Lezingen van de dag – donderdag 30 jan 2020

 

donderdag in week 3 door het jaar


Uit het tweede boek Samuël 7, 18-19 + 24-29

Het gebed van David is gebouwd op het model van alle bijbelse gebeden. David is dankbaar voor alles wat God voor zijn volk heeft gedaan. Hij is dankbaar voor alles wat God blijft doen. Zijn bede is dat dit volk zou trouw blijven zodat de rijke zegen van God altijd op hen zou rusten.

Koning David ging het heiligdom binnen, nam plaats voor de Heer en bad:
‘Wie ben ik, Heer, mijn God, wat is mijn familie, dat u mij zo ver hebt gebracht? En alsof dat nog niet genoeg was, Heer, mijn God, hebt u ook gesproken over de toekomst van mijn koningshuis. Moge dit de mensheid tot wet worden gesteld, Heer, mijn God
Welnu, Heer, mijn God, houd U dan ook aan de belofte die U aan mij en mijn koningshuis hebt gedaan en doe uw woord voor altijd gestand. Dan zal uw naam voor altijd in ere worden gehouden en zal men zeggen: “De Heer van de hemelse machten is God over Israël”, en dan zal het koningshuis van uw dienaar David altijd standhouden.
U, Heer van de hemelse machten, God van Israël, hebt aan uw dienaar onthuld dat U voor mij een huis zult bouwen. Daarom durf ik dit gebed tot U te richten.
U, Heer, mijn God, hebt me zo’n grootse toekomst beloofd. U alleen bent God, uw woorden zullen zeker in vervulling gaan.
Welnu, zegen dus mijn koningshuis opdat het altijd standhoudt. Dat hebt U, Heer, mijn God, immers beloofd. Moge het koningshuis van uw dienaar voor altijd door U gezegend zijn.’

 

Psalm 132, 1-5 + 11-14

Refr.: De Heer heeft David trouw gezworen.

Blijf David gedenken, Heer,
en alles wat hij heeft doorstaan,
omdat hij de Heer had gezworen,
de Machtige van Jakob had beloofd
‘Ik zal mijn tent niet binnengaan
noch mij te ruste leggen op mijn bed,
mijn ogen niet overgeven aan de slaap
noch mijn wimpers aan de sluimer,
voordat ik een plaats vind voor de Heer,
een woning voor de Machtige van Jakob.’

De Heer heeft David trouw gezworen,
en zijn belofte neemt hij niet terug:
‘Een van je nazaten
laat ik je troon bestijgen.
Houden je zonen zich aan mijn verbond,
aan de richtlijnen die Ik hun geef,
dan zullen ook hun zonen voor altijd
zetelen op je troon.’

De Heer heeft Sion verkozen
en als woonplaats begeerd:
‘Dit is, voor altijd, mijn rustplaats,
hier verlang Ik te wonen.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 4, 21-25

‘De maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden.’

Jezus sprak tot de menigte:
‘Je steekt toch geen lamp aan om hem onder de korenmaat te laten uitdoven of onder een bed weg te bergen? Nee, je zet hem op een standaard.
Alles wat verborgen is, moet openbaar worden gemaakt, en alles wat in het geheim is ontstaan, moet aan het licht komen.
Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren!’
Hij zei ook tegen hen: ‘Let goed op wat je hoort: met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden, en er zal je zelfs meer worden toebedeeld.
Want wie heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen.’

Van Woord naar leven

'Je steekt toch geen lamp aan om hem onder de korenmaat te laten uitdoven of onder een bed weg te bergen? Nee, je zet hem op een standaard.'Ook al heeft ieder huisje zijn kruisje, en dragen wij allemaal ons eigen leed, in wezen is het leven wonder-schoon. En als onze samenleving de dag van vandaag naar iets dorst heeft, dan is het naar dat 'zien' van dat wonder-schone.Wij als christenen kunnen hierbij een belangrijke bijdrage in leveren. Het evangelie is immers een 'blijde' boodschap, wat wil zeggen dat zij niet enkel in blijheid kan beleefd worden, maar ook hen blij kan maken die de vruchten plukken van hen die leven naar het evangelie.Zien de mensen aan ons dat God ons bevrijd heeft in Christus?  Zien ze in onze daden, in de keuzes die we maken, in onze gemeenschapsbeleving, in de manier waarop wij mensen ontmoeten, dat het christendom in wezen een bevrijdend gebeuren is? Ziet de wereld aan onze wijze van leven dat de Kerk een vreugdevolle boodschap in zich draagt?Niet dat we heel de dag door met een soort opgeklopte zoete glimlach moeten rondlopen. Maar men mag wel aan ons zien dat we leven vanuit een werkelijkheid die ons in de diepte 'blij' maakt; een die ons van binnenuit stuwt, die ons doet liefhebben van binnen naar buiten, zonder schijnbaar ophouden.We mogen delen in de verrijzenisvrede van Christus. Niet enkel door dit gebeuren in gedachten te dragen als een soort principe waar we naar leven, maar wel degelijk als een genade die Christus in ons hart legt belevend in het leven van elke dag. Wie leeft in deze genade zal een vrede-vol mens zijn. Hij zal deze vrede dragen, én uitdragen.En ja, dat mag gezien worden. Dat heeft niets met hoogmoed te maken, maar integendeel: met liefde en nederigheid.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus, mogen wij, verinnigd in U, Gods licht zijn in deze wereld. In uw naam. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.