Lezingen van de dag – zaterdag 5 maart 2016

ZATERDAG IN WEEK 3 VAN DE VASTENTIJD


Uit het boek Hosea 6, 1-6

In de boeteliturgie doet het volk beroep op God. Het bekeert zich ogenschijnlijk tot Hem, zonder echte Gods-dienst te bereiken. Een zuiver uitwendige eredienst, enkele riten en ceremoniën op zich, lijken niet voldoende. God verlangt vroomheid, liefde, in de diepe religieuze betekenis van het woord. En dat is zoveel meer dan welk offer ook.

Zo spreekt de Heer:
Kom, laten wij teruggaan naar de Heer !
Hij heeft ons verscheurd, Hij zal ons genezen; de hand die sloeg, zal ons verbinden.
Hij redt ons na twee dagen van de dood, de derde dag doet Hij ons opstaan: in zijn nabijheid zullen wij leven.
Dan zullen wij Hem kennen, ernaar jagen om de Heer te kennen.
Even zeker als de dageraad zal Hij komen, Hij komt naar ons als milde regen, als de lenteregen die de aarde drenkt.
Wat moet Ik met je beginnen, Efraïm? Wat moet Ik met je beginnen, Juda? Want jullie liefde is als een ochtendnevel, als dauw die ‘s morgens vroeg verdwijnt. Daarom heb Ik jullie gedood met de woorden die ik sprak, jullie neergehouwen door mijn profeten; zo brak het volle licht van mijn recht door.
Want liefde wil Ik, geen offers; met God vertrouwd zijn is meer waard dan enig offer.

 

Psalm 51, 3 + 4 + 18 + 19 + 20 + 21ab

Refr.: God, wees mij genadig.

Wees mij genadig, God, in uw trouw,
U bent vol erbarmen, doe mijn daden teniet.8c2da01e89b7383cc1506148b331c343

Was mij schoon van alle schuld,
reinig mij van mijn zonden.

U wilt van mij geen offerdieren,
in brandoffers schept U geen behagen.

Het offer voor God is een gebroken geest;
een gebroken en verbrijzeld hart zult U, God, niet verachten.

Wees Sion welgezind en schenk het voorspoed,
bouw de muren van Jeruzalem weer op.

Dan zult U de juiste offers aanvaarden,
offers in hun geheel verbrand.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 18, 9-14

Twee soorten mensen worden hier tegenover elkaar gesteld. De eerste keert zich bij zijn bidden in zichzelf, de tweede keert zich naar God. De Farizeeër kan door zijn valse gerechtigheid niet gerechtvaardigd worden. De tollenaar vindt door zijn nederigheid de weg naar genade en vergeving.

Met het oog op sommigen die zichzelf rechtvaardig vinden en anderen minachten, vertelde Jezus de volgende gelijkenis.
‘Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden, de een was een Farizeeër en de ander een tollenaar.
De Farizeeër stond daar rechtop en bad bij zichzelf: “God, ik dank U dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af.”
De tollenaar echter bleef op een afstand staan en durfde niet eens zijn blik naar de hemel te richten. In plaats daarvan sloeg hij zich op de borst en zei: “God, wees mij zondaar genadig.”
Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.’

Van Woord naar leven

Even zeker als de dageraad zal de Heer komen, Hij komt naar ons als milde regen, als de lenteregen die de aarde drenkt. Zo horen we vandaag in de eerste lezing uit het boek Hosea.De Heer komt als de dageraad... als milde regen... als lenteregen die de aarde drenkt... Prachtige woorden.Vraag is of ons hart die bodem is waar de Heer zijn lenteregen in kan doen neerstromen; zijn regen die ons hart vruchtbaar zal maken opdat onze ziel doordrenkt van Gods aanwezigheid het lied van de liefde kan zingen doorheen al wat we doen en laten.God je dageraad laten zijn… het is het hart van je gebed. Hij is je ochtendgloren, je zonsopgang, Hij die in je komt, en blijft.Laten we zeggen, met ziel en lichaam: niet ik, maar Gij.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer God,Dauw-stck.xchng_ wees Gij de zon van ons bestaan, het licht van ons leven, de milde regen voor onze ziel, het hart van onze liefde. Trek ons in uw zijn opdat wij in ons leven U mogen tonen, uw schoonheid mogen bezingen. Kom Heer Jezus, kom. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.