maandag in de 2e paasweek

Uit de Handelingen van de Apostelen 4, 23-31

In een tijd waarin het bidden ons soms zo moeilijk schijnt, wordt hier als voorbeeld gegeven hoe de apostelen baden: de actuele situatie (vervolging, tegenwerking) confronteren met het geloof, de boodschap en de persoon van Jezus. Zulk gebed geeft kracht, moed en durf om vervuld van de heilige Geest het woord Gods trouw te zijn. Zulke geest-drift moeten wij eigenlijk nastreven, als we geloofwaardige christenen willen zijn.

Nadat Petrus en Johannes waren vrijgelaten, gingen ze naar de leerlingen en vertelden alles wat de hogepriesters en de oudsten hadden gezegd. 
Toen de leerlingen dat hoorden, riepen ze God eensgezind aan met de woorden: ‘Heer, U hebt de hemel en de aarde en de zee geschapen en alles wat daar leeft, U hebt door de heilige Geest, bij monde van onze voorvader David, uw dienaar, gezegd: “Waarom snoeven de volken en beramen de volksstammen zinloze plannen? De koningen van de aarde zijn aangetreden en de heersers spannen samen tegen de Heer en zijn gezalfde.” Want inderdaad, in deze stad hebben allen samengespannen tegen Jezus, uw heilige dienaar, die door U is gezalfd: Herodes, Pontius Pilatus, alle volken en ook de stammen van Israël, om datgene te doen waarvan U had bepaald en voorbestemd dat het moest gebeuren. Welnu, Heer, sla ook nu acht op hun dreigementen en stel ons, uw dienaren, in staat om vrijmoedig uw boodschap te verkondigen door ons bij te staan, zodat zieken genezing vinden en er tekenen en wonderen gebeuren in de naam van Jezus, uw heilige dienaar.’ 
Toen ze hun gebed beëindigd hadden, begon de plaats waar ze bijeen waren te beven, en allen werden vervuld van de heilige Geest en verkondigden de boodschap van God vrijmoedig.

Psalm 2, 1-9

Refr.: Gelukkig die de Heer vereren.

Waartoe leidt het woeden van de volken,
het rumoer van de naties? Tot niets.
De koningen van de aarde komen in verzet,
de heersers spannen samen
tegen de Heer en zijn gezalfde:
‘Wij moeten hun juk afwerpen,
ons van hun boeien bevrijden.’

Die in de hemel troont lacht,
de Heer spot met hen.
Dan spreekt Hij tot hen in woede,
en zijn toorn verbijstert hen:
‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd,
op de Sion, mijn heilige berg.’

Het besluit van de Heer wil ik bekendmaken.
Hij sprak tot mij: ‘Jij bent mijn zoon,
Ik heb je vandaag verwekt.
Vraag het Mij en Ik geef je de volken in bezit,
de einden der aarde in eigendom.
Jij zult ze breken met een ijzeren staf,
ze stukslaan als een aarden pot.’

Vers voor het evangelie (Lc 24, 46)

Alleluia.
Er staat geschreven
dat de messias zal lijden en sterven,
maar dat Hij op de derde dag
zal opstaan uit de dood.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Johannes 3, 1-8

Het verhaal van de ontmoeting tussen Jezus en Nikodemus leert ons de diepere zin van het christelijk doopsel: herboren worden, nieuwe mens worden, paasmens. De mens is meer dan vlees en bloed en stof. Hij is in het doopsel als het ware opnieuw geboren. Elke gedoopte is een kans voor Jezus om weer mens te worden onder de mensen. Het doopsel vraagt dat wij elke dag als gedoopten leven.

Er was een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. Hij kwam in de nacht naar Jezus toe.
‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat U een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de tekenen verrichten die U verricht.’ 
Jezus zei: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ 
‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot in gaan en weer geboren worden?’ 
Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, niemand kan het koninkrijk van God binnengaan tenzij hij geboren wordt uit water en Geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. Wees niet verbaasd dat Ik zei dat jullie opnieuw geboren moeten worden. De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’

Van Woord naar leven

In zijn gesprek met Nicodemus zegt Jezus ook tot ons vandaag: Werkelijk, Ik verzeker u, niemand kan het koninkrijk van God binnengaan tenzij hij geboren wordt uit water en Geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. Wees niet verbaasd dat Ik zei dat jullie opnieuw geboren moeten worden.’

Biologisch gezien zijn wij uiteraard uit een mens geboren. Een wonderlijk gebeuren dat haar wortels vindt in God zelf. De roeping van de christen echter is in zijn leven een diepere dimensie van geboorte te ontdekken, namelijk een geboren, of herboren, worden in de heilige Geest. Daar hoeven we, in zeker opzicht, niets speciaals voor te doen omdat de meesten van ons het sacrament van het doopsel reeds hebben ontvangen, waar we door Gods genade herboren zijn in de heilige Geest. Een groots gebeuren, vol van genade, toen op de dag van ons doopsel. Maar laten we ons niet vergissen: deze bron van genade in ons hart vloeit sindsdien elke seconde van ons leven.

De heilige Geest – ons geschonken met het doopsel – bidt in ons, en wel zonder ophouden. Stel dat wij als persoon niet zouden bidden, en ons zelfs zouden afkeren van God, de heilige Geest blijft in ons bidden. Zijn gebed gebeurt als het ware los van het feit of wij meebidden of niet. Bedoeling is echter dat wij – wanneer wij bidden – ons laten opnemen door de Geest in zijn gebed. Dát is christelijk gebed. Het is een deelname aan het gebed van de Geest in ons. Elke vorm van liturgie of persoonlijk gebed heeft tot doel neer te dalen in ons diepste innerlijk waar de Geest – die reeds bidt – wacht tot we ons bij Hem aansluiten. André Louf noemt dit deelname aan de liturgie van het hart.

Deze deelname vraagt afdaling, nederigheid, overgave, beschikbaarheid. Het vraagt een houding van toewijding aan Gods genade die Hij schenkt in de gave van zijn Geest. Vanuit dit innerlijk gebed zal de Geest ons binnenvoeren in het leven van de Heer. Of zoals Jezus het vandaag zegt: het is het koninkrijk van God binnengaan.

Laten we ons dagelijks, op vele momenten van de dag (bij wijze van spreken voort-durend), laven aan de bron van ons doopsel. Laten we ons aansluiten bij het gebed van de Geest, opdat God door ons heen – in Christus – mag gebeuren.

Laten wij bidden …

Vader,
wij bidden om een geest van armoede,
een geest van afdaling,
opdat ons gebed zich mag aansluiten
bij het gebed van de Geest in ons hart.
Mogen wij, vanuit dit innerlijk gebeuren,
diep verenigd met Christus,
uw liefde belichamen
naar allen die U ons toevertrouwt
doorheen gebed, daad en woord.
Alle dagen van ons leven.
Amen.

Een mooie maandag,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.