Lezingen van de dag – maandag 7 sept 2020

maandag in week 23 door het jaar


Uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 5, 1-8

Bepaalde immorele levensbeschouwingen kunnen niet samengaan met echt christelijk leven. De gemeenschap moet hierover waken. Zij mag niet dulden dat mensen met immorele praktijken binnen het Lichaam van Christus, de Kerk, een plaats blijven opeisen. Dit is niet hetzelfde als hard zijn, maar enkel zorgen dat het zuurdeeg van het christendom niet wordt aangetast door verderfelijke praktijken.

Broeders en zusters,
het is algemeen bekend dat er een geval van ontucht bij u is dat zelfs bij de heidenen niet voorkomt: er is iemand die met de vrouw van zijn vader leeft. En u blijft maar trots op uzelf. Zou u niet eerder geschokt en bedroefd moeten zijn en degene die dit doet uit uw midden moeten verwijderen?
Wat mijzelf betreft, in persoon ben ik afwezig, maar in de geest ben ik aanwezig; en alsof ik bij u was, heb ik in de naam van onze Heer Jezus de man die dit doet al veroordeeld. Wanneer u en ik dus in de geest bij elkaar zijn, en de kracht van onze Heer Jezus bij ons is, moet u die persoon aan Satan uitleveren. Dan gaat zijn huidige bestaan verloren, opdat hij zal worden gered op de dag van de Heer.
U hebt geen enkele reden om zo zelfvoldaan te zijn.
Weet u niet dat al een beetje desem het hele deeg zuur maakt? Doe de oude desem weg en wees als nieuw deeg. U bent immers als ongedesemd brood omdat ons pesachlam, Christus, is geslacht. Laten we daarom het feest niet vieren met de oude desem van kwaad en ontucht, maar met het ongedesemde brood van reinheid en waarheid.

Psalm 5, 5 + 6 + 7 + 10

Refr.: Geleid mij langs veilige wegen, maak effen het pad dat ik ga.

U bent een God
die zich niet verheugt in het kwaad,
bij U is de misdaad niet welkom.

Gewetenlozen houden geen stand
onder de blik van uw ogen.
U haat allen die onrecht doen.

Leugenaars richt U te gronde.
U verafschuwt, Heer,
wie bedriegt en bloed vergiet.

Onwaarheid komt uit hun mond,
onheil huist in hun hart,
een open graf is hun keel,
gespleten is hun tong.

Uit het evangelie volgens Lucas 6, 6-11

Wetten zijn er voor het welzijn van de mensen. Wie de wetten toepassen, hebben niet altijd oog voor deze grondbeginselen en nemen soms maatregelen om de wetten te beschermen. Interpretatie van de wet mag natuurlijk geen willekeur worden. Maar als wij allen een eerlijke poging doen om de mens te zien achter de wetten, leven wij evangelisch.

Op een sabbat ging Jezus naar de synagoge, waar Hij onderricht gaf. Daar was ook iemand met een verschrompelde rechterhand.
De schriftgeleerden en de Farizeeën letten op Hem om te zien of Hij op sabbat iemand zou genezen, want dan zouden ze Hem op grond daarvan kunnen aanklagen.
Maar Hij wist wat ze van plan waren en zei tegen de man met de verschrompelde hand: ‘Sta op en kom in het midden staan.’ Dat deed de man.
Jezus zei tegen de Farizeeën en schriftgeleerden: ‘Ik vraag u of men op sabbat goed mag doen of kwaad, of men een leven mag redden of verloren laten gaan.’
Nadat Hij hen een voor een had aangekeken, zei Hij tegen de man: ‘Strek uw hand uit.’
Dat deed hij en er kwam weer leven in zijn hand.
De schriftgeleerden en de Farizeeën raakten bijna buiten zinnen en begonnen onderling te overleggen wat ze met Jezus zouden doen.

Van Woord naar leven

Jezus zei tegen de man met de verschrompelde hand: ‘Sta op en kom in het midden staan.’

Wat een innerlijke warme deugd moeten deze woorden van Jezus aan deze man hebben gedaan: ‘Sta op, kom in het midden staan’.

Hoeveel mensen lopen er vandaag niet rond met verschrompelde handen, verschrompelde harten, verschrompelde gewetens, verschrompelde relaties,… Zoveel!

Als christen komt het erop aan de gekwetste mens te willen zien. Je kan er namelijk ook voor kiezen hem niet te willen zien. Da’s niet moeilijk. Het is gewoon de andere kant opkijken. Maar dan gaan we voorbij aan onze roeping. Of anders gezegd: dan gaat de Kerk voorbij aan haar zending.

We mogen namelijk nooit vergeten dat de Kerk gezonden is in de wereld te leven, te werken, met haar gemeenschap te vormen. En het heeft geen enkele zin als christen blind in de wereld aanwezig te zijn. Nee, we moeten aanwezig zijn met geopende ogen, ziende, niet wegkijkend. En dan je hart laten spreken, vanuit Christus die in je woont. Je zal niet anders kunnen dan naar de ander gaan. Je zult het ervaren als een stuwing van binnenuit, als een heilige plicht waarvan je niet anders kan dan haar vervullen.

Gisteren las ik nog bij Henk-Jan Hoefman: ‘Barmhartigheid groeit op in jezelf, maar wordt volwassen in de ander, van mens tot mens.’ Zo is dat. Het groeit op in jezelf, vanuit een kiem in je gelegd. Deze kiem koesteren en verzorgen, zodat het beste in jezelf naar boven komt. De sleutel ligt bij de medemens, bij de ander die bedelt om liefde.

Heel bewust heb ik bij het Bijbelcitaat van vandaag een beeltenis gekozen waar Jezus zicht toont als een bedelaar, met de stigmawonden in de handpalm. Christus aanwezig zien in de lijdende medemens… een oproep op zich!

Jezus zei tegen de man met de verschrompelde hand: ‘Sta op en kom in het midden staan.’ Hebben we oog, net als Jezus in het evangelie van vandaag, voor zij die op welke wijze ook verschrompeld door het leven gaan? Laten we onze handen uitstrekken, ons hart openen, zeggende: ‘Kom, kom in het midden staan.’

Dat is evangelie live.

kris

Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,
trek ons in de brand van uw liefde, opdat wij naar allen mogen gaan die vanbinnen op een of ander manier verschrompeld door het leven gaan. Geef ons dan diezelfde liefdevolle blik waarmee Gij de man uit het evangelie aankeek. Leg in onze mond diezelfde warme woorden die Gij tot hem sprak. Opdat ieder die Gij op ons levenspad brengt de liefde van God mag ontmoeten, én er zelf drager en uitdrager van mag worden.
Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.