Lezingen van de dag – maandag 4 juni 2018

maandag in week 9 door het jaar


Uit de tweede brief van Petrus 1, 1-7

Door Christus hebben wij deel gekregen aan Gods eigen wezen. Volgens de tweede brief van Petrus moet dit tot gevolg hebben dat wij deugd, kennis, zelfbeheersing, standvastigheid, godsvrucht, broederliefde en genegenheid voor allen opbrengen.

Van Simeon Petrus, dienaar en apostel van Jezus Christus. Aan allen die dankzij de rechtvaardigheid van onze God en van onze redder Jezus Christus hetzelfde kostbare geloof hebben ontvangen als wij. Genade zij u en vrede, in overvloed, door de kennis van God en van Jezus, onze Heer.
Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van Hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur.
Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen.

 

Psalm 91, 1 + 2 + 14 + 15 + 16

Refr.: Ik zal je redding zijn.

Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont
en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende,
zegt tegen de Heer: Mijn toevlucht, mijn vesting,
mijn God, op U vertrouw ik.

Ik zal bevrijden wie mij liefheeft
en beschermen wie met mijn Naam vertrouwd is.
Roep je mij aan, Ik geef antwoord,
in de nood zal Ik bij je zijn.

Ik zal je bevrijden en met roem overladen,
je overvloed geven van dagen.
Ik zal je redding zijn.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 12, 1-12

In een vergelijking laat Jezus zien hoe God heel de geschiedenis lang bezorgd is geweest voor zijn volk. Hij is werkelijk gegaan tot het uiterste. Al diegenen die Hij heeft ingezet hebben hun zending betaald met de dood. Zelfs zijn geliefde Zoon was hetzelfde lot beschoren.

Jezus begon tot de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten in gelijkenissen te spreken:
‘Een man legde een wijngaard aan en omheinde die. Hij groef een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Hij verpachtte de wijngaard aan wijnbouwers en ging op reis. Na verloop van tijd stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om zijn deel van de opbrengst van hen te ontvangen; maar ze grepen hem vast, mishandelden hem en stuurden hem met lege handen terug.
Daarna stuurde hij een andere knecht naar hen toe, die ze in het gezicht sloegen en vernederden.
Hij stuurde nog een derde, die ze doodden, en nog vele anderen; sommigen werden door de wijnbouwers mishandeld en anderen werden door hen gedood.
Ten slotte was alleen nog zijn geliefde zoon over; die stuurde hij als laatste naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. Maar de wijnbouwers zeiden tegen elkaar: “Dat is de erfgenaam. Kom op, laten we hem doden, dan is de erfenis van ons.”
Ze grepen hem vast en doodden hem en gooiden zijn lichaam buiten de wijngaard.
Wat zal de eigenaar van de wijngaard daarna doen? Hij zal zelf komen om de wijnbouwers om te brengen en hij zal de wijngaard aan anderen geven. Hebt u deze schrifttekst dan niet gelezen: “De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden Dankzij de Heer is dit gebeurd, wonderbaarlijk is het om te zien.”’
Daarop wilden ze Hem gevangennemen, want ze wisten dat Hij hen op het oog had bij het vertellen van deze gelijkenis, maar ze waren bang voor de reactie van de menigte. Dus lieten ze Hem staan en gingen weg.

Van Woord naar leven

Petrus spreekt vandaag over ‘deel krijgen aan de goddelijke natuur’.Deel hebben aan de goddelijke natuur betekent je ‘herboren’ weten in Christus, en wel zo dat zijn paasgenade door jou heen werkt. Het is de Geest van God die ons van binnenuit verandert, ons transformeert - als het ware - in de liefde van Christus.Deel krijgen aan Gods natuur heeft dus niets te maken met deel hebben aan God als God. Het is deel krijgen aan Gods liefde (Gods natuur), in Christus, door de werking van de Geest. Het is deelnemen aan het liefdesgebeuren van de Drie-ene God; gevend en ontvangend, in zekere zin wij als een vierde persoon.Niet als een ‘lekker onder-onsje’, maar wel degelijk met de bedoeling, zoals Petrus verder schrijft, om een leven te leiden dat getekend is door deugdzaamheid, kennis, volharding, vroomheid, liefde voor elkaar, liefde voor allen.Als je geloof dergelijke vruchten niet heeft is het eigenlijk waardeloos. Of zoals Jakobus het in zijn brief verwoordt: ‘Zoals het lichaam dood is zonder de ziel, zo is ook geloof zonder daden dood.’ (Jak. 2, 26).Dus, geliefde mensen, laat ons tafelen aan de feestdis van God, om verenigd me Hen het lied van de liefde te zingen in al ons doen en laten. Laten we dit doen met blij gemoed, gemeend, biddend. Ja, als christenen.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader, moge uw Geest in ieder van ons indalen, om elke dag opnieuw herboren te worden in uw Zoon. Moge wij alzo instrumenten worden van uw liefde voor allen. In Christus’ naam. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.