Lezingen van de dag – zaterdag 6 juni 2020

 

zaterdag in week 9 door het jaar


Uit de tweede brief van Paulus aan Timoteüs 4, 1-8

Paulus neemt afscheid van zijn vriend. Hij heeft de goede strijd gestreden, het geloof bewaard. Hij moedigt zijn vriend aan ook trouw te blijven te midden van allerhande meningen en beproevingen. Zijn aasporing geldt zeker ook voor onze tijd.

Dierbare,
ik roep je dringend op, ten overstaan van God en van Christus Jezus, die zal oordelen over de levenden en de doden, ik bezweer je bij zijn komst en heerschappij: Verkondig de boodschap, blijf aandringen, of het nu uitkomt of niet, wijs terecht, straf en vermaan met alle geduld dat het onderricht vereist.
Want er komt een tijd dat de mensen de heilzame leer niet meer verdragen, maar leraren om zich heen verzamelen die aan hun verlangens tegemoetkomen en hen naar de mond praten. Ze zullen niet meer naar de waarheid luisteren, maar naar verzinsels.
Jij echter moet in alles nuchter zijn, je lijden aanvaarden, je werk als verkondiger van het evangelie doen, je dienende taak vervullen.
Mijn bloed wordt al als een offer uitgegoten, het moment waarop ik heenga nadert. Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de krans van de gerechtigheid die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn komst hebben uitgezien.

 

Psalm 71, 8 + 9 + 14 + 15ab + 16 + 17 + 22

Refr.: Ik zal uw rechtvaardigheid prijzen, Heer.

Heel de dag is mijn mond
vervuld van uw lof en uw luister.
Verstoot mij niet nu ik oud word,
verlaat mij niet nu mijn kracht bezwijkt.

Ik blijf naar U uitzien, altijd,
U lof brengen, meer en meer.
Mijn mond verhaalt van uw gerechtigheid,
van uw reddende daden, dag aan dag.

Spreken zal ik over uw macht, Heer, mijn God,
de rechtvaardigheid roemen van U alleen.
God, U onderwees mij van jongs af aan,
en steeds nog vertel ik uw wonderen.

Dan zal ik U loven bij het spel op de harp,
U en uw trouw, mijn God.
Ik zal voor U zingen bij de lier,
Heilige van Israël.

 

Uit het evangelie volgens Marcus 12, 38-44

De meeste mensen zijn makkelijk bereid iets te geven aan anderen van hun eigen overvloed. Dat doet hen echter niets. Het voorbeeld van de arme weduwe die geeft van wat zij strikt nodig heeft om te leven, is echte naastenliefde. Durven wij dit aan?

Tijdens zijn onderricht zei Jezus: ‘Pas op voor de schriftgeleerden die zo graag in dure gewaden rondlopen en eerbiedig begroet willen worden op het marktplein, en een ereplaats willen in de synagogen en bij feestmaaltijden: ze verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!’
Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in wierpen. Veel rijken gooiden veel geld in de kist. Er kwam ook een arme weduwe, die er twee muntjes in gooide, ter waarde van niet meer dan een quadrans.
Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid; want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.’

Van Woord naar leven

Jezus riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid; want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.’De arme weduwe geeft 'meer' dan de rijken, omdat zij 'alles' geeft, terwijl de rijken iets gegeven hebben 'van hun overvloed'. Ware vroomheid is dus niet een zaak van meer of minder geven, maar van alles of niets.Waar zit dat ‘alles’ dan in?Wel, een eerste vraag die we ons kunnen stellen is: ‘Voor wie leven we?’ Ik denk dat een christen kan stellen dat hij ‘voor God’ wil leven, en enkel en alleen voor Hem. Hij, die de schepper is van je leven, Hij die je bemint zoals enkel Hij dat kan, Hij die in Christus in je woont en jou vervult met zichzelf, Hij die je roept, Hij die je zendt,… Als christen wil je toch enkel van Hem zijn, wil je een levend antwoord zijn op zijn vraag Hem in Christus toegewijd te zijn? Als christen kies je toch Hem als de kern van je bestaan, de ziel van je leven?Wat houdt dit concreet in?Wel, het is leven, bewegen, bidden, werken, ‘in Hem’. Het is je relatie met Hem levendig houden, je gevend aan het de gloed van de Geest in je ziel. Het is bidden, en wel zonder ophouden. Dat betekent Hem je adem laten zijn van je bestaan. Het is tijd maken voor specifiek gebed om van daaruit - in innige verbondenheid met Christus - te leven, te werken, te zingen, te rusten. Het gaat erom Gods Vrede in je te dragen, als een voort-durend lied van binnenuit aan jou geschonken. Het is die Vrede die Christus geschonken heeft met Pinksteren aan zijn leerlingen, maar dagelijks ook aan jou. Om vanuit het dragen van die Vrede liefde-vol in het leven te staan; Gods minne leggend in al wat je doet, Gods liefde gevend naar allen die je ontmoet en waarvoor je bidt. Het is leven vanuit de liefde jouw gegeven, om haar terug te schenken aan je Schepper door haar te belichamen in heel je persoon bij al wat je doet. Het is Gods liefde zijn, toelatend dat Hij dat door jou heen is in Christus Jezus.Dat is onder andere 'alles geven van wat je bezit'.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, schepper van ons bestaan, van U willen wij zijn. U willen we toebehoren. Voor U willen we leven. Neem ons op in Christus, opdat zijn liefde zich mag manifesteren in ons leven; heel concreet, in de eenvoud en de vreugde van het evangelie. Moge de wereld zien en ervaren dat Christus verrezen is. In zijn naam. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.