Lezingen van de dag – vrijdag 1 febr 2019

 

vrijdag in week 3 door het jaar


Uit de brief aan de Hebreeën 10, 32-39

Christen-zijn is nooit gemakkelijk geweest en dit zal het ook nooit worden. Reeds ten tijde van deze brief was dit zo. Sommigen wankelen wellicht, anderen geven het op. De brief is voor ons een vurige aansporing tot hoop, vertrouwen en gedreven geloof. Wij bezitten immers de belofte van de Heer, die meer waard is voor ons dan welk ander bezit ook.

Broeders en zusters,
herinner u de dagen van weleer, toen u, door het licht beschenen, in een moeizame worsteling met het lijden hebt standgehouden: enerzijds kreeg u publiekelijk smaad en beproevingen te verduren, anderzijds was u solidair met hen die hetzelfde moesten doormaken. U hebt meegeleefd met de gevangenen onder u, en toen u van uw bezittingen beroofd werd, hebt u dat in vreugde aanvaard, in de wetenschap dat u iets beters bezit, een blijvend bezit voor uzelf.
Leg die onbeschroomdheid dus niet af, u zult er ruim voor worden beloond. Blijf juist volharden, want als u de wil van God doet, zult u ontvangen wat u beloofd is.
Immers: ‘Nog een heel korte tijd, dan komt Hij die komen zal, Hij blijft niet lang meer weg, en dan zullen mijn rechtvaardigen leven door hun geloof, ‘maar ook: ‘Wie terugdeinst ben ik niet langer welgezind.’
Wij echter behoren niet tot degenen die terugdeinzen en ten onder gaan, maar tot hen die door hun geloof behouden blijven.

 

Psalm 37, 3 + 4 + 5 + 6 + 23 + 24 + 39 + 40

Refr.: De rechtvaardigen vinden redding bij de Heer.

Vertrouw op de Heer en doe het goede,
bewoon het land en leef er veilig.
Zoek je geluk bij de Heer,
Hij zal geven wat je hart verlangt.

Leg je leven in de handen van de Heer,
vertrouw op Hem, Hij zal dit voor je doen:
het recht zal dagen als het morgenlicht,
de gerechtigheid stralen als de middagzon.

Wie de Heer welgevallig is,
mag zijn weg gaan met vaste tred.
Al komt hij ten val, hij blijft niet liggen,
want de Heer richt hem op.

De rechtvaardigen vinden redding bij de Heer,
Hij is hun toevlucht in tijden van nood.
De Heer heeft hen altijd geholpen en bevrijd,
Hij bevrijdt hen ook nu van de zondaars,
Hij redt hen, want zij schuilen bij Hem.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 4, 26-34

‘Het Rijk Gods is midden onder u’, was het verrassende antwoord van Jezus. In dit evangelie maakt Hij ons duidelijk waarin die verrassing eigenlijk bestaat. We zien het niet groeien. Het is als zaad dat ontkiemt, opschiet en groeit, maar wij weten het niet.

Jezus sprak tot de menigte:
‘Het is met het Koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe. De aarde brengt uit zichzelf vrucht voort, eerst de halm, dan de aar, en dan het rijpe graan in de aar. Maar zo gauw het graan het toelaat, slaat hij er de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’
En Hij zei: ‘Waarmee kunnen we het Koninkrijk van God vergelijken en door welke gelijkenis kunnen we het voorstellen? Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. Maar als het na het zaaien opschiet, wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen.’
Met zulke en andere gelijkenissen maakte Hij hun het goede nieuws bekend, voor zover ze het konden begrijpen; Hij sprak alleen in gelijkenissen tegen hen, maar wanneer Hij alleen was met zijn leerlingen, verklaarde Hij hun alles.

Van Woord naar leven

Geliefde mensen, vandaag wil ik met u kijken naar de tussenzang, vandaag uit psalm 37, en wel naar het eerste vers, waar we lezen: ‘Vertrouw op de Heer en doe het goede.’Het zijn eenvoudige woorden waar een heel programma in zit. Laten we het vers eens van nabij bekijken.We zien een dubbele beweging: een beweging van de gelovige naar God toe, en een beweging van de gelovige naar de wereld toe; God vertrouwen, en het goede doen.Eigenlijk is er een derde beweging die in dit vers niet ter sprake wordt gebracht, maar die er wel degelijk is, en wel als een constante. Dat is namelijk de beweging van God uit naar de mens: zijn liefde voor elke mensenkind. Een christen zou zich eigenlijk ten diepste in geloof moeten bewust zijn van deze beweging van God uit. Al het andere vloeit immers daaruit voort.Dus, deze beweging in ons achterhoofd houdend, spitsen we ons vandaag even toe op die dubbele beweging waarvan sprake is in het vers dat we vandaag onder de loep nemen: Vertrouwen op de Heer, en het goede doen.In ons gelovig bezigzijn heeft er een soort hiërarchie plaats. In de zin van: het ene komt voor het ander, of anders gezegd: het ene komt voort uit het andere. In het psalmvers van vandaag: we worden opgeroepen goed te zijn, vanuit de oproep vertrouwen te hebben in de Heer.Het is zoals de eerste twee geboden die, zoals de Heer zegt, wezenlijk bij elkaar horen. En toch beluisteren we er een hiërarchie in. ‘Bemin God bovenal, en uw naaste als uzelf’, zo zeggen ons de twee geboden. Vanuit het bovenal beminnen van God, hebben we onze naaste, en onszelf lief. Twee geboden, die onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn, maar in hiërarchische zin staat het ene gebod voor het andere, en vloeit het andere voort uit het ene.Het is zoals twee mensen huwen en kinderen krijgen. Er ontstaat een gezin. Maar de kinderen zijn een vrucht van de liefde tussen de ouders. Het gezin is één geheel, maar er het ene gaat vooraf aan het andere.Terug naar ons psalmvers van vandaag: ‘Vertrouw op de Heer en doe het goede’. We horen ook hier meteen die hiërarchie. Eerst vertrouwen op de Heer, om van daaruit het goede te doen.Als christen weten we dat we geroepen zijn te leven vanuit Gods liefde. God bewoont ons in Christus. Door Christus heeft Hij ieder mens ten diepste lief. En wij, gelovigen, zijn uitgenodigd de naaste lief te hebben vanuit de liefde die God voor ieder van ons heeft. Of om het met de woorden van het psalmvers van vandaag te zeggen: We zijn uitgenodigd ons volledig toe te vertrouwen op de Heer die ons bewoont, om vanuit Hem het goede te doen.Vanuit Hem het goede doen betekent: leven vanuit de kracht, de genade, die Hij schenkt vanuit zijn inwoning in Christus. Wie goed doet vanuit de aanwezigheid van Christus, zal daden doen vervuld met de genade van de Heer. Jezus zal door hem heen al weldoende rondtrekken, woorden spreken, handelingen doen.Zoals we bidden tot Maria: ‘Weesgegroet Maria, vol van genade, de Heer is met u’, zo zijn wij – ook al dragen wij niet die genade die Maria ten deel viel – vervuld van Gods genade, en wel door zijn aanwezigheid in Christus in ons.Lieve mensen, veel woorden om te zeggen dat het goed en belangrijk is dat we ons ten diepste toevertrouwen aan God om vanuit Hem het goede te doen.Moge dit de drijfveer zijn van deze dag, belevend in eenvoud, in diep geloof, met de nodige humor, en vooral onze naaste (wie dat ook mag zijn) ten diepste beminnend.Een mooie 1e februari voor ieder van u !En wees voorzichtig, want het kan glad zijn.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, moge uw heilige Geest ons ten diepste bezielen, opdat wij vanuit uw inwoning in ons de naaste mogen beminnen, en alzo het goede zouden doen. In Christus, onze broeder en Heer. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.