maandag in week 4 van de veertigdagentijd

Uit de profeet Jesaja 65, 17-21

Zo spreekt de Heer:
‘Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Wat er vroeger was raakt in vergetelheid, het komt niemand ooit nog voor de geest. Verheug je voor altijd en jubel om wat Ik schep. Ik herschep Jeruzalem in een jubelende stad en schenk haar bevolking vreugde. Dan zal Ik over Jeruzalem jubelen en me verheugen over mijn volk. Geen geween of geweeklaag wordt daar nog gehoord. Geen zuigeling zal daar meer zijn die slechts enkele dagen leeft, geen grijsaard die zijn jaren niet voltooit; want een kind zal pas sterven als honderdjarige, en wie geen honderd wordt, geldt als vervloekt. Zij zullen huizen bouwen en er zelf in wonen, wijngaarden planten en zelf van de opbrengst eten.’
Zo spreekt de almachtige Heer.

Psalm 30, 2-6 + 11-13

Refr.: Heer, mijn God, U wil ik eeuwig loven!

Hoog wil ik U prijzen, Heer, want U hebt mij gered
en mijn vijand geen reden gegeven tot vreugde.
Heer, mijn God, ik riep U te hulp
en U hebt mij genezen.
Heer, U trok mij uit het dodenrijk omhoog,
ik daalde af in het graf, maar U hield mij in leven.

Zing voor de Heer, u die Hem trouw bent,
loof zijn heilige Naam.
Zijn woede duurt een oogwenk,
zijn liefde een leven lang.
Met tranen slapen we ’s avonds in,
’s morgens staan we juichend op.

Luister, Heer, en toon uw genade,
Heer, kom mij te hulp.
U hebt mijn klacht veranderd in een dans,
mijn rouwkleed weggenomen, mij in vreugde gehuld.
Mijn ziel zal voor U zingen en niet zwijgen.
Heer, mijn God, U wil ik eeuwig loven.

Vers voor het evangelie: Joh 3, 6

God had de wereld zo lief
dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven,
opdat iedereen die in Hem gelooft
niet verloren gaat,
maar eeuwig leven heeft.

Uit het evangelie volgens Johannes 4, 43-54

Jezus vertrok verder naar Galilea, want Hij had zelf gezegd dat een profeet in zijn vaderland niet wordt erkend. Toen Hij in Galilea kwam, ontvingen de mensen Hem gastvrij omdat ze hadden gezien wat Hij op het feest in Jeruzalem allemaal had gedaan; daar waren ze zelf bij geweest.
Hij ging in Galilea weer naar Kana, waar Hij van water wijn had gemaakt.
Er was daar een hoveling uit Kafarnaüm wiens zoon ziek was. Omdat hij gehoord had dat Jezus uit Judea naar Galilea was teruggekeerd, was hij naar Hem toe gekomen, en nu vroeg hij of Jezus mee wilde gaan om zijn zoon, die op sterven lag, te genezen. Jezus zei tegen hem: ‘Jullie geloven alleen maar als je tekenen en wonderen ziet!’
Maar de hoveling drong aan: ‘Heer, ga toch mee, voordat mijn kind sterft.’ ‘
Ga maar naar huis,’ zei Jezus, ‘uw zoon leeft.’
De man geloofde wat Jezus tegen hem zei en ging weg. En terwijl hij nog onderweg was, kwamen zijn dienaren hem al tegemoet om te zeggen dat zijn kind in leven was. Hij vroeg hun sinds wanneer het beter met hem was gegaan. Ze zeiden: ‘Gisteren, een uur na de middag, is de koorts verdwenen.’
De vader besefte dat dat het moment was dat Jezus tegen hem gezegd had: ‘Uw zoon leeft.’
Hij kwam tot geloof, hij en al zijn huisgenoten.
Dit deed Jezus toen Hij uit Judea naar Galilea was teruggekeerd; het was zijn tweede teken.

Van Woord naar leven

GELOVEN IN DE KRACHT VAN HET GEBED
(Bij Joh 4, 43-54)

Het evangelie van vandaag duidt ons op het belang van geloof en gebed, zelfs op afstand. De hoveling van Kafarnaüm sprak Jezus niet aan voor zijn zoon in diens aanwezigheid, maar gelovend dat Jezus ook op afstand zou aanraken. Anders gezegd: hij had een geloof dat de grenzen van fysieke nabijheid overschreed.

Het is belangtijk om te beseffen dat gebed niet beperkt is tot fysieke nabijheid. We kunnen bidden voor anderen, zelfs als we niet in dezelfde ruimte zijn. Onze gebeden kennen geen grenzen van afstand; ze kunnen de harten en levens van anderen raken, waar ze zich ook bevinden.

Laten we daarom blijven bidden voor elkaar, zelfs als we gescheiden zijn door grote afstanden. Laten we geloven in de kracht van onze gebeden en in de liefde en genade van God om te genezen, te troosten en kracht te geven aan degenen voor wie we bidden. Mogen we ons vertrouwen stellen in Hem, wetende dat Hij luistert naar onze gebeden, ongeacht waar we zijn. Ons gebed voor de wereld is krachtiger dan we doorgaans vermoeden.

Ik kan me voorstellen dat dit vragen oproept.
Waarom zwijgt de hemel terwijl er bijvoorbeeld wereldwijd al vele maanden gebeden wordt voor vrede in Oekraïne, of vandaag voor het Heilige Land? We verheffen onze stem, we roepen om hulp, en toch is het alsof de stilte onbewogen blijft hangen.
Ik – die deze woorden schrijf – heb daar niet meteen een pasklaar antwoord op.
Maar soms denk ik dat de stilte zelf een antwoord kan zijn, een uitnodiging om dieper te kijken en te luisteren. Het schijnbaar niet onmiddellijk antwoorden van God biedt ons, de Kerk en de hele mensheid, de ruimte voor zelfreflectie en voor groei. Misschien ligt het antwoord dat we zoeken of verwachten meer in onszelf dan buiten ons. Zou het kunnen zijn dat het doel van het gebed niet altijd is te krijgen wat we willen maar te worden wie we moeten zijn?
Meer dan ooit heeft onze wereld nood aan zelfreflectie. Moge de schijnbare stilte, dat we vaak omschrijven als een niet antwoorden van God, de mensheid tot wijsheid en inkeer brengen.

Laten we, zelfs in de stilte, blijven geloven, hopen en liefhebben. Want zelfs als we de antwoorden niet kennen, mogen we vertrouwen op de liefdevolle aanwezigheid van God die ons omringt; altijd en overal.

Laten we bidden

Goede Vader,
moge onze gebeden voor elkaar
als een zachte bries zijn
dat vrede schenkt in onze harten.
Raak de mensheid aan,
daar wij zij vervreemd is geraakt van U,
ontredderd en op de dool.
Moge uw wil geschieden,
op aarde als in de hemel.
In Jezus’ naam.
Amen.

Een vredevolle maandag.
Van harte, kris


Vragen om mee op weg te gaan

Hoe kan mijn gebed een bron van troost en hoop zijn voor degenen die het nodig hebben?

Hoe kan ik, door voor anderen te bidden, mijn eigen spirituele groei bevorderen?


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.

Klik hier voor de blog.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.