Lezingen van de dag – zondag 19 juni 2016

12e zondag door het jaar – C


Uit de profeet Zacharia 12, 10-11

Na de vervolging van en de moord op zovele profeten, staat er nu een profeet op die door zijn sterven de bekering bewerkt van allen die hun hoop en hun geloof op Hem hebben gesteld: de Messias.

Zo spreekt de Heer:
‘Het huis van David en de inwoners van Jeruzalem zal Ik vervullen met een geest van mededogen en inkeer. Ze zullen zich weer naar Mij wenden, en over degene die ze hebben doorstoken, zullen ze weeklagen als bij de rouw om een enig kind; hun verdriet zal zo bitter zijn als het verdriet om een oudste zoon.
Op die dag zal men in Jeruzalem zo luid weeklagen als er in de vlakte van Megiddo wordt geweeklaagd om Hadad–Rimmon.’


Psalm 63, 2-6 + 8-9

Refr.: Heer, aan U ben ik gehecht, met heel mijn ziel.

God, U bent mijn God, U zoek ik,
naar U smacht mijn ziel,
naar U hunkert mijn lichaam Drieeenheid_2
in een dor en dorstig land, zonder water.

In het heiligdom heb ik U gezien,
uw macht en majesteit aanschouwd.
Uw liefde is meer dan het leven,
mijn lippen zingen uw lof.

U wil ik prijzen, mijn leven lang,
roepend uw Naam, de handen geheven.
Dan wordt mijn ziel verzadigd met uw overvloed,
jubel ligt op mijn lippen, mijn mond zal U loven.

U bent altijd mijn hulp geweest,
ik juichte in de schaduw van uw vleugels.
Ik ben aan U gehecht, met heel mijn ziel,
uw rechterhand houdt mij vast.


Uit de brief van Paulus aan de Galaten 3, 26-29

Alle gedoopten zijn op dezelfde wijze verenigd met Christus. In Hem zijn zij allen kinderen van God. Daarin ligt de basis voor een volstrekte gelijkheid en een radicale eenheid onder de mensen. Deze erfenis, eerst door God aan Abraham beloofd, schenkt Jezus voortaan aan elke gelovige.

Broeders en zusters,
door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God.
U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed.
Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen; u bent allen één in Christus Jezus.
En omdat u Christus toebehoort, bent u nakomelingen van Abraham, erfgenamen volgens de belofte.

 
Alleluia.images

Gezegend de koning die komt,
in de naam van de Heer !
Vrede in de hemel en eer in de hoge.

Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 9, 18-24

Aan de leerlingen, die er langs Petrus toe kwamen om zijn goddelijke zending te belijden, openbaart Jezus zijn komend Pasen. Allen, die na hen in Christus geloven, moeten weten dat zij geroepen zijn de Heer te volgen tot in de dood.

Toen Jezus eens aan het bidden was en alleen de leerlingen bij Hem waren, stelde Hij hun de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’
Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, maar anderen zeggen Elia, en weer anderen beweren dat een van de oude profeten is opgestaan.
Hij zei tegen hen: ‘En wie ben Ik volgens jullie?’
Petrus antwoordde: ‘De door God gezonden messias.’
Hij beval hun op strenge toon dat tegen niemand te zeggen.
Hij zei: ‘De Mensenzoon zal veel moeten lijden en door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden worden verworpen en gedood, maar op de derde dag zal Hij uit de dood worden opgewekt.’
Tegen allen zei Hij: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen. Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden.

Van Woord naar leven

De overweging van vandaag is van de hand van Frans Mistiaen, sjWij staan vandaag stil bij de vraag van de Heer: "Wie zegt gij dat Ik ben?" Het is een vraag gesteld aan Petrus, dus aan de Kerk, dus aan ieder van ons. Op elk keerpunt van ons leven, bij elke diepe levenservaring, bij elke ingrijpende verandering stelt de Heer ons opnieuw de vraag: "Wie ben Ik eigenlijk voor u?" En dat is niet zozeer een vraag of wij weten wie Jezus theoretische, theologisch is. Het is vooral een vraag naar onze concrete relatie tot Hem: "Wilt gij u voor mij engageren, op dit moment waar gij nu staat?"Petrus meent het goede antwoord te hebben en zegt: "Voor mij, Heer, zijt Gij de Christus, dat betekent: de Messias, de Gezalfde van God, de Redder." Maar Jezus doorziet de dubbelzinnigheid van deze benaming. Want, welke soort "Redder" bedoelt Petrus? En welke methode van bevrijding stelt hij zich daarbij voor? Voor velen - en blijkbaar ook nog voor Petrus - betekende "de Christus, de Messias" een zeer aardse bevrijder, een politieke leider, meer bepaald - gezien de toestand van Palestina - de bevrijder van de Romeinse bezetter. En de methode die men zich voorstelde was: het veroveren van de politieke macht.Nu is Jezus geen bevrijder, die onze aardse verlangens, hoe terecht die ook zijn, inwilligt. Hij komt niet uit de hemel neer om hier voor ons iets op te knappen. De christelijke God wil zich nooit in de plaats zetten van onze menselijke verantwoordelijkheid. Jezus is op een heel andere manier "Redder". Met volledig respect voor onze vrijheid is Hij de innerlijke, uitnodigende liefdekracht, die het hart van elke mens bezielt en inspireert, en zo de wereld van binnenuit wil vernieuwen.Jezus wil onze Bevrijder zijn, niet door spectaculaire uiterlijke ingrepen, wel door zijn stille liefdekracht die onze medewerking vraagt en nodig heeft. Daardoor is zijn methode ook zo heel anders dan verwacht. Niet de methode van de macht en het geweld, maar wel de weg van de weerloze liefde. Als God zich vooral zou tonen in macht en majesteit, overweldigend, dan zou Hij toch wel grotendeels het vrije antwoord van de mens verhinderen. De weerloosheid van Jezus is een beter teken dat God Liefde wil zijn zonder dwang, die ons tot een antwoord uitnodigt en onze vrije overgave mogelijk laat. Ons engageren voor Jezus, betekent dus, Hem volgen in Zijn methode van weerloosheid, en niet kiezen voor de wet van het recht van de sterkste.Jezus noemt het "zijn kruis opnemen, dragen". Dat wil niet zeggen dat de christenen het lijden moeten zoeken. Het lijden is er. Het leven zelf brengt voldoende tegenkantingen, beperktheden, onmacht, zelfs lijden mee. Elk huisje heeft zijn kruisje. Neen, Jezus vraagt niet dat wij het lijden zouden opzoeken. Dat zou mensonwaardig en religieus hoogmoedig zijn. Maar echte liefde brengt altijd mee dat wij onszelf achteruit stellen, ons eigenbelang vergeten en dienstbaar anderen laten voorgaan. Dat is het lijden dat wij op ons te nemen hebben.De Heer vraagt ons vandaag dat wij de pijn van de zelfverloochening die de liefde vraagt, zouden "dragen", elke dag. Dragen! d.w.z. niet ontvluchten en ook niet loom voortslepen. Er niet wanhopig onder gebukt gaan. Maar de pijn die wij ondervinden, torsen, er onze schouder, nog beter ons hart, durven onder steken, dragen met de kracht van een liefdevolle overgave.Ons lijden dragen als een kruis betekent, zoals Jezus, ondanks onze weerloosheid, vol vertrouwen blijven, vol overgave, vol vergevensgezindheid, zo liefdevol en dienstbaar mogelijk, zelfs bij alles wat ons overkomt.De eigenlijke vraag van vandaag is dus of wij ons voor Jezus willen engageren, ook in zijn methode van weerloosheid. En, mensen, indien wij soms zouden menen dat dit kruis ons te zwaar wordt, laat ons dan maar goed beseffen dat wij, die de Heer volgen, achteraan lopen, maar dat Hij vooropgaat en het zwaarste deel van ons kruis torst met de liefde van zijn hart.Ja, aan die Redder durven wij ons toevertrouwen. “Gij, Heer, Gij zijt de Christus, mijn Redder, ook vandaag!”Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,2755369349_61c8c34180_b ook aan ons vraagt Gij vandaag: 'Wie zegt gij dat Ik ben ?' Geef dat wij U in waarheid mogen antwoorden en dat ons antwoord een innige ontmoeting mag inhouden met U. Trek ons zowel in de vraag als het antwoord in de brand van uw liefde, in het vuur van uw kruisgenade, in het licht van uw opstanding, opdat ons leven innig één mag worden met U; Gij, onze broeder en Heer. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.