Lezingen van de dag – zaterdag 27 juli 2019

 

zaterdag in week 16 door het jaar


Uit het boek Exodus 24, 3-8

De woorden van God werden door Mozes op schrift gesteld. Het volk herhaalde steeds dat het alle woorden van de Heer zou onderhouden. Om dit verbond levend te houden werd het regelmatig herdacht in een plechtig rituele viering: vernieuwing van de belofte en besprenkeling met het bloed van offerdieren. Dit is een voorafbeelding van de Eucharistie in het Nieuwe Verbond.

Mozes maakte het volk bekend met alle geboden en regels die de Heer had gegeven, en het volk verklaarde eenstemmig dat het zich zou houden aan alles wat de Heer geboden had. Hierna schreef Mozes alles op wat de Heer had gezegd.
De volgende morgen bouwde hij aan de voet van de berg een altaar en richtte hij twaalf gedenkstenen op, voor elk van de twaalf stammen van Israël één. Hij droeg een aantal jonge Israëlieten op om de Heer brandoffers te brengen en stieren te slachten voor een vredeoffer. Mozes nam de helft van het bloed en deed dat in schalen, de andere helft goot hij tegen het altaar. Vervolgens nam hij het boek van het verbond en las dit aan het volk voor, en zij zeiden: ‘Alles wat de Heer gezegd heeft zullen we ter harte nemen.’ Toen nam Mozes het bloed en besprenkelde daarmee het volk. ‘Met dit bloed,’ zei hij, ‘wordt het verbond bekrachtigd dat de Heer met u heeft gesloten door u al deze geboden te geven.’

 

Psalm 50, 1 + 2 + 5 + 6 + 14 + 15

Refr.: Doe wat de Allerhoogste belooft.

De God der goden, de Heer,
gaat spreken en roept de aarde bijeen
van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat.
Uit Sion, stad van volmaakte pracht,
verschijnt God in stralend licht.

Breng mijn getrouwen vóór mij,
die zich met offers aan mij verbinden.
De hemel verkondigt Gods gerechtigheid,
Hijzelf treedt op als rechter.

Breng God een dankoffer
en doe wat je de Allerhoogste belooft.
Roep mij te hulp in tijden van nood,
Ik zal je redden, en je zult mij eren.

 

Uit het evangelie volgens Matteüs 13, 24-30

Wij zijn geneigd om er maar onmiddellijk de zeis erin te zetten wanneer wij rondom ons kwaad vaststellen. De Heer is zo niet. Hij laat het onkruid met de tarwe opgroeien tot de oogst. Wij riskeren door onze houding met het onkruid van het kwaad ook de tarwe uit te trekken. De Heer is geduldig en geeft nog een kans tot herstel.

Jezus hield de menigte deze gelijkenis voor:
‘Het is met het koninkrijk van de hemel als met een mens die goed zaad op zijn akker uitzaaide. Terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand onkruid tussen het graan zaaien en vertrok weer.
Toen het jonge gewas opschoot en vrucht begon te dragen, kwam ook het onkruid te voorschijn.
De knechten kwamen de heer des huizes vragen: “Heer, hebt u soms geen goed zaad op uw akker gezaaid? Waar komt dat onkruid dan vandaan?”
Hij antwoordde: “Dat is het werk van een vijand.”
De knechten zeiden tegen hem: “Wilt u dat wij er het onkruid tussenuit wieden?”
Hij antwoordde: “Nee, want dan zouden jullie met het onkruid ook het graan lostrekken. Laat beide samen opgroeien tot aan de oogst, dan zal ik, wanneer het oogsttijd is, tegen de maaiers zeggen: ‘Wied eerst het onkruid, bind het in bundels bij elkaar en verbrand het. Breng dan het graan bijeen in mijn schuur.’”’

Van Woord naar leven

Wanneer wij kwade mensen zouden verwijderen, verwijderen we heel die mens, ook het goede in die kwade mensen, dat tot dan toe misschien weinig kans kreeg om te ontplooien. Jezus' barmhartigheid bestaat er juist in elke mens altijd opnieuw kansen te geven om het kwade achter te laten opdat het goede ten volle tot bloei zou kunnen komen.In zijn overgrote liefde geeft God ons de vrijheid om te kiezen tussen goed en kwaad. En laat ons eerlijk zijn: soms laten we ons leiden door kwaad, kiezen we er zelfs voor, soms heel subtiel, maar wel reëel. Moest God ons telkens verwijderen... wat zou de wereld dunbevolkt zijn.Jezus kent de zwakheid van de mens, van ieder van ons. Hij kent onze neigingen tot zonde. In het hart van die neigingen wil Hij tot ons komen, ons ten diepste aanraken, om ons te genezen, te bevrijden, op te tillen in zijn licht.Hij heeft ons het sacrament van de biecht gegeven niet enkel opdat we vergeving van zonden zouden krijgen, maar ook om ons werkelijk tot genezing te brengen. In de biecht, waar we ons weer verzoenen met God (het sacrament van de verzoening!) ontvangen we de genade aangeraakt te worden door Jezus die ons de kracht schenkt de weg van diepe genezing te gaan, geleid door Hem.Als ik, zoals nu, iets schrijf over het waardevolle van de biecht, zijn er altijd mensen die zich uitschrijven van de mailinglist van het Dagelijks Bijbelcitaat. Dat zal ook nu niet anders zijn. Ik vermoed omdat deze mensen absoluut niet akkoord gaan met wat ik schrijf over de biecht. Misschien vindt men het achterhaald, niet meer van deze tijd. Of het doet hen denken aan negatieve ervaringen die ze met de biecht hebben opgelopen in vroegere jaren. Ik weet het niet. Toch geloof ik, en dat meen ik echt, dat we de biecht als sacrament van verzoening weer zouden moeten herontdekken. Ik zou durven zeggen, met een fenomenologische blik; dat wilt zeggen vanuit het fenomeen. Niet wat ik denk over de biecht is van belang, het enige dat telt is de inhoud van de biecht zoals die tot mij komt. En dan is dat gewoon Jezus die mij uitnodigt om met mijn duisternis naar Hem toe te gaan. Hij zal me in heel mijn persoon ontvangen, Hij zal me vergeven, en me weer op pad zenden, me de genade gevend groeiend in Hem de weg te gaan die ik moet gaan. Dat is toch mooi. Dat is toch waardevol. Waarom zo’n geschenk afwijzen, denk ik dan.Laten we, wat de biecht betreft, mogelijke negatieve ervaringen achterlaten en dit rijke sacrament herontdekken als een weg om het Paasmysterie nog dieper aan den lijve te ervaren en te beleven, tot welzijn van onszelf, het leven van de Kerk, en allen die we ontmoeten in ons dagelijks leven.Een mooi weekend voor ieder van u.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus, leer ons elkaar zien met uw ogen, vol geduld en barmhartigheid. Geef dat wij alle oordeel naar anderen toe stoppen, maar juist hen zo tegemoet treden dat ieder uw liefde mag ontmoeten. Schenk ons het feest van vergeving,  waar alle Goeds mogelijk wordt. Kom in ons Heer, trek ons in de gloed van uw liefde. Maak ons tot een warme gemeenschap  met elkaar in U. Alle dagen van ons leven, amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.