Lezingen van de dag – dinsdag 18 aug 2020

 

dinsdag in week 20 door het jaar


Uit de profeet Ezechiël 28, 1-10

Mensen hebben zich altijd graag op een verhoging geplaatst. De koning van Tyrus bezweek ook voor deze verleiding. Zijn hart was hoogmoedig en hij had zichzelf tot god gemaakt. De profeet Ezechiël trekt er op af om hem tot de realiteit terug te brengen. God doet dit trouwens met alle hoogmoedigen.

De Heer richtte zich tot mij:
‘Mensenkind, zeg tegen de vorst van Tyrus: “Dit zegt God, de Heer: Je bent hoogmoedig geworden, je hebt gezegd: ‘Ik ben een god, ik zit op een godentroon, midden in zee.’ Je achtte jezelf een god gelijk, terwijl je een mens bent, en geen god. Je denkt wijzer te zijn dan Daniël, geen mysterie blijft voor je verborgen! Door je wijsheid en inzicht ben je welvarend geworden en heb je je schatkamers met goud en zilver gevuld. Door je grote wijsheid en je handelsgeest heb je je rijkdom nog vergroot, maar die rijkdom heeft je ook hoogmoedig gemaakt.
Daarom, zegt God, de Heer, omdat je jezelf een god gelijk acht, zal Ik vreemde volken op je afsturen, de wreedste van alle, die met hun zwaarden al je schitterende wijsheid zullen vernietigen en je van je luister zullen beroven. Ze zullen je het graf in drijven, je zult een gewelddadige dood sterven, in het hart van de zee.
Zul je blijven zeggen: ‘Ik ben een god!’ als je oog in oog staat met je moordenaars? Wanneer je in de macht bent van hen die je zullen doden, zal blijken dat je een mens bent, en geen god. Je zult de dood van een onbesnedene sterven, door de hand van vreemdelingen. Ik heb gesproken – zo spreekt God, de Heer.”’

 

Deut. 32, 26 + 27 + 28 + 30 + 35cd + 36ab

Refr.: De Heer zal zijn volk recht doen.

Ik zou hen wel willen wegvagen,
elke herinnering aan hen willen uitwissen.

Maar Ik vrees de hoon van hun vijanden.
Die zullen immers de feiten verdraaien.

Ze zullen de overwinning voor zichzelf opeisen
en de hand van de Heer daarin ontkennen.

Zo kortzichtig zijn die vijanden,
het ontbreekt hun aan elk begrip.

Want de dag van hun ongeluk is nabij,
hun noodlot komt onafwendbaar op hen af.

Want de Heer zal zijn volk recht doen,
Hij ontfermt zich weer over zijn dienaren.

 

Uit het evangelie volgens Matteüs 19, 23-30

Het is altijd verleidelijk geweest zich te gaan hechten aan bezittingen en daarmee een aardse woonplaats te bouwen. Jezus wijst zijn volgelingen op dit gevaar. Zo’n gehechtheid maakt mensen blind voor de juiste perspectieven. Wij worden er vandaag op gewezen dat aardse waarden slechts relatief zijn.

Jezus wendde zich tot zijn leerlingen: ‘Ik verzeker jullie: slechts met grote moeite zal een rijke het koninkrijk van de hemel binnengaan. Ik zeg het jullie nog eens: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het Koninkrijk van God binnen te gaan.’
Toen de leerlingen dit hoorden, waren ze hevig ontzet en vroegen: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’
Jezus keek hen aan en antwoordde hun: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk.’
Daarop vroeg Petrus: ‘Wij hebben alles achtergelaten en zijn U gevolgd. Waar kunnen wij naar uitzien?’
Jezus zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: wanneer de tijd aanbreekt dat alles vernieuwd wordt, wanneer de Mensenzoon in zijn majesteit zal zetelen op zijn troon, zullen ook jullie die Mij gevolgd zijn plaatsnemen op de twaalf tronen en rechtspreken over de twaalf stammen van Israël. En ieder die broers of zusters, vader, moeder of kinderen, akkers of huizen heeft achtergelaten omwille van Mijn naam, zal het honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan het eeuwige leven. Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.’

Van Woord naar leven

Net na zijn aanstelling tot paus in 2013, zei paus Franciscus volgende woorden: 'De Kerk moet terug naar haar roots, haar rijkdommen afwerpen en zich concentreren op de arme. Ik wil zo graag een arme Kerk, voor de armen.'Het zijn woorden die klinken als een diepe heimwee naar verschillende oproepen uit het evangelie waar Jezus vraagt vanuit Gods liefde te delen met mensen die minder hebben. De eerste christengemeenschappen, de jonge Kerk zeg maar, leefden ook zo. Als je dan de geschiedenis inkijkt van de Kerk, maar ook naar de individuele gelovigen, dan hoef je er geen tekening bij te maken om te weten hoe dikwijls dit fout gelopen is. We moeten daar gewoon eerlijk in zijn.De heilige Johannes Chrysostomus (5e eeuw) wikkelde er geen doekjes om: 'Wilt u het lichaam van Christus eren? Negeer Hem niet als Hij naakt is. Bewijs Hem in zijde gekleed geen eer in de tempel, om Hem daarna weer buiten staand te negeren, waar Hij het koud heeft en slecht gekleed is. Hij die zei: "Dit is mijn lichaam" is dezelfde die zei: "Je zag dat Ik hongerig was en je hebt mij geen eten gegeven", en "Wat u de geringste van mijn broeders heeft aangedaan, heeft U ook mij aangedaan" Wat heb je eraan als de eucharistietafel is overladen met gouden kelken, als je broeder is gestorven van de honger? Begin ermee zijn honger te stillen om daarna met wat overblijft het altaar te versieren.'Johannes Chrysostomus heeft veel geschreven en gezegd rond dit thema. De leestip van vandaag wijdt daar aandacht aan; voor wie wat meer wil lezen.Jezus zegt ons vandaag: 'Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het Koninkrijk van God binnen te gaan.' Laten we als kerkgemeenschap, maar ook als lokale religieuze gemeenschap, en ieder individueel, kiezen voor de armen. Zo zullen we niet enkel onze hemel verdienen, maar zullen we vooral Gods liefde belichaamd hebben, waartoe het evangelie oproept. krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus, mogen wij als kerkgemeenschap, in uw kielzog, en met U verenigd, kiezen voor de armen, opdat ons leven een belichaming mag zijn van Gods goedheid voor allen. In uw naam. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.