Mannen en vrouwen worden meer en meer gewoon mensen

Onze God is geen man en geen vrouw, maar het beste van allebei. We kunnen op zoveel vlakken nog veel van Hem leren.

Door Kolet Janssen

Op een warme avond gaan we eten bij vrienden. Het wordt BBQ. We zitten gezellig op het terras te aperitieven. Dan begint de vrouw des huizes met de BBQ. Ze steekt hem aan en bakt de ene lekkernij na de andere.

De heer des huizes blijft behoedzaam uit de buurt. Hij houdt niet van BBQ, toch niet van het toestel. Gelukkig heeft zijn vrouw het helemaal onder de knie.

Het valt op omdat BBQ nog een van de laatste restanten is van typisch mannelijke bezigheden in en om het huis. 

Samen met het maaien van het gazon en het wassen van de auto hoorde het bij de activiteiten waar een man thuis eer mee kon halen.

Verder worden mannen en vrouwen steeds meer onderling verwisselbaar in huis. Ze koken en bedienen vaatwassers, wasmachines en droogkasten. Ze stoppen de kinderen in bad en in bed en leggen de was in de kast. Strijken doen ze geen van beide nog.

Ik ben op dat vlak nog van de oude stempel. Ik naai thuis de knopen aan, mijn man klopt nagels in de muur. Veel verder gaan onze vaardigheden niet, maar het laat zien wat wij hebben meegekregen.

Mannen en vrouwen worden meer en meer gewoon mensen, met eigen talenten. 

De ene is beter met elektriciteit, de andere met slaatjes. De ene werkt graag in de tuin, de andere houdt van een fris gedweilde vloer. Maar of ze man of vrouw zijn, doet daarin nauwelijks nog ter zake. Ze maken onderling wel uit wie wat doet.

Onze God was altijd al zo ver. Hij troost als een hartsvriendin, hij oordeelt als een strenge vader, hij speelt als een kind en hij is er vooral altijd. Hij staat pal als een strijder en hij heeft een schoot als een moeder. Hij is geen man en geen vrouw, maar het beste van allebei. We kunnen op zoveel vlakken nog veel van Hem leren.

Bron: Kerknet.be

Foto: Pixabay