Lezingen van de dag – donderdag 30 juli 2020

 

donderdag in week 17 door het jaar


Uit de profeet Jeremia 18, 1-6

Jeremia herneemt hier het vertrouwde beeld van het boek Genesis: de mens is als leem in de hand van de pottenbakker. Zoals de leem kan de mens niet ontsnappen aan de boetserende handen van God. Al het is het beeld nadien door anderen vervangen, het onderlijnt zeker dat het initiatief met de mens bij God ligt.

De Heer richtte zich tot Jeremia:
‘Ga naar de werkplaats van een pottenbakker, daar zal Ik laten horen wat Ik je te zeggen heb.
Ik ging naar een werkplaats, waar een pottenbakker juist op zijn draaischijf aan het werk was. Als de pot die hij maakte mislukte, begon hij opnieuw en vormde hij de klei tot een andere pot, precies zoals hij zich die had voorgesteld.
De Heer zei: ‘Volk van Israël, Ik kan met jullie hetzelfde doen als die pottenbakker – spreekt de Heer. Immers, jullie zijn in mijn handen als klei in de handen van een pottenbakker.’

 

Psalm 146, 2-6

Refr.: Gelukkig wie de God van Jacob tot hulp heeft.

De Heer wil ik loven, zolang ik leef,
mijn God bezingen zolang ik besta.

Vertrouw niet op mensen met macht,
op een sterveling bij wie geen redding is.

Stokt zijn adem, hij keert terug tot de aarde,
op die dag gaat hij met zijn plannen ten onder.

Gelukkig wie de God van Jakob tot hulp heeft,
wie zijn hoop vestigt op de Heer, zijn God.

God, die hemel en aarde heeft gemaakt,
de zee en alles wat daar leeft,
Hij die trouw is tot in eeuwigheid.

 

Uit het evangelie volgens Matteüs 13, 47-53

De parabel over het net handelt over de veroordeling van de slechten. Dit zal pas gebeuren op het einde der tijden. God laat hen alle kans om zich nog te bekeren. Hiermee eindigt de reeks parabels van Matteüs over het koninkrijk. Hij toonde er in hoe het Oude Verbond zijn voltooiing vond in het nieuwe.

Jezus sprak tot de menigte:
‘Het is met het koninkrijk van de hemel als met een sleepnet dat in een meer werd geworpen en waarmee allerlei soorten vis werden gevangen. Toen het net vol was, trok men het op de oever en ging men zitten om de goede vis in kuipen te doen; de slechte vis werd weggegooid. Zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld: de engelen zullen erop uittrekken en de kwaadwilligen van de rechtvaardigen scheiden, en ze zullen hen in de vuuroven werpen, waar ze zullen jammeren en knarsetanden.
Hebben jullie dit alles begrepen?’
‘Ja’, antwoordden ze.
Hij zei hun: ‘Zo lijkt iedere schriftgeleerde die leerling in het koninkrijk van de hemel is geworden op een huismeester die uit zijn voorraadkamer nieuwe en oude dingen te voorschijn haalt.’
Toen Jezus deze gelijkenissen had uitgesproken, verliet Hij die plaats.

Van Woord naar leven

'Jullie zijn in mijn handen als klei in de handen van een pottenbakker', zo horen we de Heer vandaag zeggen doorheen de profeet Jesaja.God is de pottenbakker, wij zijn de klei. Wij zijn geroepen om ons te geven aan het scheppende werk van de pottenbakker. Zo zullen we die pot, of dat beeldje, worden zoals de pottenbakker het gewild heeft.Het verschil met echte klei is dat de mens ‘nee’ kan zeggen: ‘nee’ tegen het werk van God in jezelf. Wij hebben de vrijheid om van Hem weg te lopen, onze eigen weg te gaan los van Hem, ons leventje zelf in handen te nemen alsof God niet bestaat.Het zou jammer zijn moesten we vergeten dat God met ieder van ons een bepaalde weg wilt gaan. In zijn liefde wilt Hij dat wel degelijk. Hij wilt het met ieder van ons persoonlijk, alsook met de Kerk als gemeenschap, alsook met de hele mensengemeenschap.Moesten we met z'n allen het klaarspelen God God laten zijn... wat zouden onze samenlevingen mooi zijn; plekken waar het goed is om te leven, en wel voor ieder. Maar het menselijk ego wint het dikwijls op Gods bedoeling.Ja, de vrijheid die God aan de mens gegeven heeft... het is wat. Hij heeft er een heel risico mee genomen. Maar hij kon en kan niet anders. Het is immers in de gegeven vrijheid dat wij onze liefde kunnen tonen, ons aan Hem te schenken; Hem de pottenbakker laten zijn. Dit kan enkel in vrijheid.Laten we onze vrijheid niet misbruiken. Moge ze integendeel een bedding zijn die ons doet kiezen voor God. Ja, laat God God zijn. Hij de fluitspeler, wij de fluit. Hij de schilder, wij het penseel. Hij de pottenbakker, wij de klei in zijn handen.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus, klei was je in de handen van je Vader, Hij boetseerde je naar zijn liefde opdat je de wereld zou tonen wat het betekent te leven in Gods wil. Heer, trek ons in de brand van uw liefde, opdat wij U volgend, verenigd met U, mogen doen wat God van ons vraagt. Kom Jezus, kom,  voltrek in ons het wonder van uw liefde. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.