Lezingen van de dag – vrijdag 17 juni 2016

vrijdag in week 11 door het jaarbijbel


Uit het tweede boek Koningen 11, 1-4 + 9-18 + 20

Trouw en ontrouw aan het Verbond wisselden elkaar zich steeds af. Voor ons is het verhaal van de paleisrevolutie en de aanstelling van koning Joas wellicht wat vreemd. Toch is het zo dat ook in ons eigen leven trouw en ontrouw voorkomen en dat ook wij niet terugschrikken voor geweld om datgene door te voeren wat ons het beste past.

Toen Atalja, de moeder van Achazja, hoorde dat haar zoon dood was, besloot ze alle kinderen van de koninklijke familie ter dood te brengen. Maar Jehoseba, de dochter van koning Joram en de zuster van Achazja, haalde een van Achazja’s zonen, Joas, heimelijk weg uit de groep koningskinderen die gedood zouden worden en verstopte hem met zijn voedster in de linnenkamer. Ze wisten hem voor Atalja verborgen te houden, en zo ontsnapte hij aan de dood.
Zes jaar zat hij bij zijn tante in de tempel van de Heer verborgen, terwijl Atalja het land regeerde.
In het zevende regeringsjaar van Atalja riep Jojada, die toen hogepriester was, de bevelhebbers van de Kariërs en van de koninklijke garde bij zich in de tempel van de Heer. Daar sloot hij een verbond met hen en liet hij hen trouw zweren. Vervolgens stelde hij de koningszoon aan hen voor. De bevelhebbers deden precies wat de hogepriester Jojada had bevolen. Allen meldden zich met hun eenheid van honderd man bij Jojada, zowel degenen die die week dienst hadden als degenen die die week vrij waren van dienst. Jojada gaf de bevelhebbers de speren en schilden uit de tempel van de Heer, die nog van koning David waren geweest. De leden van de garde stelden zich, allen met hun wapen in de aanslag, voor de tempel op, over de volle breedte van het plein en vanaf de ingang van de tempel tot aan het altaar, om de koning te beschermen. Toen leidde de hogepriester de koningszoon naar buiten, zette hem de hoofdband op en overhandigde hem de kroningsakte. Zo werd hij tot koning uitgeroepen en gezalfd, terwijl alle aanwezigen in hun handen klapten en riepen: ‘Leve de koning!’
Toen Atalja de koninklijke garde en het volk hoorde juichen, begaf zij zich in de menigte die zich voor de tempel verzameld had. Daar zag ze de koning, die zich volgens het gebruik op het podium had opgesteld, met de bevelhebbers en de trompetblazers naast zich. De hele bevolking was in feeststemming en men blies op de trompetten, maar Atalja scheurde haar kleren en riep: ‘Verraad! Verraad!’
De hogepriester Jojada droeg de bevelhebbers, de aanvoerders van het leger, op: ‘Leid haar onder bewaking weg; wie haar volgt, moet gedood worden.’ Hij zei er uitdrukkelijk bij dat ze niet op het tempelterrein mocht worden gedood.
Atalja werd weggeleid en door de Paardenpoort naar het paleis gevoerd, waar ze ter dood werd gebracht.
Jojada bekrachtigde het verbond tussen de Heer en de koning en het volk, zodat zij de Heer weer zouden toebehoren, en ook het verbond tussen de koning en het volk.
De mensen, die uit heel Juda waren toegestroomd, haalden de tempel van Baäl omver en verbrijzelden de altaren en beelden die voor hem waren opgericht. De Baälspriester Mattan werd voor de altaren ter dood gebracht.
Heel het volk was verheugd, en hoewel Atalja in het koninklijk paleis ter dood gebracht was, bleef het rustig in de stad.


Psalm 132, 11 + 12 + 13 + 14 + 17 + 18

Refr.: De Heer heeft Sion verkozen en als woonplaats begeerd.

De Heer heeft David trouw gezworen,
en zijn belofte neemt Hij niet terug:
Een van je nazaten laat Ik je troon bestijgen. Drieeenheid_2

Houden je zonen zich aan mijn verbond,
aan de richtlijnen die Ik hun geef,
dan zullen ook hun zonen voor altijd
zetelen op je troon.

De Heer heeft Sion verkozen
en als woonplaats begeerd:
Dit is, voor altijd, mijn rustplaats,
hier verlang Ik te wonen.

Hier breng Ik Davids huis tot aanzien,
hier ontsteek Ik een lamp voor mijn gezalfde.
Zijn vijanden bekleed Ik met schande,
maar op zijn hoofd schittert een kroon.


Uit het evangelie volgens Matteüs 6, 19-23

Onze aandacht is niet zelden verdeeld omdat wij dikwijls alles willen, en daardoor vergeten we soms het voornaamste. Het is onze taak steeds onze inzichten uit te zuiveren om schatten te verzamelen voor het Rijk Gods.

Jezus zei tot zijn leerlingen:
‘Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.
Het oog is de lamp van het lichaam. Dus als je oog helder is, zal heel je lichaam verlicht zijn. Maar als je oog troebel is, zal er in heel je lichaam duisternis zijn. Als het licht in jezelf verduisterd is, hoe groot is dan die duisternis!’

Van Woord naar leven

Vandaag zegt Jezus: 'Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.'Op de dag van ons sterven zullen we maar één ding kunnen meenemen en aanbieden: namelijk de liefde die we betoond hebben tijdens ons leven. Laten we leven voor deze schat.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus,index help ons te leven in, door en vanuit uw liefde om alzo beeld te zijn van de Vader: een en al zelfgave voor zijn kinderen. Kom heilige Geest. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.