Lezingen van de dag – zondag 5 februari 2017

5e zondag door het jaar – A


Uit de profeet Jesaja 58, 7-10

‘Dan breekt je licht als de dageraad …’

Dit zegt de Heer:
‘Is vasten niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen?
Dan breekt je licht door als de dageraad, je zult voorspoedig herstellen. Je gerechtigheid gaat voor je uit, de majesteit van de Heer vormt je achterhoede.
Dan geeft de Heer antwoord als je roept; als je om hulp schreeuwt, zegt Hij: ‘Hier ben Ik.’ Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant, de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij, wanneer je de hongerige schenkt wat je zelf nodig hebt en de verdrukte gul onthaalt, dan zal je licht in het donker schijnen, je duisternis wordt als het licht van het middaguur.’

 

Psalm 112, 4-9

Refr.: De rechtvaardige komt nooit ten val.

Hij straalt voor de oprechten als licht in het duister,
genadig, liefdevol en rechtvaardig.

Goed gaat het wie genadig is en vrijgevig,
wie zijn zaken eerlijk behartigt.

De rechtvaardige komt nooit ten val,
men zal hem eeuwig gedenken.

Voor een vals gerucht zal hij niet vrezen,
hij is standvastig en vertrouwt op de Heer.

Standvastig is zijn hart en zonder vrees.
Aan het eind ziet hij zijn vijanden verslagen.

Gul deelt hij uit aan de armen,
zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd,
hij zal stijgen in aanzien en eer.

 

Uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 2, 1-5

‘Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus–de gekruisigde.’

Broeders en zusters,
toen ik bij u kwam om u het geheim van God te verkondigen, beschikte ook ik niet over uitzonderlijke welsprekendheid of wijsheid. Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus–de gekruisigde. Bovendien kwam ik bij u in al mijn zwakheid en was ik angstig en onzeker. De boodschap die ik verkondigde overtuigde niet door wijsheid, maar bewees zich door de kracht van de Geest, want uw geloof moest niet op menselijke wijsheid steunen, maar op de kracht van God.

 

Alleluia.

Uw woorden, Heer,
zijn geest en leven;
uw woorden zijn woorden
van eeuwig leven.

Alleluia.

 

Uit het evangelie volgens Matteüs 5, 13-16

‘Jullie zijn het licht in de wereld’

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt.
Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.’

Van Woord naar leven

Jezus roept op licht en zout te zijn voor elkaar. Niet enkel voor hen die ons goed liggen, maar voor allen; ook voor hen dus waartoe we niet onmiddellijk de neiging hebben snel contact mee te willen maken. Zout en licht voor allen !Het is diepmenselijk, bijna instinctmatig, dat een mens onderscheid maakt tussen hen die hij graag ziet en hen die hij minder graag ziet. We moeten ons niet heiliger voordoen dan we zijn; onderscheid maken en beleven leeft bij ons allemaal. Het is bijna – zou je kunnen zeggen – een natuurlijke eigenschap die bij de mens hoort. Maar de mens is meer dan een louter biologisch wezen dat leeft vanuit zijn natuurlijke instincten. God is er ook nog; Hij die vraagt het puur instinctmatige te overstijgen.God vraagt om te delen in zijn liefde, en daarvoor moet de mens inderdaad zijn louter biologische gegevenheid met alle natuurlijke instincten overstijgen. Daarvoor is de mens gemaakt. Daartoe is hij ook in staat. Dit laatste behoort tot het wezen van de schepping aan ons mensen; namelijk dat wij zo in elkaar zitten dat wij, mensen, in staat zijn, onze louter biologische neigingen te overstijgen. Niet uit eigen wilskracht, maar door de genade Gods, door zijn hulp. Zonder Hem, zonder zijn Geest, zal het ons niet lukken, en zullen we steeds terugplooien op ons ikje los van Hem.Prachtig toch hoe de mens geschapen is !!Maar dit heeft dus ook gevolgen, of beter gezegd: het heeft, of vraagt, zijn consequenties. Wie God toelaat in zijn leven, wie gelovig begrijpt dat hij Gods genade nodig heeft om zijn louter biologisch ikje te overstijgen, wie zich te ruste kan leggen en zich kan geven aan deze genade, zal de innerlijke roep ervaren licht en zout te moeten zijn voor de wereld. Hij zal gewaar worden dat hij een missionaire opdracht in zich meedraagt: namelijk bouwer te zijn van Gods rijk door een leven te leiden getekend door Gods liefde, en wel vanuit de aanwezigheid van God in zijn Zoon Jezus Christus; een leven van ik voor de ander, en wel uit liefde, en in dienst, van God. Het is het verticale omzetten in het horizontale doorheen gebed voor de wereld, en goede daden.Lieve mensen, laten we ons bewust zijn van onze roeping. Laten we leven met de diepe gemeende glimlach van God, met een liefde altijd gericht naar de ander, getekend door trouw, samenwerking, moed en tederheid.Laat ons op de eerste plaats biddende mensen zijn; mensen met zin voor mystiek. Het is immers maar vanuit onze overgave aan de Heer dat we in staat zullen zijn op een goede manier zout en licht te zijn voor de wereld waarin we leven. Hij met ons, in ons, door ons. Moge de heilige Geest hierbij onze leidsman zijn. Amen.kris
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, moge uw Geest ons hart bezielen, opdat we in overgave aan uw Zoon, zout en licht zouden zijn voor de wereld waarin we leven. Dat ieder mag leven door te drinken van uw liefde. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.