maandag in week 29 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan de Efeziërs 2, 1-10

God heeft ons in Christus ten leven gewekt.

Broeders en zusters,
u was dood door de misstappen en zonden waarmee u voorheen de weg ging van de god van deze wereld, de heerser over de machten in de lucht, de geest die nu werkzaam is in hen die God ongehoorzaam zijn. Eens leefden wij allen net als zij: wij volgden onze wereldse begeerten en alle aardse verlangens die in ons opkwamen en stonden van nature bloot aan Gods toorn, net als ieder ander. 
Maar omdat God zo barmhartig is en de liefde die Hij voor ons heeft opgevat zo groot, heeft Hij ons, terwijl wij allen dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Door genade bent u gered! Hij heeft ons samen met Hem tot leven gewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus. 
Zo zal Hij, in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk zijn genade is, hoe goed Hij voor ons is in Christus Jezus. Door die genade bent u nu immers gered, doordat u gelooft. Deze redding dankt u niet aan uzelf; ze is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden. Niemand kan zich er dus op laten voorstaan. Want Hij is het die ons gemaakt heeft tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid.


Psalm 100, 2-5

Refr.: Wij zijn de kudde van de Heer, zijn volk.

Dien de Heer met vreugde,
kom tot Hem met jubelzang.
Erken het: de Heer is God,
Hij heeft ons gemaakt,
Hem behoren wij toe,
zijn volk zijn wij, de kudde die Hij weidt.

Kom zijn poorten binnen met een loflied,
hef in zijn voorhoven een lofzang aan,
breng Hem hulde, prijs zijn Naam:
de Heer is goed,
zijn liefde duurt eeuwig,
zijn trouw van geslacht op geslacht.


Vers voor het evangelie

Alleluia.
Maak ons hart ontvankelijk, Heer;
dat wij ons richten naar het woord van uw Zoon.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 12, 13-21

Men legt Jezus een erfenisbetwisting voor. Maar Hij weigert tussenbeide te komen. Aardse goederen zijn geen verzekering voor het ware leven. Christenen kunnen hun leven niet inrichten zonder rekening te houden met God.

Iemand uit de menigte zei tegen Jezus: ‘Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen!’ 
Maar Jezus antwoordde: ‘Wie heeft Mij als rechter of bemiddelaar over jullie aangesteld?’ Hij zei tegen hen: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht. Want ook al heeft een mens nog zoveel, zijn leven bezit hij niet.’ 
En Hij vertelde hun de volgende gelijkenis: ‘Het landgoed van een rijke man had veel opgebracht, en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn voorraden op te slaan. Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan, en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. Maar God zei tegen hem: “Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?” 
Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.’

Van Woord naar leven

God is het die ons gemaakt heeft tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid. Zo horen we vandaag bij Paulus in zijn brief aan de Efeziërs.

In Christus behoren wij inderdaad tot een nieuwe schepping: in Hem herschapen, in Hem herboren, deel uitmakend van zijn Lichaam; de Kerk. Het nieuwe bestaat erin dat Hij ons nu reeds heeft opgewekt doorheen zijn Pasen. Wat een genade!

Bedoeling is, zoals het citaat aangeeft, dat we hiermee ‘op weg’ gaan, en wel de weg van de goede daden die God heeft voorbereid’. Die ‘goede daden’ zijn niet meer dan de liefde waartoe Hij ons doorheen de dag op talloze wijze uitnodigt: wanneer we bidden, in situaties, doorheen de naaste,… Ons leven, de plek waar we vandaag zijn, is ons werkterrein om Gods liefde gestalte te geven. Doorheen situaties waarin we vandaag terecht komen, doorheen de mensen die we in deze dag mogen ontmoeten, nodigt God ons uit lief te hebben. Niet alleen, niet vanuit onszelf, maar in Christus, vanuit Hem.

Laten we ons bewust zijn dat God ons in Christus in zich heeft opgenomen. En laat ons in deze blijdschap liefhebben, en wel in de eenvoud van het evangelie, vanuit Christus’ inwoning.

Een gezegende maandag,

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Vader,
wij danken U omdat Gij ons – doorheen Christus – in U hebt opgenomen. Mogen wij deze liefde beantwoorden door ons ten diepste te schenken aan Christus’ aanwezigheid door uw liefde – in zijn naam – te zijn; in eenvoud en vreugde.
Door Christus, onze Broeder en Heer.
Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.