maandag in week 28 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan de Galaten 4, 22-27 + 31; 5, 1

Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven. Laten we stand houden en ons niet opnieuw een slavenjuk laten opleggen.

Broeders en zusters,
er staat geschreven dat Abraham twee zonen had: één van zijn slavin en één van zijn vrijgeboren vrouw. De zoon van de slavin werd geboren volgens de loop van de natuur, maar die van de vrijgeboren vrouw dankte zijn geboorte aan de belofte. Dit heeft een diepere betekenis: de vrouwen staan voor twee verbonden. Het ene is het verbond van de Sinai in Arabië, dat slaven baart – dat is Hagar. Als beeld van dat verbond staat Hagar voor het huidige Jeruzalem, dat met haar kinderen in slavernij leeft. Maar het hemelse Jeruzalem is vrij, en dat is onze moeder, want er staat geschreven: ‘Wees verheugd, onvruchtbare vrouw, jij die niet baart. Jubel en juich, jij die geen weeën kent. Want de kinderen van de eenzame vrouw zullen talrijker zijn dan die van de gehuwde.’ Kortom, broeders en zusters, wij zijn geen kinderen van de slavin, maar van de vrijgeboren vrouw.
Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen. 


Psalm 113, 1-5 +7

Refr.: De Naam van de Heer zij geprezen van nu tot in eeuwigheid.

Loof, dienaren van de Heer,
loof de Naam van de Heer.
De Naam van de Heer zij geprezen
van nu tot in eeuwigheid.

Van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat
zij geloofd de naam van de Heer.
Verheven boven alle volken is de Heer,
verheven boven de hemel zijn luister.

Wie is gelijk aan de Heer, onze God,
die hoog daarboven zijn woning heeft?
Hij verheft uit het stof wie berooid is,
uit het vuil tilt Hij op wie alles ontbeert.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zegt de Heer;
Ik ken ze en zij volgen Mij.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 11, 29-32

Zoals sommige Joden van toen, verwachten ook vandaag veel mensen klare en duidelijke tekens eer zij beweren te kunnen geloven. Dikwijls vergeet men dat Jezus zelf het teken bij uitstek is, gezonden door de Vader, genadevol voor ieder die Hem ontvangt.

Toen er steeds meer mensen toestroomden, zei Jezus: ‘Dit is een verdorven generatie! Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van Jona. Zoals Jona een teken was voor de inwoners van Nineve, zo zal de Mensenzoon een teken voor deze generatie zijn. Op de dag van het oordeel zal de koningin van het Zuiden samen met de mensen van deze generatie opstaan en hen veroordelen, want zij was van het uiteinde van de aarde gekomen om te luisteren naar de wijsheid van Salomo, en hier zien jullie iemand die meer is dan Salomo! Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij waren na de prediking van Jona tot inkeer gekomen, en hier zien jullie iemand die meer is dan Jona!’

Van Woord naar leven

Een mens is pas helemaal mens, als hij in staat is om zich te geven aan Iemand die groter is. Ons kleine menszijn, opgesloten in de kleine wereld van ons eigen ‘ik’, wordt door het geloof opengebroken en voorzien van de mogelijkheid om ons te geven aan God, onze Heer, die van zijn kant met uitgestrekte armen voor ons staat om ons te ontvangen, ons in zich op te nemen, want hier is méér, zegt Jezus, méér dan Salomo, méér dan Jona.

De wijsheid van God, die altijd grotere wijsheid van God, is onder ons gekomen in Jezus. Dit betekent, dat dit een wijsheid is niet alleen van vroegere dagen, een oude wijsheid uit oma’s tijd, belegen wijsheid van profeten en wijsgeren die nog eens kan worden opgerakeld, waar mensen bedrevenheid in hebben, boeken over schrijven, of spreuken van verzamelen, nee, die wijsheid van Jezus is een wijsheid voor mensen nú. Dat is dus niet alleen iets van vroeger, dat is ook van nú. Het is een wijsheid vol van genade; vandaag in u, in de Kerk, in ieder van ons gelegd.

Dat doet Jezus’ wijsheid, die de wijsheid van de koningin van het Zuiden en die van Salomo ver overtreft: zichzelf in ons baren. Het is een innerlijke wijsheid, de wijsheid van het hart, de wijsheid van de liefde. Het is de grondader van ons leven , de liefde van God, de heilige Geest. In Hem worden de woorden gesproken. Van Hem is ook de ontvankelijkheid voor zijn woord in ons hart. In, en met, Jezus mogen wij leven, Gods liefde belichamen. Ja, hier is Iemand die meer is dan Jona.

Naar woorden van Jan Bots, sj

Veel zegen over de nieuwe week,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus,
in U zien wij Iemand die groter is dan Jona; Gij, vol van genade, in ieder van ons aanwezig. Wij bidden om de gave van innerlijke armoede, opdat wij ons ten diepste mogen toevertrouwen aan U. Ja Heer, wees Gij ons leven.
In uw naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.