Lezingen van de dag – zondag 17 jan. 2016
2e ZONDAG DOOR HET JAAR – C
Uit de profeet Jesaja 62, 1-5
De ontrouw van het uitverkoren volk werd bestraft met de ballingschap. Maar God kondigt vergiffenis aan. Jeruzalem bouwt Hij weer op en vervult het met heerlijkheid, zoals een bruidegom zijn ontrouwe bruid terugneemt en haar overlaadt met nieuwe tederheid.
Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem ben ik niet stil, totdat het licht van haar gerechtigheid daagt en de fakkel van haar redding brandt.
Alle volken zullen je gerechtigheid zien, alle koningen je majesteit. Men zal je noemen bij een nieuwe naam die de Heer zelf heeft bepaald.
Je zult een schitterende kroon zijn in de hand van de Heer, een koninklijke tulband in de hand van je God.
Men noemt je niet langer Verlatene en je land niet langer Troosteloos oord, maar je zult heten Mijn verlangen en je land Mijn bruid. Want de Heer verlangt naar jou en je land wordt ten huwelijk genomen.
Zoals een jongeman een meisje tot vrouw neemt, zo zullen jouw zonen jou ten huwelijk nemen, en zoals de bruidegom zich verheugt over zijn bruid, zo zal je God zich over jou verheugen.
Psalm 96, 1 + 2 + 3 + 7 + 8 + 9
Refr.: Buich u voor de Heer in zijn heilige glorie.
Zing voor de Heer een nieuw lied,
zing voor de Heer, heel de aarde.
Zing voor de Heer, prijs zijn Naam,
verkondig van dag tot dag dat Hij ons redt.
Maak aan alle volken zijn majesteit bekend,
aan alle naties zijn wonderdaden.
Erken de Heer, stammen en volken,
erken de Heer, zijn majesteit en macht.
Erken de Heer, de majesteit van zijn Naam,
draag geschenken zijn voorhoven binnen.
Buig u voor de Heer in zijn heilige glorie,
huiver, heel de aarde, als Hij verschijnt.
Uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 12, 4-11
De Geest is in de Kerk de bron van de meest verscheidene gaven. Door hen werkt Hij en wordt ook bron van diepe eenheid onder het Godsvolk.
Broeders en zusters,
er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest; er zijn verschillende dienende taken, maar er is één Heer; er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt. In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente.
Aan de een wordt door de Geest het verkondigen van wijsheid geschonken, aan de ander door diezelfde Geest het overdragen van kennis; de een ontvangt van de Geest een groot geloof, de ander de gave om te genezen. En weer anderen de kracht om wonderen te verrichten, om te profeteren, om te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is, om in klanktaal te spreken of om uit te leggen wat daar de betekenis van is.
Al deze gaven worden geschonken door een en dezelfde Geest, die ze aan iedereen afzonderlijk toebedeelt zoals Hij wil.
Maak ons hart ontvankelijk, Heer,
opdat wij de woorden
van uw Zoon zouden begrijpen.
Alleluia.
Uit het evangelie volgens Johannes 2, 1-12
De aarden kruiken van de oude Wet lopen over van de nieuwe wijn der genade. Door de wijn te verschaffen voor het bruiloftsfeest, neemt Jezus de rol over van de bruidegom. Door dit wonder bekomt Maria van haar Zoon dat het uur van het heil als het ware wordt vervroegd. Maria wordt ‘vrouw’ genoemd, de nieuwe Eva. Zij is het symbool van de mensheid die opkijkt naar haar Redder.
Er was een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd.
Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen Hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’
‘Wat wilt u van me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’
Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is.’
Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete.
Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’
Ze vulden ze tot de rand.
Toen zei Hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.’
Dat deden ze.
En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde (hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel) riep hij de bruidegom en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’
Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste wonderteken; Hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in Hem.
Daarna ging Hij naar Kafarnaüm, met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen, en daar bleven ze een paar dagen.
Van Woord naar leven

Laten wij bidden
Heer,
De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.