maandag in week 31 door het jaar

Uit de brief van Paulus aan de christenen van Rome 11, 29-36

Alles heeft in de Heer zijn doel.

Broeders en zusters,
de genade die God schenkt neemt Hij nooit terug, wanneer Hij iemand roept maakt Hij dat niet ongedaan. Zoals u God eens ongehoorzaam was, maar door hun ongehoorzaamheid nu Gods barmhartigheid hebt ondervonden, zo zijn ook zij nu ongehoorzaam om door de barmhartigheid die u ondervonden hebt, ook zelf barmhartigheid te ondervinden. Want God heeft ieder mens uitgeleverd aan de ongehoorzaamheid, opdat Hij voor ieder mens barmhartig kan zijn.
Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. ‘Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman? Wie heeft Hem iets gegeven dat door Hem moest worden terugbetaald?’
Alles is uit Hem ontstaan, alles is door Hem geschapen, alles heeft in Hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen.

Psalm 69, 30 + 31 + 33 + 34 + 36 + 37

Refr.: Mijn gebed, Heer, richt ik tot U, nu is het de tijd van genade.

Ik ben verzwakt, ik ben verwond,
maar uw hulp, o God, zal mij beschermen.
De Naam van God wil ik loven met een lied,
zijn grootheid met een lofzang prijzen.

De nederigen zien het en verheugen zich,
wie God zoeken, hun hart zal opleven.
Want de Heer hoort de armen,
zijn gevangen volk verwerpt Hij niet.

Want God zal Sion redden
en de steden van Juda herbouwen.
Zijn volk zal daar wonen en het land bezitten.
De kinderen van wie Hem dienen, erven het,
en wie zijn Naam liefheeft, mag er verblijven.

Vers voor het evangelie (Joh 6, 64b + 69b)

Alleluia.
Uw woorden, Heer, zijn geest en leven,
uw woorden zijn woorden van eeuwig leven.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Lucas 14, 12-14

Nodig armen, kreupelen, verlamden, blinden uit.

Tegen de farizeeërs die Jezus had uitgenodigd, zei Hij: ‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren. Want zij zullen op hun beurt u uitnodigen, en zo doen zij iets voor u terug. Wanneer u een feestmaal geeft, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. Dan zult u gelukkig zijn, juist omdat zij niets kunnen terugdoen. Want u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’

Van Woord naar leven

FEEST VAN GEMEENSCHAP
(bij Lc 14, 12-14)

Bij onderstaande overweging liet ik me inspireren door een tekst van Jan Bots, sj.

‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren, in de verwachting dat zij u op hun beurt zullen uitnodigen om iets terug te doen. Wanneer u mensen ontvangt, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit’, zegt Jezus vandaag.

Een vermaning van Jezus aan de mensen waar Hij te gast was. Niet dat die mensen op zich genomen geen goede mensen waren, maar zij bewaarden hun goedheid, hun rijkdom, hun sympathie voor elkaar, zij sloten zich op in hun eigen kring, zij vormden een gesloten circuit, waardoor de armen, de kreupelen, de verlamden en de blinden uitgesloten werden. En dat zijn nu juist de mensen aan wie Jezus voor alles zijn gezelschap wil geven, zijn sympathie en vriendschap, want Hij is toch de Zoon van de Vader; de Vader die Vader is van allen en die allen bemint met een allenomvattende liefde.

We horen hier een opdracht voor alle mensen die méér hebben, namelijk dat zij hun méér moeten delen met hen die minder hebben. Maar de rijken sluiten zich vaak maar al te dikwijls op in hun eigen gesloten circuit, in hun rijke buurt, met hun rijke kennissen. En als de een ’n maaltijd geeft dan doet hij dat dikwijls met de bedoeling om door de ander aan wie hij die maaltijd geeft ook eens te worden uitgenodigd. Zo blijft het goede maar rondgaan in de eigen kleine kring en worden de minderen geïsoleerd van de goede gaven van hemelse Vader.

Hoeveel mensen (eenzamen, mensen die zich ‘uitgestoten’ voelen, ouderlingen, armen) wachten op dat éne telefoontje, dát berichtje, die deurbel, … waar iemand hen vraagt mee te komen eten, ‘erbij’ te zijn. Ga in je hoofd je buurt eens na, je collega’s, zovele mensen die je goed of minder goed kent. En nodig eens iemand uit voor een tas koffie, een stuk taart, het avondmaal. Dat ontvangst, die babbel, de ervaring geven van ‘je hoort erbij’ … Lieve mensen, het geeft voor hen een wereld van verschil. Dát is Blijde Boodschap, evangelie live.

Laten we Kerk zijn, niet enkel in de kerk, maar ook vanuit onze huizen in de dorpen en de steden waar we wonen.

Laten we bidden

Heer Jezus,
doorheen elke mens kijkt U naar ons
als een bedelaar naar liefde.
Dat ons hart en ons huis
altijd en overal
die plek mag zijn
waar U van harte welkom bent.
Uw dorst naar liefde, Heer,
willen wij lessen,
en alzo ons steentje bijdragen
aan de opbouw van het Rijk Gods.
Help ons te groeien in de liefde.
Alle dagen van ons leven.
Amen.

Een mooie maandag,
kris

 

 

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.