Lezingen van de dag – zondag 18 aug 2019

 

zondag 20 door het jaar – C


Uit de profeet Jeremia 38, 4-6 + 8-10

Jeremia nodigt zijn landgenoten uit om veeleer op God te vertrouwen dan te rekenen op politieke bondgenootschappen of nationale trots. Hij verschijnt daarmee als iemand die ontreddering en tweedracht zaait in het hele land. Zijn woord is een vuur dat verslindt, een zwaard dat verdeelt. Op dit punt, evenals in de vervolging die hij moet ondergaan, is Jeremia een voorafbeelding van Christus.

De raadsheren zeiden tegen de koning: ‘Die man moet ter dood gebracht worden. Door zulke dingen te zeggen ondermijnt hij immers het moreel van de inwoners en van de soldaten die hier nog overgebleven zijn. Hij heeft niet hun behoud voor ogen, maar hun ondergang.’
Koning Sedekia antwoordde: ‘Doe met hem wat je wilt; ik kan jullie niet tegenhouden.’
Ze brachten Jeremia naar de waterkelder van prins Malkia, in het kwartier van de paleiswacht, en lieten hem aan touwen zakken. In de put stond geen water meer; er was alleen modder, waarin Jeremia wegzakte.
Ebed-Melech verliet het paleis, ging naar hem toe en zei: ‘Mijn heer en koning, het is misdadig dat deze mannen Jeremia in een waterkelder hebben gegooid. Waarom moet hij juist daar van honger omkomen? Elders in de stad is ook geen brood meer.’
De koning beval Ebed-Melech: ‘Ga met dertig man naar die waterkelder en haal Jeremia naar boven, voordat hij sterft.’

 

Psalm 40, 2 + 3 + 4 + 18

Refr.: De Heer heeft mijn roep om hulp gehoord.

Vol verlangen heb ik op de Heer gewacht
en Hij boog zich naar mij toe,
Hij heeft mijn roep om hulp gehoord.

Hij trok mij uit de kuil van het graf,
uit de modder, uit het slijk.
Hij zette mij neer op een rots,
een vaste grond voor mijn voeten.

Hij gaf mij een nieuw lied in de mond,
een lofzang voor onze God.
Mogen velen het zien
vol ontzag en vertrouwen op de Heer.

Ik ben arm en zwak, Heer, denk aan mij.
U bent mijn helper, mijn bevrijder,
mijn God, wacht niet langer.

 

Uit de brief van Paulus aan de Hebreeën 12, 1-4

Het volstaat niet woorden te spreken die kwetsen en verdelen. Men moet ook moedig en sereen de vijandigheid dragen die ze teweegbrengen. Christus ging tot het uiterste in de vervulling van zijn taak. Hij heeft zelfs zijn bloed vergoten. Die ons voorgingen in het geloof, kijken toe en bemoedigen ons. En Jezus, onze beloning, wacht op ons aan het einde van de wedloop.

Broeders en zusters,
nu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten ook wij de last van de zonde, waarin we steeds weer verstrikt raken, van ons afwerpen en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt. Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan de vreugde die voor Hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God.
Laat tot u doordringen hoe Hij standhield toen de zondaars zich zo tegen Hem verzetten, opdat u niet de moed verliest en het opgeeft.
U hebt in uw strijd tegen de zonde uw leven nog niet op het spel gezet.

 

Alleluia.

Maak ons hart ontvankelijk, Heer,
opdat wij de woorden van uw Zoon
zouden beminnen en begrijpen.

Alleluia.

 

Uit het evangelie volgens Lucas 12, 49-53

In zijn zending is Jezus op het ogenblik gekomen dat Hij doorvoelt dat Hij moet ondergedompeld worden in de dood (doop) om de eindtijd te laten aanbreken (vuur). Zijn tijdgenoten moeten nu partij kiezen voor of tegen Hem. Zij zullen zo ver gaan Hem ter dood te brengen. Leerlingen van Christus weten, vandaag zoals toen, dat getuigen van de vrede volgens het Evangelie er toe kan leiden de meest dierbare banden te verbreken.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Ik ben gekomen om op aarde een vuur te ontsteken, en wat zou Ik graag willen dat het al brandde! Ik moet een doop ondergaan, en Ik word hevig gekweld zolang die niet volbracht is.
Denken jullie dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde? Geenszins, zeg Ik jullie, Ik kom verdeeldheid brengen. Vanaf heden zullen vijf in één huis verdeeld zijn: drie tegen twee en twee tegen drie. De vader zal tegenover zijn zoon staan en de zoon tegenover zijn vader, de moeder tegenover haar dochter en de dochter tegenover haar moeder, de schoonmoeder tegenover haar schoondochter en de schoondochter tegenover haar schoonmoeder.’

Van Woord naar leven

Het evangelie is het zaad bij uitstek wat betreft leven in vrede en eenheid. En nu horen we spreken over verdeeldheid en vuur, dat Jezus zelf is komen brengen. Is het evangelie in deze perikoop dan inconsequent aan zichzelf? Nee, integendeel. Jezus vraagt juist om wél consequent te zijn aan zijn oproep. Wie consequent doet wat het evangelie vraagt komt soms in woelige wateren terecht, namelijk in die wateren waar de liefde gekwetst wordt.Heel concreet: wanneer je vindt dat Europa z’n deuren meer moet openen voor ieder die vlucht voor oorlog, honger of wat dan ook, komt al snel in conflict met bepaalde ideeën die momenteel heersend en dikwijls bepalend zijn; ideeën die stellen dat de Europese landsgrenzen juist toe moeten voor vluchtelingen. Om conflict te vermijden zou je kunnen meeheulen met dat gedachtengoed. Maar ben je consequent aan de oproep van het evangelie, dan ontstaat er sowieso conflict en verdeeldheid. Is dat slecht? Helemaal niet. Dat is de consequentie van het evangelie, het vuur en de twist waarover Jezus vandaag spreekt.En dat heeft zo z’n gevolgen; gevolgen die ver kunnen gaan. Zozeer zelfs, dat je je leven er misschien voor moet geven. Dat zien we soms gebeuren in de wereld. Een goede vijf jaar geleden werd de jezuïet Frans van der Lugt doodgeschoten in de Syrische stad Homs. Mensen verhongerden, bommen sloegen dag en nacht in. Ze leefden voortdurend in de angst slachtoffer te worden van terreur. Maar pater Frans bleef. Daar koos hij voor. Hij wilde bij zijn mensen blijven, tot het uiterste. Hij liep niet weg van de liefde. Hij wilde trouw zijn aan het evangelie; heel concreet door niet weg te vluchten van zijn mensen, door hen van eten en goederen te voorzien, door hen veiligheid te bieden, onderdak,… Met moord tot gevolg.Het vuur van de consequentie aan het evangelie hoeft natuurlijk niet altijd zo fel te zijn, of ver van huis. Het zit soms in heel kleine dingen, in het hart van ons eigen leven. Bewust roddel stoppen op de werkvloer, aandacht vragen voor een klasgenoot die moeilijk meekan, met je kinderen de soms moeilijke discussie aangaan om tijdens de maaltijd geen gsm te gebruiken.Kom je daardoor in moeilijk vaarwater terecht? Brengt dit een zekere verdeeldheid met zich mee? Zo ja, dat is dan zo. Van belang is dan we dan de wapens van het geloof opnemen en de goede strijd strijden. Of anders gezegd: dat we de liefde altijd voor ogen houden en deze consequent maar warm blijven beleven. Met je pubers het goede gesprek blijven voeren over het gsm-gebruik aan tafel, je directie van je school aanspreken aangaande de leerling die niet meekan en waar weinig rekening mee wordt gehouden, die mensen durven aanspreken die de roddel op de werkvloer gaande houden.Het is werken aan menselijkheid, aan zingeving, aan positieve verbinding. Het is de liefde omarmen; zowel in jezelf als in de samenleving. Het is dicht bij de Heer blijven om zelf staande te blijven in de liefde, maar ook om deze uit te dragen daar waar ze gekwetst wordt.Het is niet pretentieus als christen te denken het geweten te moeten zijn in de samenleving. Dit heeft met liefde te maken voor God, voor zijn oproep; liefde voor de liefde. En zijt gij dat steentje dat pijn doet in de schoen van de samenleving… dat is dan zo. Maar wees een liefdevol steentje; bescheiden en altijd met het diepste respect voor ieder.Een mooie en gezegende zondag voor ieder van u.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer, schenk uw vrede in ons hart, opdat wij vanuit U liefdevolle mensen mogen zijn, U dragend én uitdragend. Als dit pijnlijke reacties losweekt bij anderen... het zij zo. Geef dan wij dan, ja vooral dan, bereid en bekwaam zijn uw vrede te bewaren om in U stand te houden, het kruis van de liefde dragend; vergevingsgezind én barmhartig. Kom Heer, omhels ons allen, wees de hele mensheid genadig, dat ieder de Vader mag leren kennen en beminnen als bron van het ware leven. In uw naam. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.