Lezingen van de dag – zondag 23 dec 2018

4e zondag in de advent – C


Uit de profeet Micha 5, 1-4a

De Messias-Koning zal komen uit een dorp zonder groots verleden. Uit een bescheiden vrouw zal de Herder der volkeren geboren worden. Gods macht openbaart zich in kleine mensen. Maria zal Hem, die de hemelen niet kunnen omvatten, in haar schoot dragen.

Dit zegt de Heer:
‘Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer.
Totdat de vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard, worden zijn broeders aan hun lot overgelaten. Daarna zullen wie er nog over zijn terugkeren naar de andere Israëlieten.
Hij zal aantreden en hen als een herder weiden, bekleed met de macht van de Heer, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam.
Zij zullen veilig wonen, want hij zal heersen tot aan de einden der aarde, en hij brengt vrede.’

 

Psalm 80, 2 + 3 + 15 + 16 + 18 + 19

Refr.: Heer God, laat uw kracht ontwaken.

Hoor ons, herder van Israël,
die Jozef leidt als een kudde.
U die troont op de cherubs,
verschijn in luister aan Efraïm, Benjamin en Manasse.

Laat uw kracht ontwaken, kom, en red ons.
God van de hemelse machten, keer U tot ons,
kijk neer uit de hemel en zie,
bekommer U om deze wijnstok,
de stek die uw hand heeft geplant,
het kind dat U zelf hebt grootgebracht.

Leg uw hand op uw beschermeling,
het mensenkind dat U hebt grootgebracht.
Dan zullen wij niet van U wijken.
Laat ons leven, en wij roepen uw Naam.

 

Uit de brief van Paulus aan de Hebreeën 10, 5-10

Enkele dagen voor Kerstmis herinnert de brief aan de Hebreeën er ons aan dat onze Redder een menselijk lichaam had, en dat Hij leefde op het ritme van het hart van een mens. Dit lichaam heeft Hij overgeleverd aan het kruis. Zijn hart heeft hij ingezet om de wil te doen van de Vader. Zo is Christus de volmaakte hogepriester, de bron van onze heiliging.

Broeders en zusters,
als Christus in de wereld komt, zegt Hij tot de Vader: ‘Offers en gaven hebt U niet verlangd, maar U hebt mij een lichaam gegeven; brand– en reinigingsoffers behaagden U niet. Toen heb Ik gezegd: “Hier ben Ik”, want dit staat in de boekrol over mij geschreven: “Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen.”’
Eerst zegt Hij: ‘Offers en gaven hebt U niet verlangd, brand– en reinigingsoffers behaagden U niet’ – daarmee bedoelt Hij de offers die volgens de wet worden gebracht.
Dan zegt Hij: ‘Hier ben Ik, Ik ben gekomen om uw wil te doen’, waarmee Hij het eerste opheft om het tweede van kracht te doen zijn.
Op grond van die wil zijn wij voor eens en altijd geheiligd, door het offer van het lichaam van Jezus Christus.

 

Alleluia.

Zie de dienstmaagd van de Heer,
mij geschiede naar uw woord.

Alleluia.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 1, 39-45

David danstte voor de ark van God. Johannes schoot op in de schoot van zijn moeder bij het bezoek van Maria. Zij is de ark van het nieuwe verbond, zij droeg de Messias in haar schoot. De komst van God beantwoordt aan de verwachting van de mensheid . Wanneer wij in geloof openstaan voor de Belofte wordt deze ontmoeting bron van heil.

In die dagen reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette.
Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld met de heilige Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’

Van Woord naar leven

De overweging van vandaag is van de hand van Frans Mistiaen, sjTwee vrouwen in blijde verwachting ontmoeten elkaar. Wat moet daar allemaal niet verteld zijn? Hun gesprek moet hoopvol geweest zijn, toekomstgericht, maar ook realistisch bekommerd over de heel alledaagse ongemakken. Vrouwen in verwachting leven in hoop en bezorgdheid, in vertrouwen en onzekerheid tegelijk. Een beetje zoals velen onder ons die zich in deze week afvragen: "Hoe zal ik de Kerstavond doorbrengen, na wat er dit jaar in het gezin is gebeurd? Zouden al de kinderen komen?" Meer dan eender wie ervaren Maria en Elisabeth die mengeling van vertrouwen en vrees. Zij hopen een kind te mogen verwachten, maar het is tegen alle menselijke redelijkheid in: want de éne "heeft nog geen man bekend", zoals de Schrift zegt, en de andere is al wat te oud.Geloven vraagt ook van ons: durven verwachten dat er iets nieuws kan gebeuren in wat, menselijkerwijze gezien, onmogelijk is. Ons geloof is steeds vermengd met twijfels, want wij laten ons leiden door onze ervaringen uit het verleden, door onze ontgoochelingen, onze mislukkingen, onze weigeringen. Geloven is durven hopen dat een nieuw leven, een nieuwe liefde mogelijk is te midden van en ondanks de veroudering, de sleet, de verstarring of het ongeloof.Twee kinderen worden verwacht: Johannes, de laatste profeet van het Oude Testament, de wegbereider van de Messias. Hij vertegenwoordigt de hoop van heel onze mensengeschiedenis, die steeds op weg is en die uitkijkt naar verlossing. En Jezus, "Jeshouah", "God die ons redt", de reddende kracht van God zelf.En het is Maria die op bezoek gaat bij Elisabeth. Het is dus eigenlijk Jezus die naar Johannes toe komt. Het is God die het initiatief neemt om onze mensenwereld binnen te treden. Gods reddingskracht ontmoet de hopende mensheid. "Wij, die onderweg en op zoek zijn en vol verwachting uitkijken naar redding, wij mogen het weten: Onze redding is nabij. Een nieuwe David, een vredevorst voor allen wordt binnenkort geboren." Gods liefde neemt ook dit jaar weer het initiatief.Laten wij in deze dagen voor Kerstmis dan toch maar niet vergeten dat die God, die Vredebrenger, ook dit jaar weer in onze wereld komt als een kleine mens. Gods vrede en Gods liefde komen steeds bij ons binnen op een manier die zo hoopvol en zo nieuw is, maar ook zo kwetsbaar en zo broos als de geboorte van een kind. Zou dat ons niet veel leren over de manier waarop wij best omgaan met diegenen die ook met ons meestappen op onze weg, de kleineren en de zwakkeren? Het moet ons in ieder geval elk jaar verwonderen dat God bij zijn komst in onze wereld niet op de eerste plaats aanklopt bij de industriemagnaten of de grootbankiers, bij de machthebbers of de verantwoordelijken, maar dat Hij een eenvoudige jonge vrouw aanspreekt, die ontvankelijk is. "Zalig zij die geloofd heeft!"Geloof heeft niet veel te maken met passief afwachten, maar veel meer met actief alert zijn zodat wij onderscheiden waar we dienstbaar kunnen zijn. Maria voelt aan waar nood is en zij gaat op reis, door het bergland, om haar nicht Elisabeth te helpen. Zij wacht niet tot men het haar vraagt, maar zij voorkomt de vraag en neemt zelf het initiatief. Echt geloof blijft nooit eenzaam, blijft nooit steriel, maar gaat op zoek naar de andere en wordt vruchtbaar door concrete hulp. Laten wij dan niet vergeten dat God ook dit jaar onze wereld binnenkomt langs de stille dienstbaarheid van gelovige kleinen: van ons dus, als wij doen zoals die verpleegster die wat blijft zitten bij het bed van een eenzame zieke, of zoals die jonge kerel die regelmatig met de gehandicapten gaat zwemmen, of zoals die grootmoeder die wekelijks haar kleinkind opvangt.Gods komst in onze wereld verwekt een innige vreugde, die alle onzekerheid overstijgt. Hier gaat het dan niet over een oppervlakkig gevoel van jolijt of over een "kick", maar over de intense, diepe vreugde van mensen die niet op zichzelf gericht zijn, maar open en aandachtig staan voor anderen. Echte vreugde is immers steeds de vrucht van "zichzelf geven". Laten wij het maar eens nagaan bij onszelf: Is het gevoel van leegheid en zinloosheid dat ons soms bekruipt, niet dikwijls het gevolg van wat te weinig behulpzaamheid of echte zorgzaamheid voor anderen op één of ander domein?Mensen, wij moeten terug op weg, met spoed, als het nodig is door een moeilijk berglandschap, naar Elisabeth, naar onze naastbestaanden, om te helpen! Zo kan onze Liefdegod ook dit jaar weer in onze wereld komen.Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, geef ons de vreugde als gevolg U in ons te dragen, U te ontmoeten in onze medemens. Waaraan hebben wij het te danken dat Gij naar ons toekomt... Aan niets... En toch komt Gij, als een stroom van liefde dat ons hele zijn vervult en bepaalt. Help ons U welkom te heten. Onze wereld heeft zo'n nood aan uw vrede. Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.