Lezingen van de dag – vrijdag 23 nov 2018

vrijdag in week 33 door het jaar


Uit het boek Apocalyps 10, 8-11

Profeten brengen niet hun eigen boodschap. Zij spreken in de naam van God. Daarom moeten zij zichzelf eerst dit woord van God eigen gemaakt hebben.

Ik, Johannes, hoorde opnieuw die stem uit de hemel. Hij zei tegen me: ‘Haal de geopende boekrol die de engel die op de zee en het land staat in zijn hand heeft.’
Ik ging naar de engel toe en vroeg om het boekje. Hij reikte het mij aan en zei: ‘Eet het op. Het zal branden in je maag, maar in je mond zo zoet zijn als honing.’
Ik pakte het boekje aan en at het op. Het smaakte zoet als honing, maar nadat ik het opgegeten had, brandde het in mijn maag.
Toen kreeg ik te horen: ‘Je moet opnieuw over talrijke landen en volken en koningen profeteren.’

 

Psalm 119, 14 + 24 + 72 + 103 + 111 + 131

Refr.: Uw woorden zijn zoeter dan honing.

Leven naar uw richtlijnen geeft mij vreugde,
meer vreugde dan rijkdom en overvloed.
Uw richtlijnen verheugen mij,
ze geven mij goede raad.

Goed voor mij is de wet uit uw mond,
beter dan een schat aan goud en zilver.
Hoe zoet zijn uw woorden voor mijn gehemelte,
zoeter dan honing voor mijn mond.

Uw richtlijnen zijn mijn eeuwig bezit,
ze zijn de vreugde van mijn hart.
Dorstig opent zich mijn mond,
zo hunker ik naar uw geboden.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 19, 45-48

Lucas verbindt Jezus’ onderricht zeer nauw met de tempel. Werd in de verbondstent het woord van de wet bewaard, dan was dit ook zo in de tempel. Later werd dit woord er ook verklaard en toegelicht. Dit gebruik zette Jezus verder. Zo woonde Hij onder de mensen. Daar konden zij God aan het woord laten in hun leven. Zo was het huis van God een huis van gods-ontmoeting en dus van gebed.

Jezus ging naar de tempel, waar Hij de handelaars begon weg te jagen, terwijl Hij hun toevoegde: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn, maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’
Dagelijks gaf Hij onderricht in de tempel. De hogepriesters, de schriftgeleerden en de leiders van het volk wilden Hem uit de weg ruimen, maar ze wisten niet hoe ze dat moesten doen, want het hele volk hing aan zijn lippen.

Van Woord naar leven

Jezus ging naar de tempel, waar Hij de handelaars begon weg te jagen, terwijl Hij hun toevoegde: ‘Er staat geschreven: "Mijn huis moet een huis van gebed zijn, maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!"’Vandaag horen we Jezus die kritiek geeft met geen mis te verstane woorden en gebaren. We kennen het verhaal, we weten waarover het gaat: over plaatsen om te bidden, en over de gemeenschap als tempel van de heilige Geest.In het verleden zijn er nog mensen geweest die met kritiek voor de dag kwamen; heilige mensen. Zo kennen we bijvoorbeeld Catharina van Sienna, een dominicanes uit de veertiende eeuw. Ze trad vanuit haar mystieke bewogenheid onverbloemd 'kerkreinigend' op. Ze wordt genoemd 'de vrouw die niet zweeg in de Kerk'. Vanuit haar intens grote liefde voor de Kerk als heilige plaats van Gods aanwezigheid uitte zij met regelmaat sterke kritiek, ook op paus en kardinalen. Haar kritiek was een soort 'heilige verontwaardiging'. De Kerk heeft Catharina goed begrepen. Ze werd heilig verklaard en tot kerklerares verheven. Of denken we aan Clara van Assisi, Jan Van Ruusbroeck en zo vele anderen.Naar mijn persoonlijke mening is onze huidige paus Franciscus ook zo’n tip. Hij houdt geen blad voor de mond. Met regelmaat spreekt en schrijft hij, ook vanuit zo’n soort ‘heilige verontwaardiging’, over mistoestanden zowel binnen als buiten de Kerk. Mensen voelen dit doorgaans haarfijn aan als ‘waar’ en dat maakt paus Franciscus in zekere zin ook zo geliefd. En, niet onbelangrijk: in zijn kritiek kiest hij steeds resoluut voor de kant van de ‘armen’, de Kerk oproepend dit ook te doen, en wel naar het voorbeeld van Jezus.In onze eigen omgeving zien we beslist ook dingen die echt fout zijn: onrechtmatig geldgewin te koste van, verspilling van voeding en goederen, ontheiliging van woorden en plaatsen, roddel, luiheid, enz… We zien het rondom ons, we zien het in ons. Durven wij vanuit eenzelfde heilige verontwaardiging zoals Catherina van Sienna, Clara van Assisi, Jan van Ruusbroeck en onze huidige paus kritiek geven. Altijd in liefde, vergezeld met Gods barmhartigheid, maar duidelijk en klaar, de waarheid volle eer aandoend.Ik denk dat we soms teveel zwijgen, of het spreken aan anderen overlaten, uit een zekere angst, of om welke reden ook. Soms moeten we ons laten horen, letterlijk. Woorden kunnen krachtig zijn, en vol van genade, als gist in het deeg. Daarop moeten we durven vertrouwen. Laten we daarom altijd spreken vanuit onze relatie met Jezus, vanuit ons biddend hart, opdat wat we zeggen in liefde mag gezegd worden, in de warmte van Gods Geest, geborgen in Gods wil, op hoop van zegen.Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, zowel rondom ons als binnen in ons zien wij dingen die niet door Gods beugel kunnen; zaken die in wezen godslasterlijk zijn, dingen die onszelf en anderen wegtrekken van God. Geef ons momenten waar we, in eenheid met U, het woord kunnen nemen om Gods liefde te verwoorden, om mistoestanden aan het licht te brengen, om op te komen voor hen die onder onrecht lijden. Moge wij dit biddend doen, ons gevend aan U, vertrouwend dat wij in uw Geest de juiste en goede woorden zouden gebruiken. Kom Heer Jezus, kom. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.