Lezingen van de dag – zaterdag 7 mei 2016

zaterdag in de zesde paasweek


Uit de Handelingen van de Apostelen 18, 23-28

In een geloofsgemeenschap is elke gelovige verantwoordelijk voor de verkondiging van de evangelische boodschap. Apollos was een leek, die zich deze verantwoordelijkheid heel bewust werd.

Toen Paulus enige tijd in Antiochië had doorgebracht, vertrok hij voor een rondreis door Galatië en Frygië, waar hij alle leerlingen moed insprak.
Intussen arriveerde er in Efeze een uit Alexandrië afkomstige Jood, die Apollos heette. Hij was een ontwikkeld man, die goed onderlegd was in de Schriften. Hij had onderricht gekregen in de Weg van de Heer en verkondigde geestdriftig de leer over Jezus, die hij zorgvuldig uiteenzette, ook al was hij alleen bekend met de doop zoals Johannes die had verricht. In de synagoge begon hij nu vrijmoedig het woord te voeren. Toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen ze hem terzijde en legden hem uit wat de Weg van God precies inhield.
Toen hij naar Achaje wilde afreizen, moedigden de leerlingen hem aan en gaven hem een brief mee voor de gemeenteleden met het verzoek hem gastvrij te ontvangen. Na zijn aankomst bleek hij door Gods genade een grote steun te zijn voor de gelovigen, want hij slaagde erin de Joden in het openbaar in het ongelijk te stellen door op grond van de Schriften aan te tonen dat Jezus de messias is.

 

Psalm 47, 2 + 3 + 8 + 9 + 10

Refr.: Koning is God over heel de aarde.

Klap in de handen, o volken,
juich God toe met jubelzang.Resurrection-Icon

Geducht is de Heer, de Allerhoogste,
machtige koning van heel de aarde.

God is koning van heel de aarde,
zing een feestelijk lied.

God heerst als koning over de volken,
God zetelt op zijn heilige troon.

De vorsten van de volken zijn bijeen
in het gevolg van Abrahams God.

Zijn schildwachten zijn ze op aarde.
Hoog is Hij verheven.

 

Uit het evangelie volgens Johannes 16, 23b-28

Het behoren tot het christendom is geen vrijgeleide voor menselijk succes, voor macht in deze wereld. Jezus beloofde ons wèl een diepe inwendige vreugde, namelijk door zijn verrijzenis getuige te kunnen zijn van de geboorte van een nieuwe wereld.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Wat je de Vader ook vraagt in mijn naam; Hij zal het je geven. Tot nu toe hebben jullie niets in mijn naam gevraagd, maar vraag het en je zult het ontvangen. Dan zal je vreugde volmaakt zijn.
Ik heb jullie dit alles in beelden verteld, maar er komt een tijd dat Ik niet meer in beelden spreek, maar jullie zonder omwegen over de Vader vertellen. Als je dan iets vraagt in mijn naam, hoef Ik het niet meer namens jullie aan de Vader te vragen, want de Vader zelf heeft jullie lief, omdat jullie mij liefhebben en geloven dat Ik van God ben gekomen.
Ik ben bij de Vader vandaan gegaan en naar de wereld gekomen, nu verlaat Ik de wereld weer en ga Ik terug naar de Vader.’

Van Woord naar leven

Toen Paulus enige tijd in Antiochië had doorgebracht, vertrok hij voor een rondreis door Galatië en Frygië, waar hij alle leerlingen moed insprak.Paulus sprak hen moed in. Hoe hij dat precies deed... dat weten we niet. Waar we wel mogen van uitgaan is dat hij op zo'n wijze met hen moet gesproken hebben dat ze weer diep gemotiveerd waren om hun nieuwe weg (ja, voor hen was het allemaal nieuw !) met hart en ziel, en diep te gaan.Ik zou met u willen nadenken over het volgende: Hoe spreken wij elkaar moed in als het gaat over de weg waartoe we geroepen zijn te gaan... Hoe moedigen we elkaar aan de boodschap van het evangelie echt consequent te beleven...Mensen vinden het doorgaans moeilijk om dit gesprek te voeren. Waarom ? Dat weet ik eigenlijk niet. Misschien omdat het over zoiets dieps gaat, iets innigs, iets heel persoonlijks... ik weet het niet.Zelf ga ik dat gesprek wel eens aan met mijn collega's. Ik werk in een rusthuis en ik heb collega's van allerlei pluimage, met zeer verschillende achtergronden, opleidingen, en zelfs religies. Ja, er werken nogal wat moslima's bij ons ook. Wat me opvalt is dat je er met moslims doorgaans beter over kunt praten dan de christenen. Raar maar waar. Ik vermoed omdat dit komt doordat moslims de thuispraktijk inzake gebed en vasten sterker onderhouden dan de doorsnee christenen... Dat is gewoon een feit.Maar goed, los daarvan, denk ik dat het belangrijk is dat je in het gesprek de goede woorden gebruikt. Geen oordeel, aandachtig luisterend, en... (nu komt het), het gesprek zo voerend dat je de juiste snaren bespeelt die in hen iets wakker maakt. Wanneer je bijvoorbeeld praat over het gebed (bij moslims altijd een goede insteek, omwille van het feit dat de meesten dit zeer trouw vijf maal daags doen), dan kun je vanuit de praktijk van hun bidden voorzichtig de vraag stellen: 'En heb je het gevoel dat je tijdens je bidden ook werkelijk God ontmoet? Heb je de ervaring dat je ten diepste voor Gods aangezicht staat tijdens je gebed? Ervaar je dat Hij je aanraakt?' Het zijn vragen die ons doen stilstaan bij het wezen van ons bidden, ver voorbij de praktijk van ons gebed en of je wel of niet trouw bent aan je dagelijks gebed. Men ervaart hier een diepgang in het gesprek dat in hen iets wakker maakt, dat hen zelfs in een zekere vreugde brengt omdat men ten diepste aanvoelt dat je hier praat over het hart van hun religieus bezig zijn.Praten over het gebed is een voorbeeld. Maar er zijn tal van onderwerpen: vergeving, stervensbegeleiding, eeuwig leven, mystiek, roeping, Kerk, enz...Ik denk dat er, meer dan we vermoeden, een ongelofelijke dorst is naar dergelijke gesprekken. Het zijn gesprekken die mensen weer doen verlangen, motiveren, doen nadenken over de diepere dingen des levens. Of om het met het woord uit de eerste lezing van vandaag te zeggen: het spreekt mensen 'moed' in.We mogen de zaken ook niet stuk praten. Teveel praten is ook niet goed. Maar het 'goede gesprek' voeren... ja, daar is dorst naar, echt waar.Ook dat is kerk zijn.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God,22a1915828cf25bf24584e27e43fa473 geef dat wij mogen delen in de liefde van Jezus, opdat wij warme getuigen mogen zijn van uw aanwezigheid, van uw vrede en liefde. Moge de heilige Geest ons de juiste houding geven, de goede woorden, en vooral dat warme hart dat ons doet spreken tot elkaar over U. Ja, moge de Geest ons hiertoe aanzetten en ons hierin begeleiden. Kom heilige Geest, verteer ons in de liefde van de Vader. In Christus naam, amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.