Lezingen van de dag – woensdag 23 november 2016

woensdag in week 34 door het jaarbijbel


Uit het boek Apocalyps 15, 1-4

In een loflied wordt door Johannes de uiteindelijke overwinning van Gods wonderdaden bezongen. Hij heeft ze bekroond door het werk van zijn Zoon, door het bloed van het Lam. Het volk van God zal eindelijk definitief triomferen en deze hymne voor haar Heer aanheffen.

Ik, Johannes, zag in de hemel opnieuw een indrukwekkend, wonderbaarlijk teken: het waren zeven engelen met de zeven laatste plagen, waarmee aan Gods woede een einde komt.
Toen zag ik iets als een zee van glas, vermengd met vuur. Op de glazen zee stonden zij die het beest, zijn beeld en het getal van zijn naam hadden overwonnen. Ze hadden lieren om daarop te spelen voor God. Ze zongen het lied van Gods dienaar Mozes en het lied van het Lam: ‘Groot en wonderbaarlijk zijn uw werken, Heer, onze God, Almachtige, rechtvaardig en betrouwbaar is uw bestuur, vorst van de volken. Wie zou U, Heer, niet vereren, uw naam niet prijzen? Want U alleen bent heilig. Alle volken zullen komen en zich voor U neerbuigen, want uw rechtvaardige daden zijn geopenbaard.’

 

Psalm 98, 1-3 + 7-9a

Refr.: Laat juichen de wereld met haar bewoners.

Zing voor de Heer een nieuw lied:
wonderen heeft Hij verricht.
Zijn rechterhand heeft overwonnen,
zijn heilige arm heeft redding gebracht. Drieeenheid_2

De Heer heeft zijn overwinning bekendgemaakt,
voor de ogen van de volken zijn gerechtigheid onthuld.
Hij heeft gedacht aan zijn liefde en trouw
voor het volk van Israël.

De einden der aarde hebben het gezien:
de overwinning van onze God.
Laat bruisen de zee en alles wat daar leeft,
laat juichen de wereld met haar bewoners.

Laten de rivieren in de handen klappen
en samen met de bergen jubelen voor de Heer,
want Hij is in aantocht als rechter van de aarde.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 21, 12-19

Christenen die consequent leven naar hun geloof zullen de nodige tegenstand ondervinden. Zelfs binnen de kring van vrienden en verwanten zal onenigheid voorkomen. Soms zijn regelmatige vervolgingen hun deel. Toch zullen zij volhouden als zij blijven vertrouwen op Christus. Door standvastig te zijn zullen zij hun leven winnen.

Jezus sprak tot zijn leerlingen: ‘Jullie zullen worden mishandeld en vervolgd en uitgeleverd aan de synagogen, jullie zullen worden opgesloten in de gevangenis en worden voorgeleid aan koningen en gouverneurs omwille van mijn naam. Dan zullen jullie moeten getuigen. Bedenk wel dat jullie je verdediging niet moeten voorbereiden. Want Ik zal jullie woorden van wijsheid schenken die door geen van je tegenstanders kunnen worden weerstaan of weersproken. Zelfs je ouders en broers, verwanten en vrienden zullen je uitleveren, sommigen van jullie zullen worden terechtgesteld, en jullie zullen door iedereen worden gehaat omwille van mijn Naam. Maar geen haar van je hoofd zal verloren gaan. Red je leven door standvastigheid!’

Van Woord naar leven

Wanneer we ons op geloofsvlak bedreigd voelen, hebben we al vlug de neiging om ons te gaan verdedigen, alsof de Heer zelf bedreigd wordt. Uit liefde willen we het dan voor Hem opnemen. Willen 'we'... En daar gaan we dikwijls de fout in. 'We' willen het doen... En Jezus dan? Krijgt Hij nog ruimte om te spreken, te handelen? We eigenen ons de verdediging toe, nemen het zelf in handen, eisen zelfs het recht op.Jezus is duidelijk: ‘Bedenk dat jullie je verdediging niet moeten voorbereiden. Want Ik zal jullie woorden van wijsheid schenken die door geen van je tegenstanders kunnen worden weerstaan of weersproken’.De wijsheid waar Jezus hier over spreekt is de wijsheid van God, de wijsheid van de Geest; een wijsheid als gave. Wat moeten we ons bij deze gave voorstellen? Is het een soort geheim wapen van de christen? We moeten ons van dat wapen het tegenovergestelde voorstellen van de gewone menselijke wapens. De wapens van de heilige Geest doden, maar niet de tegenstander. Ze doden het eigen moordende 'ik' dat uit is op mogelijke vergelding en wraak. Deze laatste wil zichzelf redden, wil zijn redding niet overlaten aan God. God wil niet anders dan zijn liefde openbaren, ook doorheen onze woorden. Dit laatste vraagt echter van ons overgave in de meest diepe betekenis van het woord. Het betekent je geven aan het vuur van de Geest, aan de gaven die God in je hart legt. Dit laatste is een absolute noodzakelijkheid willen we de woorden van de Heer spreken, willen we toelaten dat God zijn liefde openbaart doorheen onze woorden.Allemaal makkelijk gezegd… Maar hoe komen we tot deze overgave ?Wel, (sorry dat ik er weer over begin …) het volgehouden dagelijks gebed, het gedisciplineerd ’s morgens opstaan om te bidden, de nodige tijd nemen om stil te zijn,… zijn sleutels om tot deze innerlijke armoede te komen. Het doet pijn om vroeger dan nodig is op te staan voor gebed (ach, we draaien ons allemaal zo graag nog eens om… niet?), maar het is een goede pijn, zeker wanneer we haar in liefde beleven. Gebed heeft in wezen immers te maken met liefde voor de Geliefde. Wie verliefd is op God, bij wijze van spreken, zal graag vroeg opstaan, ook al kost het moeite.Hoe dan ook, het dagelijks gebed stelt ons in staat innerlijk arm te worden, wat in wezen een gave is. Langzaam maar zeker zal God ons lichaam en onze ziel tot zich trekken om van Hem de gave van armoede te ontvangen. Deze innerlijke armoede zal ons in staat stellen instrumenten te worden van de Heer, zowel tijdens ons bidden als in ons doen en laten doorheen de dag, alsook doorheen onze woorden, waar het vandaag in het evangelie over gaat. We hoeven, wanneer mensen komen discussiëren onze antwoorden niet te geven vanuit ons allerindividueelste ikje los van de Heer. Nee, we mogen vanuit Gods liefde Christus’ woorden spreken, zijn liefde belichamen.Moge we de gave van gebed ontvangen en diep koesteren, opdat onze wenteling in de Heer ons tot Gods liefde mag maken.
Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer,imagesfm6gjm39 beziel ons met de gave van uw Liefde, uw heilige Geest, uw ja-woord tot de Vader, de gave van het gebed, om werkelijk innerlijk diep arm te worden, beschikbaar voor God. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.