Lezingen van de dag – zondag 11 aug 2019

 

zondag 19 door het jaar – C


Uit het boek Wijsheid 18, 6-9

De voornaamste gebeurtenis in de geschiedenis van het Godsvolk voltrekt zich gedurende de nacht: de uittocht uit Egypte naar het Beloofde Land en de keuze van Israël tot uitverkoren volk. Enkel wie Hem verwacht in gebed en lofprijzing, zal God herkennen in de nacht.

De nacht van de uittocht uit Egypte was onze voorouders van tevoren aangekondigd, opdat ze moed zouden putten uit de vervulling van de beloften waarop ze vertrouwd hadden. Uw volk verwachtte de redding van de rechtvaardigen en de ondergang van hun vijanden.
En wat U bij de tegenstanders gebruikte als straf, hebt U ons, die door U geroepen zijn, als genade toebedeeld. De vrome dienaren van het goede volk brachten hun offers in het verborgene. Eensgezind namen de heiligen het goddelijke gebod in acht dat zij moeten delen in elkaars voor– en tegenspoed. Zo konden zij al van tevoren de lofliederen van onze voorouders aanheffen.

 

Psalm 33, 1 + 12 + 18 + 19 + 20 + 21 + 22

Refr.: Gelukkig het volk dat de Heer als zijn God heeft.

Juich, rechtvaardigen, voor de Heer,
de oprechten moeten Hem loven.

Gelukkig het volk dat de Heer als zijn God heeft,
de natie die Hij verkoos als de zijne.

Het oog van de Heer rust op wie Hem vrezen,
en hopen op zijn trouw.

Hij zal hen redden in doodsgevaar,
bij hongersnood zal Hij hun leven sparen.

Wij verwachten vol verlangen de Heer,
Hij is onze hulp en ons schild.

Ja, om Hem is ons hart verblijd,
op zijn heilige Naam vertrouwen wij.

Schenk ons uw trouw, Heer,
op U is al onze hoop gevestigd.

 

Uit de brief van Paulus aan de Hebreeën 11, 1-2 + 8-19

Deze tekst is een ‘hymne aan het geloof’, niet opgevat als een beredeneerd instemmen met dat geloof of als een zoeken naar zekerheid, maar als een verhaal. Vrouwen en mannen werden geroepen, weggehaald uit het gevestigd bestaan, om vertrouwvol op weg te gaan. Onvermoeibaar, vaak doorheen de nacht van twijfel, vervolgden zij de zoektocht naar een ander vaderland. En wanneer de gehoorzaamheid hen geleid had tot de dood, hadden zij de zekerheid dat God hen het leven terug schonk.

Broeders en zusters,
het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien. Om hun geloof werden de mensen uit vroeger tijden geprezen.
Door zijn geloof ging Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam op weg naar een plaats die hij in bezit zou krijgen, en hij ging op weg zonder te weten waarheen. Door zijn geloof trok hij naar het land dat hem beloofd was maar hem nog niet toebehoorde. Samen met Isaak en Jakob, mede–erfgenamen van de belofte, woonde hij daar in tenten omdat hij uitzag naar een stad met fundamenten, door God zelf ontworpen en gebouwd.
Door haar geloof ontving ook Sara, hoewel ze onvruchtbaar was gebleven en niet meer in de bloei van haar leven was, de kracht om een kind te verwekken, en wel omdat ze vertrouwde op degene die de belofte had gedaan. Zo bracht één man, wiens kracht al gestorven was, zoveel nakomelingen voort als er sterren aan de hemel staan, ontelbaar als zandkorrels op het strand langs de zee.
Zij allen zijn in geloof gestorven; wat hun beloofd was zagen ze geen werkelijkheid worden, ze hebben slechts een glimp ervan begroet, en ze zeiden van zichzelf dat zij op aarde leefden als vreemdelingen en gasten. Door zo te spreken lieten ze blijken op doorreis te zijn naar een vaderland. En daarmee bedoelden ze niet het vaderland waaruit ze weggetrokken waren, anders waren ze daarheen wel teruggekeerd. Nee, ze keken reikhalzend uit naar een beter vaderland: het hemelse. Daarom schaamt God zich er niet voor hun God genoemd te worden en heeft Hij voor hen een stad gereedgemaakt.
Door zijn geloof kon Abraham, toen hij op de proef werd gesteld, Isaak als offer opdragen. Hij die de beloften had ontvangen, was bereid zijn enige zoon te offeren. Terwijl er tegen hem gezegd was: ‘Alleen door Isaak zul je nageslacht krijgen’, zei hij bij zichzelf dat het voor God mogelijk moest zijn iemand uit de dood op te wekken, en daarom kreeg hij hem ook terug, bij wijze van voorafbeelding.

 

Alleluia.

Geprezen de koning die komt,
in de naam van de Heer !
Vrede in de hemel en eer in de hoge.

Alleluia.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 12, 32-48

Het Koninkrijk is er al: wij moeten ons dus ontdoen van aardse rijkdom en een onvergankeljke schat verzamelen. Het Koninkrijk is nog komende: wij moeten dus klaar staan om de Meester te ontvangen die op elk ogenblik kan terugkomen, zelfs midden in de nacht. De knecht die klaar staat om te dienen, zal door de Heer zelf worden bediend. De dienaar die verrast wordt door ledigheid, zal door de Heer worden achtergelaten. Ieder zal rekenschap moeten afleggen volgens zijn gaven en verantwoordelijkheden.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Vrees niet, kleine kudde, want jullie Vader heeft jullie het Koninkrijk willen schenken. Verkoop je bezittingen en geef aalmoezen. Maak voor jezelf een geldbuidel die niet verslijt, een schat in de hemel die niet opraakt, waar een dief niet bij kan en die door geen mot kan worden aangevreten. Waar jullie schat is, daar zal ook jullie hart zijn.
Sta klaar, doe je gordel om en houd de lampen brandend, en wees als knechten die hun heer opwachten wanneer hij terugkeert van een bruiloft, zodat ze direct voor hem opendoen wanneer hij aanklopt. Gelukkig de knechten die de Heer bij zijn komst wakend aantreft. Ik verzeker jullie: hij zal zijn gordel omdoen, hen aan tafel nodigen en hen bedienen. Gelukkig degenen die hij zo aantreft, ook al komt hij midden in de nacht of kort voor het aanbreken van de dag. Besef wel: als de heer des huizes had geweten op welk uur de dief zou komen, dan zou hij niet in zijn huis hebben laten inbreken. Ook jullie moeten klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.’
Petrus vroeg: ‘Heer, is deze gelijkenis alleen voor ons bedoeld of voor iedereen?’
De Heer antwoordde: ‘Wie is die betrouwbare en verstandige rentmeester die de heer zal aanstellen over zijn knechten om hun op tijd het eten te geven dat hun toekomt? Gelukkig de dienaar die daarmee bezig is wanneer zijn heer komt. Ik verzeker jullie: hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit. Maar als die dienaar bij zichzelf zegt: Mijn heer komt maar niet, en als hij de knechten en dienstmeisjes gaat slaan, zich volvreet en zich bedrinkt, dan komt de heer van die dienaar op een dag waarop hij het niet verwacht en op een tijdstip dat hij niet kent, en dan zal hij hem straffen met zijn zwaard en hem het lot van de trouwelozen doen ondergaan. De dienaar die weet wat zijn heer wil, maar geen voorbereidingen treft en niet overeenkomstig zijn wil handelt, zal veel slagen te verduren krijgen. Maar wie niet weet wat zijn heer wil en zo handelt dat hij slaag verdient, zal weinig slagen te verduren krijgen. Van iedereen aan wie veel gegeven is, zal veel worden geëist, en hoe meer aan iemand is toevertrouwd, des te meer zal van hem worden gevraagd.’

Van Woord naar leven

De sleutelwoorden van de drie lezingen van deze zondag zijn wachten en waken.De grootheid van een mens schrijft Br. Benoit Standaert, ligt in zijn capaciteit om te “wachten”. De kracht van een opvoeding laat zich meten aan de verworven vrijheid om geduld te oefenen. Maar kunnen we vandaag nog wachten, nog geduld uitoefenen? Er zijn de wetten van de natuur waar we (nog) niet onderuit kunnen: de opeenvolging van de seizoenen, een moeder een vader die 9 maanden wachten op nieuw leven, de groei naar volwassenheid, oud worden, geboren worden en sterven. Maar er zijn vele dingen in ons leven waarop we niet kunnen wachten. Hebben we een behoefte dan willen we die dikwijls zo vlug als onmiddellijk invullen. Zin in iets? Onze vele goestingen ….wachten is dan ver te zoeken. Halloween, Sinterklaas, Kerst en Nieuwjaar lopen door elkaar... Ook in onze relatievorming staat wachten niet vooraan. Maken we nog voldoende tijd vrij om elkaar te leren kennen? Om echt te verlangen naar iemand? One night stand en vluggertje zijn begrippen die in bepaalde middens zo maar gehanteerd worden.Misschien een verouderd woord …. Zijn we nog bereid om te “vasten”. En vasten niet alleen in de betekenis van zich iets ontzeggen in zijn voeding, maar in de breedste zin van het woord: zich iets naar lichaam of geest ontzeggen, leren wachten, uitkijken naar...Bij waken denken we automatisch aan ziekte, lijden en dood. Een moeder die zorgt voor een kind, een dierbare die waakt bij een zieke, een bejaarde. Waken, wakker blijven, alert zijn en uitkijken naar de toekomst... Bij waken bij een stervende worden we geconfronteerd, niet alleen met degene die aan het sterven is, maar worden we ook zelf geconfronteerd met onze eindigheid. Wat houdt de toekomst in? Wat betekent het leven? Naar wie en wat kijken we uit? Waken bij een stervende laat sporen na... En proberen wij mensen ook dit ogenblik niet naar onze hand zetten? Met lijden, dood, afscheid nemen hebben we het zeer moeilijk. Willen we ook hier nog voldoende tijd vrij maken om te wachten? Zijn we bereid om voldoende tijd te geven aan de stervende, aan de mensen die de stervende omringen? Zijn we bereid om ook op dit eigenste moment toekomst te geven? Om uit te kijken naar een nieuw maar ander leven?In het evangelie van vandaag staat: "Doe je gordel om en houd de lampen brandend". Leef als mensen die wachten op hun heer die naar een bruiloft is en als de heer terugkomt en klopt, hem aanstonds kan ontvangen. En de Heer zal degenen die Hij bij zijn komst wakende vindt, zal Hij uitnodigen aan zijn tafel en de Heer zelf zal de wakenden bedienen!. Jezus biedt ons een toekomst aan. Christenen wachten op Iemand. Ze leven in verwachting, zoals een toekomstige moeder uitziet naar nieuw gelaat, nog verborgen in haar schoot.In het evangelie van vandaag staat er iets bijzonders: "Gelukkig de knechten die de Heer bij zijn komst wakend aantreft. Ik verzeker jullie: hij zal zijn gordel omdoen, hen aan tafel nodigen en hen bedienen." Liefde is wederzijds, liefde is wederkerig.Waakzaamheid betekent geenszins voorzichtigheid. Waakzaamheid houdt in: bereidheid tot dienstbaarheid, bereid zijn om aan de slag te gaan, om mee op pad te gaan, om je naaste echt graag te zien, in naam van de Heer. Luisteren naar elkaar, iemand zijn verhaal laten doen, aandacht hebben voor elkanders vreugde en verdriet, open staan voor elkaar: dat is de waakzaamheid waar Jezus het vandaag over heeft.De overweging van vandaag is van de hand van Etienne CobbaertReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Goede God, maak van ons waakzame mensen, die als een gebed zonder ophouden eenvoudig en blij uitkijken naar uw voortdurend komen, nu en in het uur van onze dood. Geef ons een hart dat open staat voor uw liefde, opdat wij vanuit uw Geest mogen beminnen en U aanwezig stellen in al wat wij doen. In Christus' naam. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.