Lezingen van de dag – maandag 15 januari 2018

maandag in week 2 door het jaar


Uit het eerste boek Samuël 15, 16-23

Reeds in het Oude Testament heeft God bij zijn gezanten aangedrongen op gehoorzaamheid. Door hen nodigt Hij ons uit naar zijn woord te luisteren. Dit noemt Hij beter dan offers en rituele eredienst. In de tijd van Saul meende men afstand te moeten doen van de oorlogsbuit. Dit werd gezien als een goddelijke wet. Saul had haar overtreden onder het voorwendsel dat het beste van de buit zou geofferd worden. Maar gehoorzamen is beter dan offeren.

Samuël sprak tot Saul: ‘Laat me u vertellen wat de Heer mij vannacht gezegd heeft.’
‘Zoals u wilt’ , zei Saul, en Samuël zei: ‘U mag dan in uw eigen ogen onbelangrijk zijn, toch staat u aan het hoofd van de stammen van Israël, nietwaar? De Heer heeft u gezalfd tot koning van Israël, en de Heer heeft u erop uitgestuurd met de opdracht om de Amalekieten, die zondaars, te vernietigen en ze te bestrijden tot ze volledig waren uitgeroeid. Waarom hebt u niet geluisterd naar wat de Heer u heeft gezegd? Waarom hebt u zich op de buit gestort en iets gedaan dat slecht is in de ogen van de Heer?’
‘Maar ik heb toch geluisterd naar wat de Heer gezegd heeft!’ wierp Saul tegen. ‘Ik ben er toch op uitgetrokken zoals de Heer me heeft opgedragen! Koning Agag heb ik gevangengenomen en de rest van de Amalekieten heb ik gedood. En de soldaten hebben de beste van de buitgemaakte schapen, geiten en runderen voor vernietiging gespaard om ze in Gilgal te offeren aan de Heer, uw God.’
Daarop zei Samuël: ‘Schept de Heer meer behagen in offers dan in gehoorzaamheid? Nee! Gehoorzaamheid is beter dan offers, volgzaamheid is beter dan het vet van rammen. Weerspannigheid is even erg als toverij, en eigenzinnigheid is even slecht als afgodendienst. U hebt de opdracht van de Heer verworpen; daarom verwerpt Hij u als koning!’

 

Psalm 50, 8 + 9 + 16bc + 17 + 21 + 23

Refr.: Wie rechte wegen gaat vindt het heil van God.

Ik klaag je niet aan om je offers,
nooit dooft voor mij het offervuur.

Maar de stier uit je stal heb Ik niet nodig,
noch de bokken uit je kooien.

Wat baat het dat je mijn geboden opzegt
en mijn verbond in de mond neemt ?

Je haat het als Ik je terechtwijs,
mijn woorden schuif je ter zijde.

Zou Ik dan zwijgen bij wat je doet,
je denkt toch niet dat ik ben als jij ?
Ik klaag je aan, Ik som je wandaden op.

Wie een dankoffer brengt, geeft mij alle eer,
wie zo zijn weg gaat, zal zien dat God redt.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 2, 18-22

Jezus bracht geen streng systeem of een ascetische godsdienst. Zijn komst wilde vreugde brengen. Iets helemaal nieuw. Niet zo maar een soort commentaar op de oude wet. De nieuwe geest die Hij brengt is helemaal niet verenigbaar met de praktijken van sommige Joden. Hun praktijken zijn maar lompen en oude klederen in vergelijking met wat Hij brengt. De christenen van vandaag genieten de vrijheid die Christus in zijn Kerk bracht.

De leerlingen van Johannes en de Farizeeën hadden de gewoonte regelmatig te vasten. Er kwamen mensen naar Jezus toe, die Hem vroegen: ‘Waarom vasten de leerlingen van Johannes en de leerlingen van de Farizeeën wel, maar uw leerlingen niet?’
Jezus antwoordde: ‘Bruiloftsgasten kunnen toch niet vasten zolang de bruidegom bij hen is? Nee, zolang ze de bruidegom bij zich hebben, kunnen ze niet vasten. Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, en dan is het hun tijd om te vasten. Niemand verstelt een oude mantel met een lap die nog niet gekrompen is, want dan trekt de nieuwe lap de oude stof kapot en wordt de scheur nog groter. Niemand giet jonge wijn in oude leren zakken, want dan scheuren ze open en gaat de wijn verloren, net als de zakken zelf. Jonge wijn hoort in nieuwe zakken.’

Van Woord naar leven

'Niemand verstelt een oude mantel met een lap die nog niet gekrompen is, want dan trekt de nieuwe lap de oude stof kapot en wordt de scheur nog groter. Niemand giet jonge wijn in oude leren zakken, want dan scheuren ze open en gaat de wijn verloren, net als de zakken zelf. Jonge wijn hoort in nieuwe zakken', zegt Jezus ons vandaag.De 'nieuwe wereld', de 'nieuwe schepping', waar wij hopelijk deel van willen uitmaken, heeft Jezus als het levend centrum van haar beleving. Dat was nieuw. Dat is nieuw. De Kerk is geroepen om van binnenuit dit nieuwe, Jezus zelf, te belichamen.In de geloofsbelijdenis bidden we: 'Ik geloof in de heilige katholieke Kerk'. Heilig, ja, dat is ze, toch de Kerk met een hoofdletter, want Jezus is haar hart. De kerk met een kleine kerk is de belichaming die dikwijls zwak en lauw is, ook soms nalatend of zelfs zondig. Doch in wezen is de Kerk heilig en het is haar roeping dat heilige te belichamen door een gemeenschap te vormen die vanuit haar hart liefdevol aanwezig is op alle plekken in de wereld, bereid met ieder broederschap aan te gaan door welgemeend de hand te reiken, door vrede te verkondigen en te stichten, door te werken aan verzoening, door de armen daadwerkelijk nabij te zijn, …Met z'n allen zijn we geroepen om als één gemeenschap het Lichaam van Christus te zijn, op de plek waar we wonen en werken, met de mensen waarmee we dagelijks te maken hebben, op die plaatsen waar we ons als christenen engageren.Werk aan Gods winkel.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, Gij zijt het levend hart van de Kerk, het centrum van ons bestaan. Zo komt Gij elke dag onder ons, fris en altijd nieuw. Geef dat wij U zo mogen ontvangen, als een nieuw volk, naar U genoemd, naar U luisterend, U uitdragend, tot aan de uiteinden der aarde. Kom heilige Geest, amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.