Lezingen van de dag – vrijdag 31 mei 2019

 

Maria bezoek

feest   –   eigen lezingen


Uit de profeet Sefanja 3, 14-17

De profeet Sefanja nodigt ons uit tot vreugde. Want de Heer is blijvend in ons midden. Wie kan dan nog treuren of vrezen?

Jubel, vrouwe Sion, zing van vreugde, Israël, juich met heel je hart, vrouwe Jeruzalem! De Heer heeft het vonnis over jou tenietgedaan en je vijand verdreven. De Heer, de koning van Israël, is in je midden, je hebt geen kwaad meer te vrezen.
Op die dag zal men tegen Jeruzalem zeggen: ‘Wees niet bang, Sion! Laat de moed niet zinken!’ De Heer, je God, zal in je midden zijn, Hij is de held die je bevrijdt. Hij zal vol blijdschap zijn, verheugd over jou, in zijn liefde zal Hij zwijgen, in zijn vreugde zal Hij over je jubelen.

 

Jes. 12, 2-6

Refr.: Inwoners van Sion, jubel en juich !

God, Hij is mijn redder.
Ik heb een vast vertrouwen, ik wankel niet,
want de Heer is mijn sterkte, Hij is mijn beschermer,
Hij heeft mij redding gebracht.

Vol vreugde zullen jullie water putten
uit de bron van de redding.
Op die dag zullen jullie zeggen:
Loof de Heer, roep zijn Naam uit.

Maak alle volken zijn daden bekend,
verkondig zijn verheven Naam.
Zing een lied voor de Heer:
wonderbaarlijk zijn zijn daden.

Laat heel de aarde dit weten.
Jubel en juich, inwoners van Sion,
want groot is de Heilige van Israël,
die in jullie midden woont.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 1, 39-56

‘Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares’.

In die dagen reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette.
Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld met de heilige Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’
Maria zei: ‘Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn Naam. Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht, voor al wie Hem vereert. Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot Hij van hun troon en wie gering is geeft Hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen. Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd: Hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’
Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en ging toen terug naar huis.

Van Woord naar leven

Lieve mensen, ik wil iets vertellen over m’n (arm) gebedsleven. Ik weet dat het niet echt christelijk is om uit te pakken met je gebedsleven, maar ik wil me vandaag hieraan toch even bezondigen. Niet dat ik zo iets bijzonders ga vertellen, maar ik beleef het dikwijls als zo ‘mooi’, dat ik het graag wil delen.Het Magnificat, dat wij vandaag horen (de woorden die Maria zei tot Elisabet) wordt, zoals jullie weten, dagelijks in het getijdengebed gebeden bij de completen; het avondgebed van de kerk. Dit Magnificat is mij doorheen de jaren bijzonder dierbaar geworden, omdat de inhoud van deze lofzang je meeneemt naar het hart van Maria, haar ja-woord, en, als het goed is, ook je eigen ja-woord. Ik ken deze lofzang vanbuiten, en als ik langs de schelde naar het werk fiets in Tielrode, dan zing ik het vaak. Niet altijd, maar dikwijls voel ik me dan heel verbonden met Maria, alsof ik met haar deze woorden zing. Voor alle duidelijkheid: ik voel me dan niet op gelijke hoogte met Maria, maar als Moeder weet ik haar nabij, en al zingend brengt ze me in haar eigen beschikbaarheid jegens God; haar ja-woord voor de mensheid.Het Magnificat zijn woorden die thuishoren bij de ‘armen van geest’, de anawim, de beschikbaren, zij die diep gebogen leven voor de Allerhoogste, zich toevertrouwend aan Hem, biddend dat Hij mag gebeuren, levend in zijn dienst, de tol daarvoor ‘graag’ dragend.Het Magnificat is zo rijk aan inhoud dat het je hele leven kan stuwen. En je mag gerust zijn: het zal je stuwen in de goede richting. Het zal je maken tot een eenvoudig mens, tot een biddend iemand; aanbiddend in de diepe betekenis van het woord. Het zal je voeren in Gods tegenwoordigheid waaraan je je in alle graagte zal willen toevertrouwen. Het Magnificat bezit de rijkdom je in die grote stroom van mensen te plaatsen die bereid zijn te leven ‘in God’, voor zijn aanschijn, in zijn genade, drinkend van Hem, in pure ontvangenis.Als je niet met deze lofzang vertrouwd bent stel ik je graag voor te beginnen met deze dagelijks te lezen, te bidden. Na enige tijd ken je de woorden vanbuiten en kan je ze gebruiken waar en wanneer je wilt: op de fiets, wachtend op de tram, lopend over straat, bij het ophangen van de was, het dekken van de tafel, als gebed voor het eten, in de stilte bij een stervende (doe ik beroepshalve heel vaak – echt heel mooi),… de dag geeft zovele momenten waar we in de mogelijkheid zijn deze lofzang te bidden of te zingen. Echt een aanrader mensen. Het zal je vrede schenken, alsook de mensen die je zijn toevertrouwd.Als gebed hieronder geef ik graag de woorden van het Magnificat zoals je die in het getijdengebed vindt. Het bidden in verzen heeft z’n voordelen, en het helpt om de woorden ook naast het expliciet gebed te bidden doorheen de dag.Een mooie vrijdag voor ieder van u !krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Hoog verheft nu mijn ziel de Heer, verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser.

Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd; van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.

Wonderbaar is het wat Hij mij deed, de Machtige, groot is zijn Naam !

Barmhartig is Hij tot in lengte van dagen voor ieder die Hem erkent.

Hij doet zich gelden met krachtige arm, vermetelen drijft Hij uiteen.

Machtigen haalt Hij omlaag van hun troon, eenvoudigen brengt Hij tot aanzien.

Behoeftigen schenkt Hij overvloed, maar rijken gaan heen met ledige handen.

Hij trekt zich zijn dienaar Israël aan, zijn milde erbarming indachtig.

Zoals Hij de vaderen heeft beloofd, voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.