Lezingen van de dag – zondag 28 juni 2020

 

zondag 13 door het jaar – A


Uit het tweede boek Koningen 4, 8-11 + 14-16a

Een vrouw die geen kinderen heeft, en waarvan de man reeds oud is, ontvangt de profeet Elisa gastvrij in haar huis. Elisa, getuige van de God die leven geeft, belooft zijn gastvrouw dat zij een zoon zal krijgen. Wie een man van God opneemt, neemt God zelf op.

Op zekere dag kwam Elisa door Sunem. Daar woonde een voorname vrouw die hem dringend uitnodigde om te komen eten. Van toen af aan ging hij elke keer als hij langs Sunem kwam bij haar eten.
De vrouw zei tegen haar man: ‘Die godsman die telkens bij ons op bezoek komt, is beslist heilig. Laten we op het dak van ons huis een kamer voor hem maken en daar een bed, een tafel, een stoel en een lamp neerzetten, dan kan hij zich daar terugtrekken als hij bij ons komt.’
Toen Elisa op een dag weer door Sunem kwam, onderbrak hij zijn reis en ging rusten in het voor hem ingerichte vertrek.
Weer vroeg Elisa: ‘Kan ik echt niets voor haar doen?’ en Gechazi antwoordde: ‘Jawel, ze heeft geen zoon, en haar man is al oud.’
Toen zei Elisa: ‘Roep haar binnen.’
Gechazi riep haar, de vrouw kwam in de deuropening staan en Elisa zei tegen haar: ‘Vandaag over een jaar zult u een zoon in uw armen houden.’

 

Psalm 104

Refr.: Uw gunsten, Heer, wil ik altijd bezingen.

Uw gunsten, Heer, wil ik bezingen,
uw trouw verkondigen aan elk geslacht..
Gij hebt gezegd: ‘Mijn gunst blijft eeuwig duren!’
De hemel is de grondslag van uw trouw.

Gelukkig is het volk dat weet wat blijdschap is,
omdat het leeft, Heer, in het licht van uw gelaat.
Omdat het heel de dag uw Naam verheerlijkt,
in uw gerechtigheid zijn glorie.

Want Gij zijt onze roem en onze sterkte,
uw gunst maakt ons een groot en machtig volk.
Want van de Heer ontvingen wij onze schild,
de Heilige van Israël gaf ons een koning.

 

 

Uit de brief van Paulus aan de Romeinen 6, 3-4 + 8-11

De gelovige die gedoopt is in de dood van Christus, is gestorven voor de zonde. Eén met de verrezen Heer, leeft hij voortaan alléén voor de levende God.

Broeders en zusters,
weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? We zijn door de doop in zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden.
Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met Hem zullen leven, omdat we weten dat Hij, die uit de dood is opgewekt, niet meer sterft. De dood heeft geen macht meer over Hem. Hij is gestorven om een einde te maken aan de zonde, voor eens en altijd; en nu Hij leeft, leeft Hij voor God.
Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God.

 

Alleluia.

Wie jullie ontvangt, ontvangt mij,
en wie mij ontvangt,
ontvangt Hem die mij gezonden heeft.

Alleluia.

 

Uit het evangelie volgens Matteüs 10, 37-42

Het is onmogelijk echt van Christus te houden zonder Hem meer te beminnen dan iemand ander, meer zelfs dan zijn eigen leven. Het is onmogelijk Christus na te volgen zonder zijn kruis te ontmoeten. En het is onmogelijk Christus te ontvangen, zonder dat men gezondenen ontvangt.

Jezus sprak tot zijn leerlingen:
‘Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard, en wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van mij, is mij niet waard. Wie niet zijn kruis op zich neemt en mij volgt, is mij niet waard. Wie zijn leven probeert te behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, die zal het behouden.
Wie jullie ontvangt ontvangt mij, en wie mij ontvangt ontvangt Hem die mij gezonden heeft. Wie een profeet ontvangt omdat het een profeet is, zal als een profeet beloond worden, en wie een rechtvaardige ontvangt omdat het een rechtvaardige is, zal als een rechtvaardige beloond worden.
En wie een van deze geringe mensen een beker koel water te drinken geeft alleen omdat het een leerling van mij is, ik verzeker jullie: die zal zeker beloond worden.’

Van Woord naar leven

Het evangelie van vandaag komt op het eerste zicht stroef over. Want Jezus zegt dat wanneer je je ouder of je kinderen meer bemint dan Hem, dat je Hem niet waard bent. De uitdaging bestaat er nu in trachten te begrijpen wat hier bedoeld wordt.Het gaat er, mijn inziens, niet om wie we het meest beminnen, maar wel wie het centrum is van ons beminnen. En Jezus vraagt, tussen de lijnen door, of Hij dat mag zijn. Er is dus (uiteraard, en God-zij-dank) niets fout mee je ouders en kinderen te beminnen, maar het is goed hen te beminnen vanuit Jezus' inwoning in jezelf.Je kan namelijk je ouders of kinderen ook beminnen los van Hem. Is die liefde minder? Dat hoor je me niet zeggen. Maar ze is wel anders. Iemand die zijn kinderen liefheeft los van Christus zal bijvoorbeeld niet zo snel geneigd zijn z'n kinderen de waarde van het dagelijks gebed bij te brengen. Wie z'n kinderen bemint en opvoedt vanuit het besef dat Jezus ons bewoont, ons stuwt en zendt, zal wél aandacht schenken aan het gebedsleven. Zo sprak ik onlangs in het woonzorgcentrum waar ik werkzaam ben met een man van 90 jaar die in zijn jonge jaren zo graag priester had willen worden. Hij ervoer dit als een werkelijke roeping. Maar hij moest, als oudste zoon, thuis blijven om mee op de boerderij te werken. Door de trouw aan zijn ouders verkleinde met de jaren de vlam van de priesterroeping. Er kwam een lief, ze vlogen uit, en er volgde een hele nest kinderen. Nu, vele vele jaren later, en al lang weduwenaar, voelt hij aan hoe jammer het is dat hij vroeger z'n weg niet mocht/kon gaan waartoe hij zich in de diepte geroepen wist. Ik wil niet oordelen over zijn ouders, maar ik heb zoiets van: jammer toch. Hoe belangrijk is het onze kinderen lief te hebben vanuit Christus.Maar dat geldt dus ook voor onze ouders, en in wezen voor allen met wie wij op een of andere wijze een relatie hebben. Mag Christus het centrum zijn van mijn liefde voor hen? Daar gaat het om.En dan moet je inderdaad, zoals het evangelie vandaag zegt, je leven verliezen. Dat betekent: je moet wat jezelf wilt los van Christus achterlaten. Je moet afsterven, zoals men dat vroeger uitdrukte, aan je oppervlakkig ik. Opdat je ware ik (waarvan God heeft gezegd dat Hij het geschapen heeft naar zijn beeld en gelijkenis) meer en meer tot leven kan komen. Dat ik, dat Christus centraal zal stellen, zal je op een juiste wijze doen beminnen, volgens de logica van de hemel, om het zo te zeggen.Als we zo beminnen, dus volgens die logica, zullen we inderdaad, zoals de Heer vandaag zegt, Hem ontmoeten in de medemens, die we maar al te graag zullen beminnen vanuit Gods inwoning. Deze wijze van liefhebben is wezenlijk zo anders dan wanneer we elkaar graag zien los van Christus. Een christen zou dit moeten weten, en ervaren.Laten we, vanuit het evangelie van vandaag, Christus kiezen als het centrum van ons beminnen. Onze liefde voor onze kinderen en ouders zal er niet minder om zijn. Integendeel.Een mooie, en liefdevolle zondag, voor ieder van u.krisReageren, je eigen woordje plaatsen, of uitwisselen over de overweging, kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus, moge uw heilige Geest ons hart de diepte van Gods liefde schenken die ons zal helpen in het dagelijks leven de juiste keuzes te maken. Moge Gij het centrum zijn van ons beminnen. In uw naam. Amen.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.