Lezingen van de dag – woensdag 8 okt 2019

 

woensdag in week 27 door het jaar


Uit het boek Jona 4, 1-11

Jona was naar Nineve getrokken om straffen aan te kondigen en hij ontdekt dat men zich bekeerd had. Hij zou het ne keer goed zeggen en nu is hij teleurgesteld dat het niet meer nodig is. God maakt hem duidelijk dat inkeer belangrijker is dan vermaningen.

Jona vond het besluit van de Heer heilloos en hij werd nijdig.
Hij bad tot de Heer: ‘Ach Heer, heb ik het niet gezegd toen ik nog thuis was? Daarom wilde ik naar Tarsis vluchten. Ik wist het wel: U bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid. Laat mij maar sterven, Heer: ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven.’
Maar de Heer zei: ‘Is het terecht dat je zo kwaad bent?’
Nadat Jona Nineve had verlaten, was hij aan de oostkant van de stad gaan zitten. Hij had er een hut gemaakt om in de schaduw af te wachten wat er met de stad zou gebeuren.Nu liet God, de Heer, een wonderboom opschieten om Jona schaduw boven zijn hoofd te geven en zijn ergernis te verdrijven. Jona was opgetogen over de plant.
Maar de volgende morgen, bij het aanbreken van de dag, liet God de plant door een worm aanvreten, zodat hij verdorde. En toen de zon opkwam, liet God een verzengende wind uit het oosten waaien; de zon brandde zo op Jona’s hoofd dat hij door de hitte werd bevangen. Hij bad om te mogen sterven: ‘Ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven.’
Maar God zei tegen Jona: ‘Is het terecht dat je zo kwaad bent over die plant?’
Jona antwoordde: ‘Ik ben verschrikkelijk kwaad, en terecht!’
Toen zei de Heer: ‘Als jij al verdriet hebt om die wonderboom, waar jij geen enkele moeite voor hebt hoeven doen en die jij niet hebt laten groeien, een plant die in één nacht opkwam en in één nacht verging, zou Ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen die het verschil tussen links en rechts niet eens kennen, en dan nog al die dieren?’

Psalm 86, 3 + 4 + 5 + 6 + 9 + 10

Refr.: Heer, U bent groot !

Wees mij genadig, Heer,
heel de dag roep ik tot U.

Verblijd het hart van uw dienaar,
naar U verlang ik, Heer.

U, Heer, bent goed en tot vergeving bereid,
uw trouw is groot voor ieder die U aanroept.

Hoor mijn gebed, Heer,
luister naar mijn smeken.

Alle volken, door U gemaakt,
komen en buigen zich, Heer, voor U
en prijzen uw Naam.

U bent groot, U doet wonderen,
U alleen bent God.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 11, 1-4

Lucas geeft een verkorte versie van het Onze Vader. Deze tekst bevat de kern van ieder gebed en van ieder christelijk leven. Het erkent de Vader zoals Christus deed, het vraagt om zijn Rijk en geeft de voornaamste voorwaarden om dit Rijk te vestigen: drie wegen waarlangs wij toegang hebben tot God.

Eens was Jezus aan het bidden, en toen Hij zijn gebed beëindigd had, zei een van zijn leerlingen tegen Hem: ‘Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.’
Hij zei tegen hen: ‘Wanneer jullie bidden, zeg dan: “Vader, laat uw naam geheiligd worden en laat uw Koninkrijk komen. Geef ons dagelijks het brood dat wij nodig hebben. Vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven iedereen die ons iets schuldig is. En breng ons niet in beproeving.”’

Van Woord naar leven

Toen Jezus zijn gebed beëindigd had vroegen zijn leerlingen Hem om hen te leren bidden. We weten niet of de leerlingen Jezus bezig zagen tijdens zijn gebed, we weten enkel dat ze weet hadden van zijn gebed. Vanuit dit zien, of weten, vragen ze Hem dus om bij Hem in de leerschool te mogen gaan wat bidden betreft.Van harte hoop ik dat in de jonge gezinnen de dag van vandaag gebeden wordt. En, en daar gaat het om, dat de kinderen dit zien of op z’n minst weten. Zodat ze dus weet hebben dat hun ouders biddende mensen zijn. En nog beter zou zijn dat de ouders met de kinderen bidden, zodat ze al doende leren.En als je kind op latere leeftijd ineens beslist om niet meer te bidden (laat een puber maar puberen), dan heeft het ten minste de herinnering dat zijn ouders baden, en dat ze dit nog doen. Die herinnering mogen we niet onderschatten. Vroeg of laat zal God hen onderdompelen in deze her-innering; zelfs zo dat het een bron wordt van genade voor die opgroeiende mens met al zijn vragen en twijfels; gedragen door het gebed van zijn ouders.Belangrijk is ook dat we af en toe spreken met elkaar over gebed, bijzonder met de jongeren. Niet om het kapot te praten, maar gewoon om dit thema ook af en toe binnen het gezinsgesprek aanwezig te brengen. Met kleine kinderen is dat niet moeilijk. Met pubers is dat al niet meer zo vanzelfsprekend. Maar onderschat de waarde niet van dit gesprek. Laat hen vooral uitspreken, hun mogelijke twijfels of ongeloof uiten. Oordeel niet over hun geloofsweg. Laat hen voelen dat ze altijd thuis bij hun ouders mogen komen op vlak van geloof, ook dus met hun mogelijke twijfels of vragen. Gezinswarmte is zo belangrijk inzake geloofsgesprek.Denk aan Thomas die niet in de verrijzenis van Jezus kon geloven voordat hij zijn vingers in Jezus’ wonden zou kunnen leggen. Maar midden zijn twijfel was hij wel opgenomen in de kring van de leerlingen die wel geloofden. Het is een mooi beeld van hoe we kunnen omgaan met zij die twijfelen of met vragen zitten.Mogen we als Kerk elkaar, bijzonder onze jongen gezinnen, en alle mensen in de wereld diep omarmen. In naam van de Heer, God lovend.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer God, beziel ons, volwassenen, met uw Geest van gebed, opdat we onze kinderen mogen leren bidden. Moge zij, met ons, U ontmoeten. Moge deze ontmoeting hen tot jonge mensen maken die weten waarover het leven gaat. Trek hen in uw liefde, oh Heer, versmelt hen met uw vrede, opdat ze mensen mogen worden die beeld en gelijkenis zullen zijn van U; daarom (nog) niet als heiligen, maar als mensen die U graag zien, en die met vallen en opstaan getuigen van uw liefdevolle aanwezigheid in deze wereld. Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.