Lezingen van de dag – zaterdag 7 januari 2017

zaterdag na 1 januari


Uit de eerste brief van Johannes 5, 14-21

God verhoort het gebed van wie zich eerlijk en in geloof tot Hem wendt. Johannes spoort daarom de christenen aan tot het gebed. Zij moeten echter bidden als kinderen van God en niet in zonde leven. Dit verdiept hun inzicht in de kennis van de waarachtige God.

Vrienden,
wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat Hij naar ons luistert als we Hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. En omdat we weten dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we Hem gevraagd hebben.
Als iemand zijn broeder of zuster een zonde ziet begaan die niet tot de dood leidt, moet hij voor hem of voor haar bidden en zo de zondaar het leven geven. Dit geldt wanneer er sprake is van een zonde die niet tot de dood leidt. Er bestaat ook zonde die wel tot de dood leidt. In dat geval geldt mijn aansporing om te bidden niet.
Alle kwaad is zonde, maar niet elke zonde leidt tot de dood.
We weten dat iemand die uit God geboren is niet zondigt. De Zoon, die uit God geboren werd, beschermt hem, zodat het kwaad geen vat op hem heeft. We weten dat wij uit God voortkomen, terwijl de hele wereld in de macht is van hem die het kwaad zelf is.
We weten ook dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de Waarachtige te kennen. En wij zijn in de Waarachtige, omdat we in zijn Zoon Jezus Christus zijn. Hij is de ware God, Hij is het eeuwige leven.
Kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden.

 

Psalm 149, 1-6a + 9b

Refr.: Zing voor de Heer een nieuw lied !

Zing voor de Heer een nieuw lied,
roem Hem te midden van zijn getrouwen. Drieeenheid_2
Laat Israël verheugd zijn over zijn machtige Maker,
het volk van Sion juichen om zijn Koning.

Laten zij dansend zijn Naam loven,
bij lier en tamboerijn voor Hem zingen.
Ja, de Heer vindt vreugde in zijn volk,
Hij kroont de vernederden met de zege.

Laten zijn getrouwen juichen in triomf,
nog jubelen als zij te ruste gaan,
met lofzang voor God uit hun kelen.
Dat is de glorie voor al zijn getrouwen.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 2, 1-12

Te Kana doet Jezus het eerste wonder van zijn openbaar leven: een teken voor het geloof. Het wijnwonder brengt overvloedige zegening over het liefdeverbond van twee mensen; maar het is ook een openbaring van Jezus’ messiaanse zending en heerlijkheid.

Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd.
Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen Hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’
‘Wat wilt u van me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’
Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is.’
Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete.
Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’
Ze vulden ze tot de rand.
Toen zei Hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.’
Dat deden ze. En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde (hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel) riep hij de bruidegom en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’
Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste wonderteken; Hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in Hem.
Daarna ging Hij naar Kafarnaüm, met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen, en daar bleven ze een paar dagen.

Van Woord naar leven

Maria sprak tot de bedienden: ‘Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is.’Eigenlijk zijn het woorden die we voortdurend tot onszelf moeten zeggen: 'Ik ga doen wat Jezus zegt, wat het ook is'.Hebben jullie dat ook soms, dat je in situaties komt dat je zeer goed aanvoelt wat de liefde vraagt, maar dat je het om een of andere reden toch maar niet doet. Bij mij gebeurt dat vaak. Niets om fier op te zijn. Ik hoop dat ik niet alleen ben. Ik vraag me dan af hoe dat komt. Daar geraak ik niet altijd uit. Ik denk vooral luiheid, egoïstisch gedrag. Enfin, wat er ook van zij, feit is dat ik op die moment de liefde niet bemind hebt, op de vraag naar liefde niet ben ingegaan. Wat jammer is.Als ik fiets (ik fiets graag en veel) kan ik doorgaans goed bidden, en dan zeg ik soms tegen Jezus: ‘Ik heb er weer niet veel van gebakken, terwijl je me zo dikwijls gevraagd hebt lief te hebben’. Het mooie is dan de ervaring van Jezus in je te weten die je ten diepste omhelst met Gods barmhartigheid. Soms moet ik dan een traan wegpinken van ontroering, wat zo is God. Het is niet omdat wij ontrouw zijn aan de liefde, dat Hij ontrouw is aan ons. Nee, Hij is trouw, ook al zijn wij dat niet, of zijn wij lui in de liefde. Dit besef zet me dan weer aan me opnieuw te engageren voor Hem. Tot ik weer afglijd … maar goed, het is hier geen biecht.Het is merkwaardig dat we diep in onszelf de duisternis soms meer koesteren dan het licht. We houden vast aan praktijkjes waarvan we weten dat ze eigenlijk niet zo best zijn. Een mens kan soms koppig zijn hoor, echt hardnekkig in zijn eigenaardigheden. Soms zijn we echte ezels. Maar ik troost me dan aan de gedachte dat het een ezel was die Jezus bracht naar Jeruzalem. En dan bid ik of ik dat ezeltje mag zijn en Hem mag dragen naar de mensen mij gegeven.Morgen gedenken en vieren we de drie koningen. Laten we zoals hen naar de Heer toegaan, onszelf aanbiedend aan Hem, om meer en meer werkelijk en trouw te kunnen doen waar Maria ons vandaag toe uitnodigt, namelijk te doen wat Hij ons zegt, wat het ook is.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus, heart-1166557_640 leer ons God van harte te beminnen. Leer ons gehoor te geven aan wat Gij vraagt. Leer ons U zo te ontvangen opdat wij van U mogen leren en in U mogen leven. Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.