Lezingen van de dag – woensdag 4 januari 2017

woensdag na 1 januaribijbel


Uit de eerste brief van Johannes 3, 7-10

Het kwaad is een realiteit in de wereld en in het leven van ieder. Waar echter goddelijk leven is door het geloof en het doopsel, mag en kan de zonde niet heersen.

Kinderen,,
laat niemand u misleiden: wie rechtvaardig leeft is een rechtvaardige, zoals ook Jezus rechtvaardig is, en wie zondigt komt uit de duivel voort, want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. De Zoon van God is dan ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen.
Wie uit God geboren is zondigt niet, want Gods zaad is blijvend in hem. Hij kán zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren.
Hieraan is te zien wie kinderen van God en wie kinderen van de duivel zijn: wie niet rechtvaardig leeft, komt niet uit God voort. Hetzelfde geldt voor wie zijn broeder of zuster niet liefheeft.

 

Psalm 98, 1 + 7 + 8 + 9

Refr.: Zing voor de Heer een nieuw lied.

Zing voor de Heer een nieuw lied: Drieeenheid_2
wonderen heeft Hij verricht.

Laat bruisen de zee en alles wat daar leeft,
laat juichen de wereld met haar bewoners.

Laten de rivieren in de handen klappen
en samen met de bergen jubelen.

Juich voor de Heer, want Hij is in aantocht
als rechter van de aarde.

Rechtvaardig zal Hij de wereld berechten,
de volken oordelen naar recht en wet.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 1, 35-42

Johannes de Doper wijst Jezus aan als de Messias, en verdwijnt zelf in de schaduw als zijn leerlingen Jezus beginnen te volgen. Jezus zelf brengt de leerlingen dààr waar zijn verblijf is: bij de Vader.

De volgende dag stond Johannes er weer met twee van zijn leerlingen. Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het Lam van God.’
De twee leerlingen hoorden wat hij zei en gingen met Jezus mee.
Jezus draaide zich om, en toen Hij zag dat ze hem volgden, zei Hij: ‘Wat zoeken jullie?’
‘Rabbi’, zeiden zij tegen Hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar logeert U?’
Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’
Ze gingen met Hem mee en zagen waar Hij onderdak had gevonden; het was ongeveer twee uur voor zonsondergang en ze bleven die dag bij Hem.
Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus.
Vlak daarna kwam hij zijn broer Simon tegen, en hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de Messias gevonden’ (dat is Christus, ‘gezalfde’), en hij nam hem mee naar Jezus.
Jezus keek hem aan en zei: ‘Jij bent Simon, de zoon van Johannes, maar voortaan zul je Kefas heten’ (dat is Petrus, ‘rots’).

Van Woord naar leven

‘Rabbi’, zeiden zij tegen Hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar logeert U ?’ Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’Meegaan en zien… dat is de oproep van vandaag.Meegaan betekent naar die plaatsen gaan waar de Heer vertoeft. Op de eerste plaats is dat thuis komen in ons eigen hart, daar waar de Heer zijn inwoning heeft, waar Hij bidt, leeft en ons zijn leven wil schenken. Thuiskomen in jezelf is niet enkel weet hebben van die goddelijke aanwezigheid, het is ook leven in het diepe verlangen verenigd te leven met Hem, één met Hem, door Hem opgenomen te zijn. Wie de vlam van dit verlangen brandend houdt mag zich zalig prijzen, want de Geest is in hem werkzaam; de Geest die ons doet verlangen naar die innige eenwording met de Heer. Vandaar het belang van stilte in je gebedsleven, om te kunnen komen tot die volledige toewending naar het komen van de Geest. Niet onbelangrijk !Het ‘zien’ waarover Jezus vandaag spreekt, is op de eerste plaats Hem aanschouwen, een soort heilig weten dat je tot het besef brengt dat je je op heilige grond begeeft omdat Hij is waar jij bent, mét zijn genadevolle aanwezigheid.Een bijzondere vorm van schouwen is het biddend ‘kijken’ naar Jezus’ aanwezigheid in de eucharistie. Deze vorm van gods-aanbidding is zo groots dat geen woorden kunnen verhalen wat de diepere betekenis van dit soort bidden inhoudt. Er stroomt zo’n genade uit van de eucharistische aanbidding, dat elk menselijk woord hierbij verstomt. Tenminste, ik slaag er niet in. Mijn mond verstilt wanneer ik hierover spreken wil.Maar laat ons nooit vergeten dat het biddend kijken naar en vertoeven bij de eucharistie, én het aanwezig zijn bij de medemens - bijzonder met dat wat broos is - in wezen over hetzelfde gaat. God kan je immers ook schouwen in de omgang met je partner, je kinderen, je medezusters- of broeders, je kennissen, je collega's, de voorbijgangers op straat, de eenzame bejaarde achter de hoek, de armen, de zieken, de gevangenen, de stervenden, ...Laat ons meegaan met de Heer, en zien. Ja, laat ons biddend God liefhebben, om van daaruit biddend de mens lief te hebben.In het gebed blijven, is immers de sleutel van het ware liefhebben.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God,prayingcreditshutterstockcom kom met uw Heilige Geest over ieder van ons, opdat wij zwanger mogen geraken van het verlangen uw Zoon te zien, Hem te volgen, in Hem te leven. Genees ons van onze ik-gerichtheid, doe ons kijken naar Hem, doe ons gaan naar al die plaatsen waar Hij U toont. En leer ons dan neer te buigen voor U, in Jezus’ naam, in een liefdevolle blijde aanbidding die ons zal aanzetten tot ware liefde; liefhebben in en vanuit uw Zoon. Oh Vader, raak ons aan doorheen Jezus. Wees ons genadig. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.