maandag in week 6 door het jaar

Uit de brief van Jakobus 1, 1-11

Van Jakobus, dienaar van God en van de Heer Jezus Christus. Aan de twaalf stammen in de diaspora. Ik groet u.
Het moet u tot grote blijdschap stemmen, broeders en zusters, als u allerlei beproevingen ondergaat. Want u weet: wanneer uw geloof op de proef wordt gesteld, leidt dat tot standvastigheid. Als die standvastigheid ook daadwerkelijk blijkt, zult u volmaakt en volkomen zijn, zonder enige tekortkoming.
Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en Hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven. Vraag vol vertrouwen, zonder enige twijfel.
Twijfelaars zijn als de golven in zee, die door de wind nu eens de ene en dan weer de andere kant op worden geblazen. Wie zo aarzelend en onberekenbaar is bij alles wat hij doet, moet niet denken dat hij iets van de Heer zal krijgen.
Laat de onaanzienlijke gelovige trots zijn op zijn aanzien, en de rijke op zijn nederige staat, want hij zal vergaan als een bloem in het veld. Als de zon gaat branden en het gras door de hitte verdort, valt de bloem af en is het gedaan met zijn schoonheid. Zo zal ook de rijke vergaan terwijl hij volop met zijn zaken bezig is.

Tussenzang: Ps 119, 67+68 – 71+72 – 75+76

Refr.: Door uw barmhartigheid Heer, mag ik leven.

Voor ik vernederd werd, tastte ik mis,
nu houd ik mij aan uw woord.
U bent goed en U doet goed,
onderwijs mij in uw wetten.

Het was goed voor mij dat ik vernederd werd,
zo leerde ik uw wetten kennen.
Goed voor mij is de wet uit uw mond,
beter dan een schat aan goud en zilver.

Ik weet het, Heer,
uw voorschriften zijn rechtvaardig,
en U vernederde mij in uw trouw.
Moge uw liefde mij vertroosten,
zoals U aan uw dienaar hebt beloofd.

Vers voor het evangelie (cfr Lc 8, 15)

Alleluia.
Gelukkig zijn zij
die het woord Gods dat zij hoorden
in een goed en edel hart bewaren
en vrucht voortbrengen
door hun standvastigheid.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Marcus 8, 11-13

Er kwamen enkele farizeeën op Jezus af die met Hem begonnen te discussiëren. Om Hem op de proef te stellen, verlangden ze van Hem een teken uit de hemel. Jezus slaakte een diepe zucht en zei: ‘Waarom verlangt uw soort mensen een teken? Ik verzeker u: aan mensen als u zal zeker geen teken gegeven worden!’ En Hij liet hen staan, stapte weer in de boot en voer naar de overkant.

Van Woord naar leven

OVER DE DIEPERE BETEKENIS VAN GODS AANRAKING
(Bij Mc 8, 11-13)

De farizeeën uit het evangelie van vandaag vroegen aan Jezus naar een teken uit de hemel. Terwijl hét teken bij uitstek voor hun neus stond. Ziende en horend als zijn waren, waren zij blind en doof. Zij verlangden wonderen te zien, genezingen, uiterlijke tekenen, maar waren blind voor Gods barmhartigheid waarmee Hij hen wou bezoeken.

Waarschijnlijk zou het vandaag niet anders zijn. Moest Jezus hier fysiek weer ronlopen en – zoals we gisteren hoorden, door ‘medelijden bewogen’ enkele mensen fysiek genezen -, men zou opnieuw honderden of duizenden fysiek zieke mensen tot bij Hem brengen met de vraag door Hem aangeraakt te worden om uiteindelijk fysieke genezing te krijgen.

Jezus was een man die zijn hart liet spreken en Hij heeft inderdaad heel wat fysieke genezingen verricht. Maar altijd waren dat tekenen die verwezen naar een veel dieper teken: namelijk God die in zijn barmharigtigheid mensen wil aanraken om hen te genezen van al die dingen die een belemmering vormen zich aan Hem te geven. Dit enerzijds.
Anderzijds kam Hij doorheen zijn tekenen de armen en de uitgestotenen bijzonder nabij (ook daad-werkelijk) om aan te tonen dat God een grote genegenheid voor hen had en heeft. De armen waren, en zijn, een spiegel van Gods dorst die Hij leste, en lest, in de persoon van Jezus en waarmee Hij ons oproept – vanuit zijn Zoon – hen op dezelfde wijze nabij te zijn, relatie met hen te gaan, gemeenschap met hen te vormen.

Laat ons diep kijken. Dieper dan de fysieke gestalte van Jezus. Dieper dan die enkele fysieke genezingen die Hij heeft verricht. Laten we kijken naar Gods barmhartigheid waarmee Hij in Christus tot ons komt om ons te genezen van elk kwaaltje dat een belemmering vormt in Hem te leven.


Laten we bidden

Vader,
moge uw Geest ons hart openen
voor het komen van Christus
die ons in uw barmhartigheid wil opnemen
om ons het ware leven te schenken.
In zijn naam.
Amen.


Een mooie maandag voor ieder van jullie.

Met een genegen groet,
kris


Vragen om mee op weg te gaan

Zie ik in Jezus werkelijk die persoon die mij – in Gods barmhartigheid – ten diepse wil aanraken op al die plekken die een belemmering vormen zich aan Hem te geven?

Laat ik me dagelijks (aan)raken door het Woord – Jezus zelf – uit de Schrift?

Ontmoet ik in de armen Gods uitnodiging Hem welkom te heten?


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Omdat er zich wel eens kapers op de kust voordoen worden de reacties na ‘goedkeuring’ geplaatst.

Klik hier voor de blog.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.