maandag in week 32 door het jaar – B

Uit het boek Wijsheid 1, 1-7

De wijsheid wordt verpersoonlijkt als de geest van de Heer die alles ordent en samenhoudt. Hij spoort aan tot menslievendheid, goedheid en eenvoud van hart. Hij schuwt alle dubbelzinnigheid en werkt op innerlijkheid en overtuiging.

Heb de gerechtigheid lief, heersers van de aarde. Koester zuivere gedachten over de Heer en zoek Hem met een eerlijk geweten. Wie Hem niet tart zal Hem vinden, en wie Hem niet wantrouwt zal Hem zien. Misvattingen houden een mens bij God vandaan. Dwazen kunnen zijn macht alleen tot hun eigen schande op de proef stellen.
De wijsheid zoekt geen onderkomen in een ziel die sluw is, ze woont niet in een lichaam dat door zonde wordt beheerst. Als Gods heilige geest onderwijst ze mensen. Bedrog ontvlucht ze, onverstandig denken gaat ze uit de weg, waar onrecht opdoemt trekt ze zich terug. De wijsheid is een geest die mensen liefheeft. Maar godslasteraars houdt ze verantwoordelijk voor hun woorden. God weet wat er in hun binnenste leeft, Hij ziet feilloos wat ze in gedachten hebben en hoort wat er uit hun mond komt. De geest van de Heer vervult immers de hele wereld; Hij die alles omvat weet wat er gezegd wordt. 

Psalm 139, 1-10

Refr.: Heer, wonderbaarlijk is het zoals U mij kent.

Heer, U kent mij, U doorgrondt mij,
U weet het als ik zit of sta,
U doorziet van verre mijn gedachten.
Ga ik op weg of rust ik uit, U merkt het op,
met al mijn wegen bent U vertrouwd.

Geen woord ligt op mijn tong,
of U, Heer, kent het ten volle.
U omsluit mij, van achter en van voren,
U legt uw hand op mij.
Wonderlijk zoals U mij kent,
het gaat mijn begrip te boven.

Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen,
hoe aan uw blikken ontkomen?
Klom ik op naar de hemel – U tref ik daar aan,
lag ik neer in het dodenrijk – U bent daar.

Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad,
al ging ik wonen voorbij de verste zee,
ook daar zou uw hand mij leiden,
zou uw rechterhand mij vasthouden.

Alleluia. (Joh. 17, b.a.)
Uw woord is de waarheid, Heer,
heilig hen door de waarheid.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Lucas 17, 1-6

Uitnodiging tot meer geloof.

Jezus sprak tot zijn leerlingen: ‘Het is onvermijdelijk dat er valstrikken zijn, maar wee degene die ervoor verantwoordelijk is! Het zou beter voor hem zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee werd geworpen dan dat hij ook maar een van deze geringe mensen ten val zou brengen. Let dus goed op jezelf! Indien een van je broeders of zusters zondigt, spreek die dan ernstig toe; en als ze berouw hebben, vergeef hun. En als ze zevenmaal op een dag tegen je zondigen en zevenmaal naar je terugkeren en zeggen: “Ik heb berouw,” dan moet je hun vergeven.’
Toen zeiden de apostelen tegen de Heer: ‘Geef ons meer geloof!’ 
De Heer zei: ‘Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: “Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee!” en hij zou jullie gehoorzamen.’

Van Woord naar leven

De leerlingen vroegen aan de Heer: ‘Geef ons meer geloof’. Zo lezen we vandaag.

Meer geloof… Kun je dan een beetje geloven, meer of minder? Schijnbaar dus wel.
Elders zegt Jezus: ‘Jullie kleingelovigen…’.

Kleingelovig is hij die wel gelooft, maar aan zijn geloof eigen grenzen stelt. Hij wil wel meegaan in het verhaal van Jezus, Hij wil Jezus wel als Vriend in zijn hart dragen, maar altijd en overal doen wat het evangelie vraagt… Nee, da’s teveel gevraagd. Eigen grenzen dus. Je zou zo iemand ook een gelegenheidsgelovige kunnen noemen, of zoiets.

Wat is een gelovige dan wel?  Een gelovige is iemand die zich ten volle geeft aan de Heer, en die bereid is de weg te gaan die de Heer met hem wil gaan.

In het evangelie van vandaag gaat het over vergeven. Jezus is heel duidelijk: altijd vergeven, punt. Niet enkel in sommige gevallen, binnen je zelfgemaakte grenzen. Nee altijd, en iedereen. We weten zelf maar al te goed hoe moeilijk het is om altijd en overal en iedereen met het hart – gemeend dus – te vergeven. Wel, op die momenten zijn we dus kleingelovig.

Is daarmee de kous af?
Nee hoor. De kous begint hier pas.

Het goede nieuws is dat Jezus ons niet verwerpt of veroordeelt op ons ‘klein gelovig zijn’. God is liefde, en liefde verwerpt niet, integendeel. Liefde zoekt op. Liefde heelt. Zo komt God in Jezus naar ieder van ons toe. Om ons te bezielen, ons aan te raken, ons te voorzien van zijn genade. In zijn genade zal Hij ons genezen, ons bevrijden van een soort geloof dat we in elkaar gefrutseld hebben dat ons goed uitkomt, een geloof dat past bij onze eigen verlangens, een soort ik-geloof, een klein geloof. Jezus wilt ons geloof uitzuiveren, opdat we zijn liefde zouden worden, steeds meer. Weg met eigen begrenzingen. Enkel de liefde, Gods liefde; zonder grenzen.
Maar dit vraagt een volwassen en waarachtig geloof.

Waarachtig geloof heeft op de allereerste plaats te maken met God die in Jezus naar ons toekomt, en waar wij een antwoord op geven. Het antwoord zit in onze verkering met Hem. In wezen is geloof een act van overgave van de mens aan Jezus. In geloof aan Hem mogen en zullen we dan de kracht ontvangen die dingen te doen die we vanuit ons zelfgemaakt geloofje nooit zouden kunnen. Bijvoorbeeld iedereen ten allen tijde vergeven. Daar is een volgroeid geloof voor nodig, geworteld in Christus zelf.

Laten we elkaar vergeven zoals God ons in Christus vergeven heeft. En wel in geloof, in overgave en toevertrouwen, aan de altijd aanwezige Christus in ons.

We zullen mooie vruchten zien; vruchten van Hem, vruchten van zijn leven in ons, vruchten van onze overgave aan Hem. We zullen zien dat vergeving schenken wonderen verricht, dat het relaties heelt, dat het gemeenschap schept, dat het ons vrij maakt weer van harte te gaan liefhebben, dat het een weg is die de samenleving heelt en vrede geeft aan de mensheid.

Een mooie weg hoor! De moeite hem te gaan. Laten we hem samen gaan. Laten we als Kerk een vrededragende gemeenschap zijn in de wereld, in een nederige en sterke liefde, geworteld in Christus.

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Heer Jezus,
geef ook ons meer geloof, een diep en sterk geloof; een geloof dat veel verder reikt dan gevoelens en stemmingen, maar een geloof dat ons doet schenken aan uw aanwezigheid. Beziel ons met uw heilige Geest, die ons in staat stelt ons ten volle te geven aan U, opdat Gij met ons, door ons en in ons, leven moogt geven aan de wereld waarin we leven.
In uw naam. Amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.