Lezingen van de dag – maandag 25 febr 2019

 

maandag in week 7 door het jaar


Uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach 1, 1-10

De schepping is het werk van Gods liefde voor de mensen. Wanneer wij dit alles durven zien als een gave, kunnen wij in dit plan ook Gods wijsheid ontdekken. Zij die Hem liefhebben gaan dit nog meer beseffen.

Alle wijsheid komt van de Heer en is bij Hem tot in eeuwigheid.
De zandkorrels aan de zee, de druppels van de regen en de dagen van de eeuwigheid, wie kan ze tellen?
De hoogte van de hemel, de breedte van de aarde, de oervloed en de wijsheid, wie kan ze meten?
De wijsheid is vóór alles geschapen, inzicht en begrip bestonden al voor de tijd begon.
De bron van de wijsheid is het woord van God in de hoogste hemel, haar wegen zijn de eeuwige geboden.
De wortel van de wijsheid, voor wie werd hij blootgelegd, haar diep doordachte daden, wie kent ze?
De kennis van de wijsheid, aan wie werd ze geopenbaard, de rijke ervaring die ze biedt, wie heeft die verworven?
Slechts één is wijs en ontzagwekkend: Hij die zit op zijn troon.
De Heer zelf heeft de wijsheid geschapen, Hij heeft haar gezien en uitgemeten, haar over heel zijn schepping uitgestort.
Al wat leeft heeft Hij in haar laten delen, en Hij schenkt haar aan wie Hem liefheeft.
De liefde voor God is eerbiedwaardige wijsheid voor hen aan wie Hij zich kenbaar maakt; Hij geeft wijsheid aan wie ontzag voor Hem heeft.

 

Psalm 93, 1 + 2 + 5

Refr.: Heiligheid is van Gods huis het sieraad.

De Heer is koning, met hoogheid is Hij bekleed,
de Heer is met macht bekleed en omgord.

Vast staat de wereld, zij wankelt niet,
en vast staat van oudsher uw troon.

U bent van alle eeuwigheden.
Uw uitspraken zijn betrouwbaar.

Heiligheid is van uw huis het sieraad,
Heer, tot in lengte van dagen.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 9, 14-29

De genezing van een bezetene vertoont meerdere symbolische gelijkenissen met wat het uitverkoren volk meemaakte. Hij was stom, dikwijls werd hij in het water geworpen en in het vuur, hij knarsetandt. Het volk kende ook zulke periodes. Zonder profeten was het stom, het trok door de zee en de wolk. Het morde in de woestijn. Dit zieke volk moet door de dood heen naar het leven, zoals wij met Christus mogen sterven en verrijzen.

Toen Jezus na de gedaanteverandering terugkwam bij de andere leerlingen, zag Hij een grote menigte om hen heen staan. Er waren ook schriftgeleerden bij, die met hen aan het discussiëren waren. De mensen waren verbaasd toen ze Hem zagen, en liepen meteen naar Hem toe om Hem te begroeten. Hij vroeg hun: ‘Waarover zijn jullie met hen aan het discussiëren?’
Iemand uit de menigte antwoordde: ‘Meester, ik heb mijn zoon naar U gebracht omdat hij door een geest bezeten is en niet kan praten; steeds wanneer de geest hem overweldigt, gooit die hem op de grond, en dan komt het schuim hem op de mond te staan, hij knarst met zijn tanden en wordt helemaal stijf. Ik zei tegen uw leerlingen dat ze hem moesten uitdrijven, maar dat konden ze niet.’
Hij zei tegen hen: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig volk, hoe lang moet Ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet Ik jullie verdragen? Breng hem bij me.’
Ze brachten de jongen bij Hem. Toen de geest Hem zag, deed hij de jongen meteen stuiptrekken, en met het schuim op de lippen viel hij op de grond en rolde heen en weer.
Jezus vroeg aan zijn vader: ‘Hoe lang heeft hij hier al last van?’
Hij antwoordde: ‘Al vanaf zijn vroegste jeugd, en hij heeft hem zelfs vaak in het vuur gegooid en in het water met de bedoeling hem te doden; maar als U iets kunt doen, heb dan medelijden met ons en help ons.’
Toen zei Jezus tegen hem: ‘Of Ik iets kan doen? Alles is mogelijk voor wie gelooft.’
Meteen riep de vader van het kind uit: ‘Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp.’
Toen Jezus zag dat er een grote groep mensen toestroomde, sprak Hij de onreine geest op strenge toon toe en zei: ‘Geest die doof en stom maakt, Ik gebied je: ga uit hem weg en keer niet meer in hem terug.’
Onder geschreeuw en met hevige stuiptrekkingen ging hij uit hem weg; de jongen bleef voor dood achter, zodat de mensen zeiden dat hij was gestorven. Maar Jezus pakte hem bij de hand om hem overeind te helpen en hij stond op.
Hij ging een huis in, en toen ze weer alleen waren, vroegen zijn leerlingen Hem: ‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’
Hij antwoordde: ‘Dit soort kan alleen door gebed worden uitgedreven.’

Van Woord naar leven

Toen ze weer alleen waren, vroegen zijn leerlingen Hem: ‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’ Hij antwoordde: ‘Dit soort kan alleen door gebed worden uitgedreven.’Een mens kan uit zichzelf veel goeds doen. Met Gods genade kan hij nog méér doen, of de dingen die hij doet, ànders doen. Doch zijn er dingen die men enkel met gebed tot een goed einde kan brengen. Het zijn zaken waar God wacht op het gebed van de mens om die zaken héél persoonlijk te komen aanraken.Heel dikwijls gebruikt Hij de mens als instrument om zijn liefde te tonen. Maar soms handelt Hij ook bij wijze van spreken 'alleen'. Het is schijnbaar een zaak tussen dat gebeuren en Hem, zonder een menselijke tussenkomst. Hij wacht op het gebed van de Kerk, om die zaak heel rechtstreeks te komen vervullen met zijn genade.We mogen de kracht van het gebed niet onderschatten. God kan meer met ons gebed dan we doorgaans vermoeden. We trekken dit dikwijls in twijfel, omdat ons geloof klein is, of omdat we ons eigen gebedsleven over het algemeen erg arm vinden. Maar God is zoveel groter dan dit menselijk getwijfel. Elke gebed, hoe arm en onvolmaakt ook, stijgt tot Hem als wierook bij het altaar. Met dit gebed van de mens treedt Hij de wereld tegemoet: personen, hele volken en zaken aanrakend met zijn genezende kracht. Onzichtbaar schenkt Hij op deze wijze leven aan de Kerk en wereld.Laten we geloven in de kracht van het gebed, en laten we er dagelijks tijd voor maken.God heeft ons gebed niet nodig om God te zijn. Anderzijds hunkert Hij naar ons gebed om de wereld heel persoonlijk te komen bezoeken en aan te raken.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, kom met uw Geest over ieder van ons. Beziel ons met de gave van het dagelijks gebed. Geef ons de moed, de discipline en vooral de liefde dagelijks tijd te besteden om te bidden. Help ons in voort-durend gebed te blijven. Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.