vrij. Hij is niet gebonden aan allerlei dingen die hem van God wegtrekken. Nee, hij is vrij, bereid te doen wat God vraagt, beschikbaar voor het grote ‘ja’.Het mooie aan het ja-woord is dat het altijd vruchten afwerpt. Altijd. Neem het ja-woord van Maria. Kijk wat voor een gevolg dat kleine ja-woord heeft gehad in de geschiedenis, tot op vandaag, en zeer zeker nog lang in de toekomst. Eén ja-woord... zoveel vruchten. Denken we aan de kleine Bernadette te Lourdes. Ook zij zei 'ja', en voor wie daar beneden aan de grot aan de Gave heeft gestaan, beseft maar al te goed wat voor een gevolg dat ja-woord heeft gehad. Prachtig toch... De geschiedenis kan ontelbare voorbeelden geven van mensen die door hun klein maar diep ja-woord grote en schone vruchten hebben afgeleverd. De televisie zou na elk journaal even zendtijd moeten vrij maken waar ja-woorden door mensen aan de kijker worden voorgesteld; ja-woorden die opbouwend zijn voor de samenleving. Het zou mooie televisie opleveren.Maar wat met ons ? Ook al zullen de vruchten van onze ja-woorden niet van die orde zijn als een Maria, een Bernadette, een pater Damiaan, een moeder Theresa, een broeder Roger,… Voor God gaat het niet om het aantal vruchten, of de grootte ervan (mensen denken zo en meten elkaar zo aan elkaar af), maar voor God gaat het om de zuiverheid van het hart, om de helderheid van het ja-woord. Een mooi voorbeeld lezen we vandaag bij de ‘leestip van de dag’ over Camille Crowet.Met het zuivere ja-woord, hoe klein en verborgen misschien ook, doet Hij met het oog op de liefde grote dingen. Misschien ziet niemand de vruchten, maar voor God gaat het ook niet om een soort zo opvallend mogelijke productiviteit waar zoveel mogelijk mensen baat bij moeten hebben. Bij God gaat het om het geloof, om de hoop, om de liefde. Ja, om de liefde! Het gaat zowel om de liefde waarmee Maria haar ja-woord uitsprak met haar vele vruchten, alsook om de liefde waarmee Theresia van Lisieux in alle verborgenheid een speld opraapte in de kloostergang uit liefde voor God.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, neem ons op in U, en trek ons in de brand van uw eigen ja-woord, opdat de vruchten van ons leven uw vruchten mogen zijn. Biddend in U. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.