Lezingen van de dag – zaterdag 14 mei 2016
Mattias, apostel
Feest – eigen lezingen
Bij sport en spel is een invaller meestel iemand die net niet goed genoeg is om bij de eerste ploeg te spelen. Wellicht bekijken we Mattias op die manier. Het lot was hem echter gunstig gezind. Hij mocht in de kring van de apostelen treden om Judas te vervangen. Toch is het niet toevallig gebeurd. Mattias behoorde tot een vaste kern van mensen die zeer nauw met Jezus samenleefden. Geen groep van dienaren, maar van vrienden, ontvankelijk voor de blijde boodschap en aan wie Jezus alles vertelde wat Hij van de Vader had gehoord.
Uit de Handelingen van de Apostelen 1, 15-17 + 20-26
Het lot viel op Mattias. Hij werd toegevoegd aan de groep van de elf apostelen.
In die dagen stond Petrus op te midden van de leerlingen – er was een groep van ongeveer honderdtwintig mensen bijeen – en zei: ‘Broeders en zusters, het schriftwoord waarin de heilige Geest bij monde van David heeft gesproken over Judas, de gids van hen die Jezus gevangen hebben genomen, moest in vervulling gaan. Judas was een van ons en had deel aan onze dienende taak. In het boek van de Psalmen staat namelijk geschreven: “Laat zijn woonplaats een woestenij worden en laat niemand daar meer verblijven.” En ook: “Laat een ander zijn taak overnemen.” Daarom moet een van de mannen die steeds bij ons waren toen de Heer Jezus onder ons verkeerde, vanaf de doop door Johannes tot de dag waarop hij in de hemel werd opgenomen, samen met ons getuigen van zijn opstanding.’
Ze stelden twee kandidaten voor: Josef Barsabbas, die de bijnaam Justus had, en Mattias.
Daarna baden ze als volgt: ‘U, Heer, doorgrondt ieders gedachten. Wijs van deze beide mannen degene aan die U gekozen hebt om als apostel zijn dienende taak te verrichten en de plaats in te nemen van Judas, die zijn ondergang tegemoet is gegaan.’
Ze lieten hen loten en het lot viel op Mattias. Hij werd aan de elf apostelen toegevoegd.
Psalm 113, 1-8
Refr.: Loof de Naam van de Heer.
Loof, dienaars van de Heer,
loof de Naam van de Heer.
De Naam van de Heer zij geprezen
van nu tot in eeuwigheid.
Van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat,
zij geloofd de naam van de Heer.
Verheven boven alle volken is de Heer,
verheven boven de hemel zijn luister.
Wie is gelijk aan de Heer, onze God,
die hoog daar boven zijn woning heeft,
die zijn oog richt naar beneden,
wie in de hemel en op de aarde ?
Hij verheft uit het stof wie berooid is,
uit het vuil tilt Hij op wie alles ontbeert.
Hij laat hem wonen bij hooggeplaatsten,
bij de hoogsten van zijn volk.
Uit het evangelie volgens Johannes 15, 9-17
‘Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar Ik jullie’.
Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals Ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn.
Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals Ik jullie heb liefgehad.
Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat Ik zeg.
Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem Ik jullie, omdat Ik alles wat Ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb.
Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar Ik jullie, en Ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht.
Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal Hij je geven.
Dit draag Ik jullie op: heb elkaar lief.’
Van Woord naar leven
Vandaag zegt Jezus ons: 'Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar Ik jullie, en Ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht.'Het is Christus die ons kiest. En door het feit dat Hij kiest dragen wij een roeping in ons. Dat Hij kiest, daar hebben we het doorgaans niet zo moeilijk mee, integendeel. We kunnen er ons toe gevleid voelen. Maar dat Hij ook roept… da’s heel andere koek. Want roeping veronderstelt een antwoord; in dit geval een ja-woord: Ja aan de Heer, ja aan het evangelie, ja aan het kruis, ja aan de liefde.Daar de mens fundamenteel vrij is (ook voor God!) kan hij in plaats van ‘ja’ ook ‘nee’ zeggen. Wat jammer zou zijn, want dan ontlopen we onze roeping en daarmee ook onszelf. Immers in de mate dat we 'ja' zeggen zullen we ons diepste zelf vinden, onze ware identiteit (die enkel in God te vinden is).Wie ‘ja’ zegt tot Jezus’ laat toe dat Hij ons vormt. Het is geen vanzelfsprekende weg, eerder een geheimnisvol gebeuren dat zich dag op dag steeds dieper in ons zal voltrekken. Het is een voortdurend sterven aan ons oppervlakkig ‘ik’ (dat wil leven vanuit zichzelf) om meer en meer tot leven te komen in God, ons meest ware ‘ik’. Wie deze weg gaat zal een vrede- een vreugdevol mens zijn; een vrede die haar wortels vindt in God zelf.Laat ons niet enkel bidden, maar laat ons gebed worden, gebed zijn. Zo zullen we op de plaats waar we wonen, op de plek waar we werken, met de mensen die ons gegeven zijn vrucht dragen: blijvende vrucht, zoals Jezus ons vandaag doorheen het evangelie zegt.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.Laten wij bidden
Heer, geef ons het bewustzijn dat Gij het zijt die ons roept. Geef dat wij die roeping diep mogen liefhebben en koesteren, als een hemels goed, ons gegeven. Geef dat wij met ons hele zijn uw roep mogen beantwoorden: met onze ziel, ons verstand en al onze krachten. Dat ons ja-woord vruchten mag voortbrengen; uw vruchten door ons heen. Alle dagen van ons leven. Amen.
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn van de hand van Kris.