Lezingen van de dag – maandag 25 nov 2019

 

maandag in de laatste week door het jaar


Uit het boek Daniël 1, 1-6 + 8-20

Trouw zijn aan hun overtuiging in een vreemd milieu is voor vele mensen niet zo belangrijk. Hiertegenover staat het voorbeeld van de vier jonge Israëlieten waaronder Daniël die aan het hof van een vreemde koning toch uitkomen voor hun overtuiging.

In het derde regeringsjaar van Jojakim, de koning van Juda, trok Nebukadnessar, de koning van Babylonië, op naar Jeruzalem en belegerde de stad.
De Heer leverde Jojakim, de koning van Juda, aan hem uit en gaf hem een deel van de voorwerpen van Gods tempel in handen. Hij nam ze mee naar Sinear, naar de tempel van zijn eigen god, en liet ze daar in de schatkamer zetten.
De koning gaf het hoofd van zijn eunuchen, Aspenaz, opdracht een aantal Israëlieten van koninklijke en voorname afkomst naar zijn paleis te brengen. Het moesten jongemannen zonder lichamelijke gebreken zijn, aantrekkelijk om te zien, rijk aan kennis, ontwikkeld en met een scherp verstand, en bovendien geschikt om aan het hof te dienen. Aspenaz moest hen onderwijzen in de geschriften en de taal van de Chaldeeën.
De koning wees hun een dagelijkse hoeveelheid toe van de spijzen en de wijn van zijn tafel. Na drie jaar onderricht zouden ze in dienst van de koning treden.
Onder hen waren enkele Judeeërs: Daniël, Chananja, Misaël en Azarja.
Daniël was vastbesloten zich aan de reinheidsvoorschriften te houden en hij vroeg de hoofdeunuch toestemming zich van de spijzen en de wijn van de tafel van de koning te onthouden. God zorgde ervoor dat de hoofdeunuch Daniël gunstig gezind was.
Toch zei de hoofdeunuch tegen hem: ‘Ik ben bang voor mijn heer, de koning; hij heeft bepaald wat jullie zullen eten en drinken, en als hij vindt dat jullie er slechter uitzien dan jullie leeftijdsgenoten zal hij mij daarvoor verantwoordelijk stellen.’
Daarop richtte Daniël zich tot de kamerheer die de hoofdeunuch aan hem en aan Chananja, Misaël en Azarja had toegewezen: ‘Neem de proef op de som en laat uw dienaren tien dagen alleen groente eten en water drinken. Vergelijk ons uiterlijk daarna met dat van de jongemannen die de koninklijke spijzen eten, en beslis dan over uw dienaren op grond van wat u ziet.’
De kamerheer ging op het voorstel in en gaf hun tien dagen.
Aan het eind van de tien dagen zagen zij er gezonder en beter doorvoed uit dan alle jongemannen die de koninklijke spijzen voorgezet hadden gekregen. Dus diende de kamerheer hun geen koninklijke spijzen en wijn meer op, maar gaf hij hun alleen nog groente.
En God schonk de vier jongemannen wijsheid, kennis en verstand van alle geschriften; bovendien was Daniël bij machte alle mogelijke visioenen en dromen uit te leggen.
Toen de door de koning vastgestelde tijd verstreken was, leidde de hoofdeunuch alle jongemannen voor Nebukadnessar.
De koning sprak met hen, en niemand kon zich met Daniël, Chananja, Misaël en Azarja meten. Zij traden in dienst van de koning.
En over welke kwestie van wijsheid of inzicht de koning hen ook raadpleegde, hij vond hen tien keer zo voortreffelijk als alle magiërs en bezweerders in heel zijn rijk.

 

Daniël 3, 52-56

Refr.: U wil ik loven, Heer, met heel mijn hart.

Geprezen bent U, Heer, God van onze voorouders,
geloofd en verhoogd in eeuwigheid.

Geprezen is uw heilige en luisterrijke Naam,
geprezen, geloofd en verhoogd in eeuwigheid.

Geprezen bent U in uw heilige en luisterrijke tempel,
geprezen, bezongen en verheerlijkt in eeuwigheid.

Geprezen bent U, die afgronden peilt en op de cherubs troont,
geloofd en verhoogd in eeuwigheid.

Geprezen bent U op de troon van uw koninkrijk,
geprezen, bezongen en verhoogd in eeuwigheid.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 21, 1-4

Christenen mogen hun zekerheid niet zoeken in rijkdom, macht of prestige. De behoeftige weduwe geeft hiervan een prachtig voorbeeld. Zij offert van wat zij nodig heeft, zij geeft wat zij heeft. Wij geven vaak alleen maar van het overbodige. Dat wat betreft geld of materiële goederen. Maar hoe staat het met ons ‘zijn’… Zijn we bereid ons helemaal te geven aan God, of krijgt Hij enkel maar een deeltje…

Toen Jezus opkeek, zag Hij hoe rijken hun giften in de offerkist kwamen werpen.
Hij zag ook dat een arme weduwe er twee muntjes in gooide, en Hij zei: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer gegeven dan alle anderen. Want de anderen hebben iets van hun overvloed geofferd, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze nodig had voor haar levensonderhoud.’

Van Woord naar leven

Jezus prijst de arme weduwe omdat ze alles gaf wat ze nodig had voor haar levensonderhoud, terwijl de rijken iets gaven van hun overvloed. Het mag duidelijk zijn dat Jezus de weduwe prijst in haar persoon, maar zijn prijzen gaat veel verder. Hij prijst namelijk een houding die Hem erg dierbaar is: àlles geven.Vraag is wie hier de eigenlijke rijke is. In het licht van Christus is dat ongetwijfeld de weduwe. Ze is rijk omdat ze geeft, veel geeft, alles geeft. Ze geeft zichzelf, en wel helemaal. Christus zal zich enige tijd later ook totaal geven, en wel voor ieder van ons. Met Pasen tot gevolg.En dàt is nu precies wat Hij ook van ons vraagt: dat we geven, veel geven, alles geven; dat we onszelf geven, ook met Pasen tot gevolg.Wie het klaarspeelt zichzelf totaal aan Christus te schenken, zal een ongehoorde vrijheid ervaren diep in hemzelf. Hij zal niet enkel zijn ware identiteit ontdekken, maar hij zal zich opgenomen weten in Gods Drie-ene Liefde, om deze te schenken aan Kerk en wereld. Ja, hij zal leven in het Pasen van Christus, en hij zal deze vrede uitdragen.Is dit een ver-van-ons-bed-gebeuren ? Nee, dit hoeft het echt niet te zijn. Allen, ieder van ons, is geroepen deze weg te gaan. En heel dikwijls, bijna altijd, gaat dat over hele kleine dingen. Dikwijls ook in het verborgene. Wanneer we opstaan, mogen we dat met Hem doen, en dus in zijn liefde. Wanneer we bidden, zingen, stil zijn,… mogen we dat met Hem doen, en dus in zijn liefde. Wanneer wij onze kinderen wekken, mogen we dat met Hem doen, en dus in zijn liefde. Wanneer we ontbijten, mogen we dat met Hem doen, en dus in zijn liefde. Wanneer we uit werken gaan, met tram of fiets, mogen we dat met Hem doen, en dus in zijn liefde. Wanneer we ons laten verzorgen, mogen we dat doen met Hem, en dus in zijn liefde. Alles, ja in alles kunnen we ons schenken aan Hem.Het evangelie gaat over uw leven, over mijn leven. Het gaat over vandaag, over de mensen die we vandaag ontmoeten, over de dingen die we vandaag gaan doen, én laten. Ja, het evangelie gaat over ons leven; vandaag, morgen, overmorgen.En als het gisteren weer eens arm was... Ach, loop niet onnodig gebukt, maar kijk vooruit, richting God. Open je hart voor Hem. Vraag vergeving indien nodig, en richt je naar Hem, laat je omhelzen door zijn barmhartigheid en omhels Hem op jouw beurt.En leef. De dag (de Heer) wacht op je.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede Jezus, kom met uw heilige Geest in ons. Schenk ons de liefde en de nederigheid ons aan U te schenken. Zo kunt Gij met ons al weldoende rondtrekken en genadevol werkzaam zijn deze wereld. Trek ons in de brand van uw liefde, en maak ons innig één met U. Alle dagen van ons leven. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.