Lezingen van de dag – maandag 12 februari 2018

maandag in week 6 door het jaar


Uit de brief van Jakobus 1, 1-11

In termen die sterk doen denken aan oud-testamentische spreuken geeft Jakobus hier enkele vermaningen. Vreugde over wat men heeft en is, wijsheid en vertrouwen van armen en kleinen, ziet Jakobus als voorwaarden tot standvastigheid in geloof.

Van Jakobus, dienaar van God en van de Heer Jezus Christus. Aan de twaalf stammen in de diaspora. Ik groet u.
Het moet u tot grote blijdschap stemmen, broeders en zusters, als u allerlei beproevingen ondergaat. Want u weet: wanneer uw geloof op de proef wordt gesteld, leidt dat tot standvastigheid. Als die standvastigheid ook daadwerkelijk blijkt, zult u volmaakt en volkomen zijn, zonder enige tekortkoming.
Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en Hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven. Vraag vol vertrouwen, zonder enige twijfel. Wie twijfelt is als een golf in zee, die door de wind heen en weer wordt bewogen. Wie zo aarzelend en onberekenbaar is bij alles wat hij doet, moet niet denken dat hij iets van de Heer zal krijgen.
Laat de onaanzienlijke gelovige trots zijn op zijn hoge waarde, en de rijke op zijn nederige staat, want hij zal vergaan als een bloem in het veld. Als de zon gaat branden en het gras door de hitte verdort, valt de bloem af en is het gedaan met zijn schoonheid. Zo zal ook de rijke vergaan terwijl hij volop met zijn zaken bezig is.

 

Psalm 119, 67 + 68 + 71 + 72 + 75 + 76

Refr.: Gelukkig de mens die op de Heer vertrouwt.

Voor ik vernederd werd, tastte ik mis,
nu houd ik mij aan uw woord.

U bent goed geweest en hebt goed gedaan,
onderwijs mij in uw wetten.

Het was goed voor mij dat ik vernederd werd,
zo leerde ik uw wetten kennen.

Goed voor mij is de wet uit uw mond,
beter dan een schat aan goud en zilver.

Ik weet het, Heer, uw voorschriften zijn rechtvaardig,
en U vernederde mij in uw trouw.

Moge uw liefde mij vertroosten,
zoals u aan uw dienaar hebt beloofd.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 8, 11-13

Zoals de Farizeeën vragen ook wij dikwijls om een teken als bewijs voor de zending van Jezus. Toch had Hij pas twee wonderen verricht: de broodvermenigvuldiging en de genezing van een stomme. Nu dit nog niet voldoende blijkt, weigert Jezus nog langer op hun hardnekkigheid in te gaan.

Enkele Farizeeën kwamen op Jezus af en begonnen met Hem te discussiëren.
Om Hem op de proef te stellen, verlangden ze van Hem een teken uit de hemel.
Jezus slaakte een diepe zucht en zei: ‘Waarom verlangt uw soort mensen een teken? Ik verzeker u: aan mensen als u zal zeker geen teken gegeven worden!’
Hij liet hen staan waar ze stonden, stapte weer in de boot en voer naar de overkant.

Van Woord naar leven

Bij een wonder denken wij al vlug aan een of andere lichamelijke genezing. En natuurlijk zijn dat ook wonderen, die - waarom niet - aan ieder van ons kunnen gebeuren. Maar het gevaar bestaat er in dat we ons blind staren op dat soort wonderen, en daarin, en enkel daarin, Jezus' kracht gaan zoeken.Alle lichamelijke wonderen die ooit gebeurd zijn en nog zullen gebeuren verwijzen naar een veel dieper wonder, namelijk het wonder van Gods bestaan, zichzelf steeds opnieuw openbarend in de Liefde. Zijn naam is 'barmhartigheid', 'vrede', 'trouw', 'goede vrijdag', 'Pasen'; kortom: Liefde. Dat is het wonder van zijn bestaan.Het is goed om verwonderd te blijven om Gods bestaan. Dit houdt ons in het 'gebed zonder ophouden' en het waakt over ons hart dat op deze wijze niet naar zichzelf gekeerd zal zijn, maar steeds gericht naar Hem waarvan alle leven komt, en dus naar de liefde; de liefde die doet liefhebben.Laten we dragers en uitdragers zijn van Gods wonderlijk bestaan.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus, kom met uw Geest over ieder van ons, opdat wij in uw liefde verwonderd mogen zijn om Gods wonderlijk bestaan. Dat deze verwondering een blijvende stuwing mag zijn om ons leven helemaal te schenken aan U, opdat Gij met ons, door ons en in ons Gods liefde moogt uitzingen. Alle dagen van ons leven. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.