Lezingen van de dag – zaterdag 12 sept 2020

zaterdag in week 23 door het jaar

Uit de eerste brief van Paulus aan Timoteüs 1, 15-17

Het is gemakkelijk gezegd dat Christus gekomen is voor de zondaars en niet voor de rechtvaardigen. Als wij ook in de praktijk dezelfde levenshouding willen doorvoeren is het niet meer zo makkelijk. Misschien gaat het beter als wij zelf de dagen herinneren van onze eigen zondigheid, zoals Paulus doet.

Dierbare,
deze boodschap is betrouwbaar en verdient onze volledige instemming: Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars te redden. Ik was de eerste, en juist over mij heeft Christus Jezus zich ontfermd; ik was de eerste aan wie Hij zijn grote geduld toonde, zodat ik een voorbeeld werd voor allen die in Hem geloven en het eeuwige leven zullen ontvangen.
Aan de koning der eeuwen, de onvergankelijke, onzichtbare en enige God, zij de eer en glorie tot in alle eeuwigheid. Amen.

Psalm 113, 1-7

Refr.: De Naam van de Heer zij geprezen.

Loof, dienaars van de Heer,
loof de Naam van de Heer.

De Naam van de Heer zij geprezen,
van nu tot in eeuwigheid.

Van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat,
zij geloofd de Naam van de Heer.

Verheven boven alle volken is de Heer,
verheven boven de hemel zijn luister.

Wie is gelijk aan de Heer, onze God,
die hoog daar boven zijn woning heeft ?

Die zijn oog richt naar beneden,
wie in de hemel en op de aarde ?

Hij verheft uit het stof wie berooid is,
uit het vuil tilt Hij op wie alles ontbeert.

Uit het evangelie volgens Lucas 6, 43-49

Men kan het christendom perfect kennen. Men kan er zelfs over waken dat de inhoud van het christendom niet vervalst wordt. Dit heeft zijn nut en moet ook gebeuren. Maar de meeste overtuigingskracht gaat uit van hem die doet wat hij voorhoudt, van iemand die goede vruchten draagt.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Een goede boom brengt geen slechte vruchten voort, en evenmin brengt een slechte boom goede vruchten voort. Elke boom kun je aan zijn vruchten kennen, want van distels pluk je geen vijgen en van doornstruiken geen druiven.
Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is daar loopt de mond van over.
Waarom roepen jullie “Heer, Heer” tegen mij, maar doen jullie niet wat Ik zeg?
Ik zal jullie vertellen op wie degene lijkt die bij me komt, naar mijn woorden luistert en ernaar handelt: hij lijkt op iemand die bij het bouwen van zijn huis een diep gat groef en het fundament op rotsgrond legde. Toen er een overstroming kwam, beukte het water tegen het huis, maar het stortte niet in omdat het degelijk gebouwd was.
Wie wel naar mijn woorden luistert maar niet doet wat Ik zeg, lijkt op iemand die een huis bouwde zonder fundament, zodat het meteen instortte toen het water ertegen beukte en er alleen een bouwval overbleef.’

Van Woord naar leven

‘Elke boom kun je aan zijn vruchten kennen’, zegt Jezus ons vandaag.

Eigenlijk zou men aan ons, christenen, moeten kunnen zien dat God bestaat, en dat de mensheid verlost is in Jezus Christus. Men zou het moeten kunnen zien aan onze wijze van leven, aan de keuzen die we maken, aan onze intensiteit van liefhebben, aan onze nederigheid, aan onze trouw. Niet dat we met de naam ‘christen’ te koop moeten lopen, zo van ‘Hallo, hier zijn we, heeft iedereen ons gezien?’. Nee, daar gaat het niet om. Maar onze wijze van leven zou een afspiegeling moeten zijn van het Pasen van de Heer.

Men herkent de boom aan de vruchten, zegt Jezus. Maar dat betekent dat de vruchten en de boom verbonden moeten blijven, want anders verdorren de vruchten. De boom is Christus, diep geworteld in God. En wij zijn de vruchten van de liefde tussen de wortels en de boom; vruchten dus van de liefde tussen God en de Zoon. Want zoals we weten stopt de liefde niet tussen de Vader en de Zoon. De Zoon bemint ons allen vanuit zijn gewortelde liefde in God. En wij, op onze beurt, belichamen deze liefde naar elkaar en allen; vruchten van de boom. Wanneer men ons bezig ziet, zou men dus de liefde van God moeten zien of gewaar worden. Maar daarvoor moeten we dus verbonden blijven met de boom, met Christus zelf. Wanneer we ons losmaken van Hem, zijn we op ons zelf aangewezen, en we weten wat voor knoeiers we dan worden. En daarvoor hebben we de Geest nodig, die ons in deze verbondenheid brengt en houdt.

Laten we ons diep hechten aan de Heer. Ja, laten we Gods liefde zijn, in al ons doen en laten. Opdat Hij gezien en bemind mag worden.

kris

Reageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus,
moge uw Geest ons ten diepste bezielen, opdat we als een lied zonder ophouden zouden leven in U, Gods liefde uitstralend naar allen en alles.
In uw naam. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.