Lezingen van de dag – maandag 26 december 2016

Stefanus, eerste martelaarbijbel

feest

Licht en donker, goed en kwaad, liggen in ons leven vaak niet ver uiteen. Onmiddellijk na het hoogfeest van Kerstmis, confronteert de kerk ons met het droeve tafereel van de marteldood van Stefanus. Alleen een consequent geloof zoals dat van Stafanus kan die tweestrijd in ons overwinnen. Net als Saulus, zijn ook wij vaak passieve toeschouwers die het kwaad laten woekeren en gebeuren. Gelukkig is er de goddelijke barmhartigheid die ons deze zonde wil vergeven.


Uit de Handelingen van de Apostelen 6, 8-10 + 7, 54-60

Ik zie de hemel geopend.

Stefanus verrichtte dankzij Gods genade en kracht grote wonderen en tekenen onder het volk.
Enkele leden van de synagoge van de Vrijgelatenen, waartoe ook Joden uit Cyrene en Alexandrië behoorden, evenals Joden uit Cilicië en Asia, kwamen echter in verzet en begonnen met hem te redetwisten, maar ze konden niet op tegen zijn wijsheid en tegen de heilige Geest die hem bezielde.
Toen ze hem hoorden, ontstaken ze in woede en begonnen te knarsetanden.
Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond, en hij zei: ‘Ik zie de hemel geopend en de Mensenzoon, die aan Gods rechterhand staat.’
Maar ze schreeuwden en tierden, hielden hun handen voor hun oren en stormden met zijn allen op hem af. Ze dreven hem de stad uit om hem te stenigen.
De getuigen gaven hun mantel in bewaring bij een jongeman die Saulus heette.
Terwijl Stefanus gestenigd wer