Lezingen van de dag – vrijdag 4 jan 2019

 

vrijdag na 1 januari


Uit de eerste brief van Johannes 3, 7-10

Het kwaad is een realiteit in de wereld en in het leven van ieder. Waar echter goddelijk leven is door het geloof en het doopsel, mag en kan de zonde niet heersen.

Kinderen,,
laat niemand u misleiden: wie rechtvaardig leeft is een rechtvaardige, zoals ook Jezus rechtvaardig is, en wie zondigt komt uit de duivel voort, want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. De Zoon van God is dan ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen.
Wie uit God geboren is zondigt niet, want Gods zaad is blijvend in hem. Hij kán zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren.
Hieraan is te zien wie kinderen van God en wie kinderen van de duivel zijn: wie niet rechtvaardig leeft, komt niet uit God voort. Hetzelfde geldt voor wie zijn broeder of zuster niet liefheeft.

 

Psalm 98, 1 + 7 + 8 + 9

Refr.: Zing voor de Heer een nieuw lied.

Zing voor de Heer een nieuw lied:
wonderen heeft Hij verricht.

Laat bruisen de zee en alles wat daar leeft,
laat juichen de wereld met haar bewoners.

Laten de rivieren in de handen klappen
en samen met de bergen jubelen.

Juich voor de Heer, want Hij is in aantocht
als rechter van de aarde.

Rechtvaardig zal Hij de wereld berechten,
de volken oordelen naar recht en wet.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 1, 35-42

Johannes de Doper wijst Jezus aan als de Messias, en verdwijnt zelf in de schaduw als zijn leerlingen Jezus beginnen te volgen. Jezus zelf brengt de leerlingen dààr waar zijn verblijf is: bij de Vader.

De volgende dag stond Johannes er weer met twee van zijn leerlingen. Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het Lam van God.’
De twee leerlingen hoorden wat hij zei en gingen met Jezus mee.
Jezus draaide zich om, en toen Hij zag dat ze hem volgden, zei Hij: ‘Wat zoeken jullie?’
‘Rabbi’, zeiden zij tegen Hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar logeert U?’
Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’
Ze gingen met Hem mee en zagen waar Hij onderdak had gevonden; het was ongeveer twee uur voor zonsondergang en ze bleven die dag bij Hem.
Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus.
Vlak daarna kwam hij zijn broer Simon tegen, en hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de Messias gevonden’ (dat is Christus, ‘gezalfde’), en hij nam hem mee naar Jezus.
Jezus keek hem aan en zei: ‘Jij bent Simon, de zoon van Johannes, maar voortaan zul je Kefas heten’ (dat is Petrus, ‘rots’).

Van Woord naar leven

‘Rabbi’, zeiden zij tegen Hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar logeert U ?’ Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’Meegaan en zien … dat is de oproep van vandaag.Meegaan betekent naar die plaatsen gaan waar de Heer vertoeft. Op de eerste plaats is dat thuis komen in je hart, daar waar de Heer zijn inwoning heeft, waar Hij bidt, leeft en ons zijn leven wil schenken. Thuiskomen in jezelf is niet enkel weet hebben van die goddelijke aanwezigheid, het is ook leven in het diepe verlangen verenigd te leven met Hem, één met Hem, door Hem opgenomen te zijn. Wie de vlam van dit verlangen brandend houdt mag zich zalig prijzen, want de Geest is in hem werkzaam; de Geest die ons doet verlangen naar die innige eenwording met de Heer. Deze vlam, dit verlangen, zal je hele zijn neerleggen in Gods aanwezigheid, omdat de Geest, Gods levende vlam, je deze genade zal schenken. Vandaar het belang ons hart voortdurend te openen voor Gods Geest.Meegaan betekent ook naar die plaatsen gaan waar Hij ons brengen wilt. Ook dit vraagt overgave aan Hem om duidelijk het onderscheid te kunnen maken tussen het 'volgen van mijn ik' en 'het volgen van de Heer'. Gebed, Bijbellezing, gezond boerenverstand, liefdevol zijn, studie, gesprek met anderen, je wereld kennen, ... zijn onontbeerlijke elementen die ons helpen in het maken van dat onderscheid. Maar ook gewoon onszelf de vraag stellen: ‘handel ik uit egoïsme of handel ik vanuit de liefde’, kan ons al ver brengen.Het ‘zien’ waarover Jezus vandaag spreekt, is op de eerste plaats Hem aanschouwen, een soort heilig weten dat je tot het besef brengt dat je je op heilige grond begeeft omdat Hij is waar jij bent, mét zijn genadevolle aanwezigheid. Dit schouwen speelt zich af tijdens en in je gebed (ook al is je gebed misschien dor, donker en droog !). Het schouwen wordt zeer concreet wanneer we de eucharistie aanbidden en ontvangen; de Heer zichtbaar voor onze ogen, en in ons aanwezig. Maar in wezen vindt dit schouwen ook plaats in de omgang met je partner, je kinderen, je medezusters- of broeders, je kennissen, je collega's, de voorbijgangers op straat, de eenzame bejaarde achter de hoek, de armen, de zieken, de gevangenen, de eenzamen, de stervenden, ...Laat ons meegaan met de Heer, en zien.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, kom met uw Heilige Geest over ieder van ons, opdat wij zwanger mogen geraken van het verlangen uw Zoon te zien, Hem te volgen, in Hem te leven. Genees ons van onze ik-gerichtheid, doe ons kijken naar Hem, doe ons gaan naar al die plaatsen waar Hij U toont. En leer ons dan neer te buigen voor U, in Jezus’ naam, in een liefdevolle blijde aanbidding die ons zal aanzetten tot ware liefde; liefhebben in en vanuit uw Zoon. Oh Vader, raak ons aan doorheen uw Zoon. Om deze genade bidden wij U, in Christus. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.