Lezingen van de dag – vrijdag 1 december 2017

 

vrijdag in week 34 door het jaar


Uit het boek Daniël 7, 2-14

Daniël ziet de Mensenzoon, die voor de troon van God geleid wordt. Deze mysterieuze persoon verzekert de eeuwige heerschappij van de Allerhoogste. Door Hem groeit een volk van geloofsgetuigen, die zullen delen in zijn heerlijkheid.

In die dagen sprak Daniël:
‘Vier grote dieren rezen op uit de zee, elk met een andere gestalte.
Het eerste dier leek op een leeuw, maar dan met adelaarsvleugels. Ik zag hoe zijn vleugels werden uitgerukt, hoe het dier werd opgetild, op twee voeten overeind werd gezet als een mens en ook het hart van een mens kreeg.
Toen verscheen er een tweede dier; het leek op een beer en het had zich half opgericht. Het hield drie ribben tussen de tanden van zijn muil, en het dier werd aangespoord met de woorden: “Sta op, eet veel vlees.”
Daarna zag ik een ander dier; het leek op een panter, maar dan met vier vogelvleugels op zijn rug, en het had ook vier koppen. Dit dier werd macht toebedeeld.
Daarna zag ik in mijn nachtelijke visioenen een vierde dier, angstaanjagend, afschrikwekkend en geweldig sterk, met grote ijzeren tanden. Het vrat en vermaalde alles, en wat overbleef vertrapte het met zijn poten. Het verschilde van alle dieren die daarvoor verschenen waren, en het had tien horens. Toen ik naar de horens keek zag ik hoe een kleine, nieuwe horen tussen de andere opkwam; drie van de oude horens werden uitgerukt om er plaats voor te maken. En in die horen bevonden zich ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak.
Ik zag dat er tronen werden neergezet en dat er een oude wijze plaatsnam. Zijn kleed was wit als sneeuw, zijn hoofdhaar als zuivere wol. Zijn troon bestond uit vuurvlammen, de wielen uit laaiend vuur. Een rivier van vuur welde op en stroomde voor hem uit. Duizend maal duizenden dienden hem, tienduizend maal tienduizenden stonden voor hem. Het hof nam plaats en de boeken werden geopend. Ik zag hoe het dier werd gedood vanwege de grootspraak van de horen, ik zag hoe zijn lichaam werd vernietigd en aan de vlammen werd prijsgegeven.
De andere dieren werd wel hun macht ontnomen, maar hun werd nog enige tijd van leven gegund.
In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor hem geleid. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan.’

 

Daniël 3, 75-81

Refr.: Prijs en verhef de Heer voor eeuwig !

Loof Hem, bergen en heuvels,
al wat daar groeit, prijs de Heer.

Loof de Heer, alle bronnen,
zeeën en stromen, prijs Hem.

Loof de Heer, al wat leeft in het water,
vogels van de hemel, prijs Hem.

Loof Hem, wilde en tamme dieren,
prijs en verhef Hem eeuwig.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 21, 29-33

Wij verwachten de opstanding van de doden en het leven van het komend Rijk. Op het einde der tijden zal het kwaad overwonnen zijn, de doden zullen opstaan en het wordt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar het Verbond tussen God en de mens zal vervuld zijn.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Kijk naar de vijgenboom en al de andere bomen. Als je ziet dat ze uitlopen, weet je dat de zomer in aantocht is. Zo moeten jullie ook weten, wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat het koninkrijk van God nabij is.
Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker niet verdwenen zijn wanneer dit alles gebeurt.
Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen.’

Van Woord naar leven

Ik denk dat de meesten van ons 's morgens, wanneer ze opstaan, naar buiten kijken, om te zien wat voor weer het is. We kijken niet enkel naar buiten, maar ook omhoog, naar de lucht. Want deze lucht is gewoonlijk een voorbode voor het weer van de komende uren, de komende dag. Dat 'naar buiten kijken', elke dag opnieuw, is een vanzelfsprekendheid. En da's normaal; wij leven immers in het weer dat die dag aan ons gegeven wordt, en we willen weten wat dat weer inhoudt.Lezen wij, met dezelfde vanzelfsprekendheid, Gods Woord aan ons vandaag gegeven? Want net zoals het weer ons gegeven is, zo is ook het Woord aan ons geschonken, dag na dag.Het is goed, wanneer wij 's morgens opstaan, dit Woord te lezen, het ter harte te nemen. Dit Woord is immers vandaag aan ons gegeven als een fris, nieuw en vooral levend Woord. Het Woord dat vlees is geworden (Christus zelf) komt ons tegemoet doorheen zijn Woord. Het draagt de genade in zich Hem te ontmoeten die ons zijn Woord schenkt. Het is als zaad dat in ons hart wordt gezaaid. In de stille overweging van dat Woord kan het wortel schieten en vrucht dragen doorheen ons gebed en bezigheden tijdens de dag.Zonder dat we het misschien beseffen, leven we op deze wijze met onze ziel gericht naar de eeuwigheid. Want Gods Woord is eeuwig, en deelnemen aan het Woord voert ons in het eeuwig leven. Ja, nu al.Of om het met andere woorden te zeggen: wie leeft in en naar Gods Woord geeft zijn leven een eeuwigheidswaarde, doordat zijn leven (gebed, doen, en laten) verankerd zal zijn in het leven van Christus, die eeuwig is.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, wij danken U dat Gij dagelijks tot ons komt doorheen uw Woord. Schenk ons liefde voor uw Woord, help ons het te begrijpen en om te zetten in ons dagelijks bestaan. Veranker ons in Uzelf, opdat velen U mogen ontmoeten. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.