maandag in week 22 door het jaar

Uit de eerste brief van Paulus aan de Tessalonicenzen 4, 13-18

Paulus spreekt ons hier over de opstanding bij de wederkomst van de Heer. Zoals zijn tijdgenoten ziet hij deze in de nabije toekomst. Zijn woorden hebben echter ook voor ons waarde. Want hij spoort ons aan ons op deze komst van de Heer in geduldige en getrouwe verwachting voor te bereiden.

Broeders en zusters,
wij willen u niet in het ongewisse laten over degenen die u ontvallen zijn, zodat u niet hoeft te treuren, zoals anderen, die geen hoop hebben. Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden bij zich zal halen, samen met Jezus zelf.
Wij zeggen u met een woord van de Heer: wij, die in leven blijven tot de komst van de Heer, zullen de doden in geen geval voorgaan. Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet. Dan zullen we altijd bij Hem zijn.
Troost elkaar met deze woorden.

Psalm 96, 1-5 + 11-13

Refr.: Zing voor de Heer een nieuw lied.

Zing voor de Heer een nieuw lied,
zing voor de Heer, heel de aarde.
Zing voor de Heer , prijs zijn Naam,
verkondig van dag tot dag dat Hij ons redt.

Maak aan alle volken zijn majesteit bekend,
aan alle naties zijn wonderdaden.
Groot is de Heer , Hem komt alle lof toe,
geducht is Hij, meer dan alle goden.
De goden van de volken zijn minder dan niets,
maar de Heer : Hij heeft de hemel gemaakt!

Laat de hemel verheugd zijn, de aarde juichen,
de zee bruisen, met alles wat daar leeft.
Laat het veld verblijd zijn en alles wat daar groeit,
laten alle bomen jubelen voor de HEER.

Want Hij is in aantocht,
in aantocht is Hij als rechter van de aarde.
Rechtvaardig zal Hij de wereld berechten,
eerlijk oordelen over de volken.

Vers voor het evangelie

Alleluia.
Het werk van de Heer is goed en betrouwbaar,
al wat Hij besluit staat onwrikbaar vast.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Lucas 4, 16-30

In de synagoge van Nazaret verklaart Jezus dat de woorden uit de profeet Jesaja nu in vervulling zijn gegaan. Gods Geest rust op Hem. Hij is de gezalfde, de Christus, gezonden om de Blijde Boodschap te verkondigen. In Nazareth vindt Hij geen gehoor, maar bij de heidenen wel. Zijn boodschap is er voor allen.

Jezus kwam ook in Nazaret, waar Hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging Hij op sabbat naar de synagoge. Toen Hij opstond om voor te lezen, werd Hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en Hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat:
‘De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’
Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op Hem gericht.
Hij zei tegen hen: ‘Vandaag is de schrifttekst die jullie gehoord hebben in vervulling gegaan.’
Allen betuigden Hem hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden, en ze zeiden: ‘Dat is toch de zoon van Jozef?’
En Hij zei tegen hen: ‘Ongetwijfeld zullen jullie Me dit gezegde voorhouden: Geneesheer, genees uzelf. Doe alles waarvan wij gehoord hebben dat het in Kafarnaüm gebeurd is, ook hier in uw vaderstad.’
Hij vervolgde: ‘Luister, Ik zeg jullie dat geen enkele profeet welkom is in zijn vaderstad. Maar Ik zeg het jullie zoals het is: in de tijd van Elia, toen de hemel drie jaar en zes maanden lang gesloten bleef en er in het land een grote hongersnood uitbrak, waren er veel weduwen in Israël. Toch werd Elia niet naar een van hen gezonden, maar naar een weduwe in Sarepta bij Sidon. En in de tijd van de profeet Elisa waren er veel mensen in Israël met een huidziekte die hen onrein maakte. Toch werd niemand van hen gereinigd, maar wel de Syriër Naäman.’
Toen de aanwezigen in de synagoge dit hoorden, ontstaken ze in grote woede. Ze sprongen op en dreven Hem de stad uit, naar de rand van de berg waarop hun stad gebouwd was, om Hem in de afgrond te storten.
Maar Hij liep midden tussen hen door en vertrok.

Van Woord naar leven

LEVEN IN CHRISTUS’ PAASVREUGDE

Zing voor de Heer een nieuw lied,
zing voor de Heer, heel de aarde.
Zing voor de Heer , prijs zijn Naam,
verkondig van dag tot dag dat Hij ons redt.

Geliefde mensen,
laten we deelgenoot worden van de psalmist die deze verzen schreef. Of moeten we zeggen ‘zong’. Hij (of zij) was schijnbaar vervuld van vreugde door het besef dat God reddend aanwezig is in deze wereld.

Hoe zit dat eigenlijk – wat de vreugde betreft – bij ons?
Dragen wij Jezus’ paasjubel in ons? Of zijn wij ergens blijven hangen in het ‘niets’ van Stille Zaterdag?

Oh nee, mensen, denk nu niet dat ik pleit om dat soort mens te zijn dat áltijd rondloopt met een brede glimlach, omdat dat als christen nu eenmaal zo hoort. Nee aub niet. Laat ons vooral gewoon doen.

Maar laten we ons er wél van bewust zijn dat wij als christenen geroepen zijn te leven in Christus’ paasvrede. En wel op zo’n wijze dat we er drager en uitdrager van zijn, of steeds meer worden. Het zal niet enkel ons eigen zijn bepalen, maar we geven daardoor ook iets door aan anderen. Anders gezegd: wie leeft in Christus laat toe dat de Heer door hem/haar en met hem/haar liefheeft. Dat betekent dat je woorden, je handelingen, je gebed voor anderen, vol van genade zijn. Je laat toe dat Christus door jou heen mensen aanraakt. Dát, lieve mensen, is christen zijn. Dát is leven in het Pasen van de Heer. Het is mét Christus zeggen, al dan niet met woorden: ‘Gods vrede kome over jou’.

Laat ons zingen. Laat ons loven. Laat ons liefhebben. En wel vanuit Jezus’ opstanding.
Héérlijk toch om christen te mogen zijn!

Laten we bidden

Heer,
voor U zingen we een nieuw lied,
wij prijzen uw heilige Naam.
Doorheen ons leven
willen we verkondigen
dat U reddend aanwezig bent.
Heer,
leef in ons, door ons, met ons.
Moge ieder door ons heen
U ontmoeten.
Om deze genade bidden wij.
In uw naam.
Amen.

Een vredevolle maandag voor ieder van jullie.
Alle Goeds, kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.