Lezingen van de dag – zaterdag 13 mei 2017

zaterdag in de vierde paasweek


Uit de Handelingen van de Apostelen 13, 44-52

Voor de persoon van Jezus en voor zijn boodschap, moeten wij geloof opbrengen, ofwel uitvluchten zoeken om er niet op in te moeten gaan. De Joden in Antiochië, die geloven in de God van het Oude Testament, weigeren Christus, Zoon en gezondene van die God, te aanvaarden. De heidenen echter nemen het geloof aan in God én in de gezonden Zoon. Reeds hier wordt met het geloof van eenvoudigen gelachen, maar de vreugde van de heilige Geest kan men de gelovigen nooit ontnemen.

De volgende sabbat kwam bijna de hele stad bijeen om naar het woord van de Heer te luisteren.
Bij het zien van de mensenmenigte werden de Joodse leiders jaloers en begonnen ze de woorden van Paulus op godslasterlijke wijze verdacht te maken.
Maar Paulus en Barnabas zeiden onomwonden: ‘De boodschap van God moest het eerst onder u worden bekendgemaakt, maar aangezien u die afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig acht, zullen we ons tot de heidenen wenden. Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde.”’
Toen de heidenen dit hoorden, verheugden ze zich en spraken ze vol lof over het woord van de Heer, en allen die voor het eeuwige leven bestemd waren aanvaardden het geloof.
Het woord van de Heer verspreidde zich over de hele streek.
De Joden hitsten echter de vrome vrouwen uit de hogere kringen op, evenals de vooraanstaande burgers van de stad, en wisten hen zover te krijgen dat ze zich tegen Paulus en Barnabas keerden, zodat die uit het gebied werden verdreven.
Maar zij schudden het stof van hun voeten omdat ze niets meer met hen te maken wilden hebben en vertrokken naar Ikonium.
De achterblijvende leerlingen waren vervuld van vreugde en van de heilige Geest.

 

Psalm 98, 1-4

Refr.: Juich de Heer toe, heel de aarde.

Zing voor de Heer een nieuw lied:
wonderen heeft Hij verricht.

Zijn rechterhand heeft overwonnen,
zijn heilige arm heeft redding gebracht.

De Heer heeft zijn overwinning bekendgemaakt,
voor de ogen van de volken zijn gerechtigheid onthuld.

Hij heeft gedacht aan zijn liefde en trouw
voor het volk van Israël.

De einden der aarde hebben het gezien:
de overwinning van onze God.

Juich de Heer toe, heel de aarde,
juich en jubel, zing het uit.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 14, 7-14

Wanneer Jezus voor het laatst samen is met zijn apostelen richt Hij zich biddend tot zijn Vader. Hij overziet zijn opdracht. Het is de Vader die ze Hem gegeven had. Zijn Vader wil Hij aan de mensen leren kennen. Zelfs zijn eigen apostelen begrijpen dit niet.

Jezus sprak tot zijn leerlingen: ‘Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie Hem, want jullie hebben Hem zelf gezien.’
Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’
Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? Geloof je niet dat Ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als Ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij. Geloof me: Ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat Hij doet.
Waarachtig, Ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als Ik, en zelfs meer dan dat, Ik ga immers naar de Vader. En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal Ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal Ik het doen.’

Van Woord naar leven

Vandaag zegt Jezus: ‘Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’Wanneer we naar Jezus kijken zien we God die mens geworden is onder ons. In Jezus straalde Gods heerlijkheid. Zijn werken, zijn hele leven, waren daarvan het teken.Jezus vraagt ons te doen wat Hij gedaan heeft, en wel in zijn naam, dus verbonden en in eenheid met Hem. Wie in deze overgave kan leven wordt op zijn beurt een afstraling van de Vader, en toont, net zoals Jezus, de Vader aan de wereld.Dit kan maar wanneer Jezus de ziel mag zijn van je bestaan, van je gebed, van je doen en van je  laten, van je werken, je ontspanning, je rust,… ja, de ziel van héél je bestaan.Het komt erop neer een innige vriendschapsband met Jezus te hebben en deze te onderhouden; een vriend waartegen we alles kunnen zeggen, een vriend die op zijn beurt ook alles tegen ons màg ‘zeggen’, wetende dat die vriend Jezus is, God mensgeworden Woord. In die zin is Jezus wel een heel bijzondere vriend, en maakt het de vriendschap ook zeer bijzonder. Enig zelfs.Heel de dag door is die goddelijke vriend bij ons; wanneer we expliciet in gebed zijn, maar ook tijdens het ophangen van de was, tijdens onze praatjes met de buren, in de handelingen op ons werk, in de studie die we verrichten, in de rust tijdens de nacht, in de ziekte die we dragen, in de vrede of de woestijn van ons gebed, in de vreugde van onze relaties, in de blijheid van het zingen, in de geboorte van onze kinderen, en ja… ooit ook op ons sterfbed, en hopelijk lang daarna, tot in de eeuwigheid. Ja, nooit verlaat Jezus ons, trouw als Hij is in zijn vriendschap.Het komt erop neer die vriendschap, aangeboden uit de hemel, diep en warm te beminnen en te koesteren. Dat kunnen we wanneer we de vlam van het gebed levend houden, zowel tijdens ons expliciet gebed als tijdens de dingen die we doen. Het is Hem met je meedragen zoals je in en uitademt, voort-durend, als een vanzelfsprekendheid. Dit mag uiteraard af en toe zeer bewust, maar het kan en mag de grootste tijd van de dag ook een onbewust gebeuren zijn. Het is een stil onderhuids weten dat Hij er is; altijd en overal.Leef in Hem, zing in Hem, dans desnoods in Hem, maar bovenal: bemin in Hem. Het is je roeping. Geniet ervan, in de meest religieuze betekenis van het woord. Ja, heb deugd aan de vreugde van het liefhebben.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, kom in ons, til ons op in U, leef in ons. Neem bezit van ons als uw instrumenten opdat Gij uw werken moogt herhalen door ons heen. Dat wij op deze wijze met U een afstraling mogen zijn van Gods heerlijkheid. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.