Opdracht van de Heer (Maria-Lichtmis)

Feest – eigen lezingen

Uit de profeet Maleachi 3, 1-4

Dit zegt God de Heer:
Let op, Ik zal mijn bode zenden, die voor Mij de weg zal effenen. Opeens zal Hij naar zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien, de engel van het verbond naar wie jullie verlangen. Komen zal Hij – zegt de Heer van de hemelse machten. Wie zal die dag kunnen doorstaan? Wie zal overeind blijven wanneer Hij verschijnt? Hij is als het vuur van een edelsmid, als het loog van een wolwasser. Hij zal zitting houden als iemand die zilver smelt en het zuivert; de zonen van Levi zal Hij zuiveren en zeven als goud en zilver, en dan zullen ze op de juiste wijze offergaven brengen aan de Heer. De offers van Juda en Jeruzalem zullen de Heer met vreugde vervullen, zoals in vroeger jaren, zoals in de dagen van weleer. 

Tussenzang: Ps 24, 7-10

Refr.: De Heer is de Koning der glorie.

Hef, o poorten, uw hoofden omhoog,
verhef u, aloude ingangen:
de koning vol majesteit wil binnengaan.

Wie is die koning vol majesteit?
De Heer, machtig en heldhaftig,
de Heer, heldhaftig in de strijd.

Hef, o poorten, uw hoofden omhoog,
verhef ze, aloude ingangen:
de koning vol majesteit wil binnengaan.

Wie is Hij, die koning vol majesteit?
De Heer van de hemelse machten,
Hij is de koning vol majesteit. 

Vers voor het evangelie (Lc 2, 32)

Alleluia.
Een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen
en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.
Alleluia.

Uit het evangelie volgens Lucas 2, 22-40

Toen de tijd van hun onreinheid volgens de wet van Mozes ten einde was, brachten Maria en Jozef het kind Jezus naar Jeruzalem om Hem aan de Heer aan te bieden, zoals is voorgeschreven in de wet van de Heer: ‘Elke eerstgeboren zoon moet aan de Heer worden toegewijd.’ Ook wilden ze het offer brengen dat de wet van de Heer voorschrijft: een koppel tortelduiven of twee jonge gewone duiven.

Er woonde toen in Jeruzalem een zekere Simeon. Hij was een rechtvaardig en vroom man, die uitzag naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken, en de heilige Geest rustte op hem. Het was hem door de heilige Geest geopenbaard dat hij niet zou sterven voordat hij de messias van de Heer zou hebben gezien. Gedreven door de Geest kwam hij naar de tempel, en toen Jezus’ ouders hun kind daar binnenbrachten om met Hem te doeDe wat volgens de wet gebruikelijk is, nam hij het in zijn armen en loofde hij God met de woorden: ‘Nu laat U, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals U hebt beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die U bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’
Zijn vader en moeder waren verbaasd over wat er over Hem werd gezegd. 
Simeon zegende hen en zei tegen Maria, zijn moeder: ‘Weet wel dat velen in Israël vanwege Hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan. Hij zal een teken zijn dat weersproken wordt, en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden. Zo zal de gezindheid van velen aan het licht komen.’

Er was daar ook een profetes, Hanna, de dochter van Fanuel, uit de stam Aser. Ze was hoogbejaard; vanaf haar huwbare leeftijd had ze zeven jaar met haar man geleefd, en ze was nu al vierentachtig jaar weduwe. Ze was altijd in de tempel, waar ze God dag en nacht diende met vasten en bidden. Op dat moment kwam ze naar hen toe, bracht hulde aan God en sprak over het kind met allen die uitzagen naar de bevrijding van Jeruzalem. Toen ze alles overeenkomstig de wet van de Heer hadden gedaan, keerden ze terug naar Galilea, naar hun woonplaats Nazaret. 
Het kind groeide op, werd sterk en was vervuld van wijsheid; Gods genade rustte op Hem.

Van Woord naar leven

GODS LICHT VOOR DE WERELD
(Bij het feest van de Openbaring van de Heer)

Vooral in het eerste gedeelte van deze overweging liet ik me inspireren door aartsbisschop Vincenzo Paglia.

Veertig dagen zijn verstreken sinds Kerstmis, en de Kerk viert het feest van Jezus’ Opdracht in de tempel. Jezus wordt voorgesteld als ‘licht van de mensen’. De Heer komt dan ook om ons leven te verlichten. Terwijl zoveel duisternis vandaag de dag de wereld omhult, toont de liturgie ons de Heer die zijn volk ontmoet. In het evangelie van vandaag gebeurt dat in de tempel, en wel door middel van de oude Simeon en de profetes Hanna.

Simeon, waar de heilige Geest op rustte, sprak – kijkend naar het Kind – over de vertroosting van God aan de mensen. Simeon wordt verlicht door Jezus, en wel zo dat alle angst voor de dood verdwijnt. Verzadigd van het leven kan hij nu sereen zijn sterven tegemoet gaan.
Simeon voorspelt aan Maria dat het Kind een omstreden teken zal zijn in de wereld. Jezus zal iedereen vragen om zijn leven te veranderen. Velen zullen Hem in vreugde verwelkomen en velen zullen er zich tegen Hem verzetten. Dat was toen zo, dat is vandaag zo.

En dan is er het getuigenis van Hanna, een bejaarde weduwe die op vierentachtigjarige leeftijd in de tempel verbleef en God diende door vasten en gebed. Ook zij herkent in het Kind de Messias, en begint vanaf dat moment dit goede nieuws te delen met wie in de tempel is.

De ontmoeting tussen de Zoon van God en zijn volk gebeurt vandaag door middel van twee ouderen, de bescheiden Simeon en de weduwe Hanna, die Hem herkennen, Hem verwelkomen en zijn licht laten zien. De een bedankt en sluit het leven af in gemoedsrust, de ander verkondigt Hem aan iedereen. In een godsontmoeting kan alles veranderen. Deze twee ouderen gaan ons voor als meesters in het geloof.

Vele ouderen mensen zijn door hun gouden leeftijd vaak niet meer in staat het licht van Jezus actief te verspreiden. Maar hun hart kan wel het licht van de Heer contempleren om mét Simeon vrede te hebben met hun sterven dat geen tientallen jaren meer op zich zal laten wachten.

De meer actievere mensen kunnen leren van Hanna het licht van de Heer te verspreiden, in woord en daad. Meer dan ooit heeft onze wereld vandaag nood aan het licht van Jezus. Er is zoveel duisternis: de twee grote oorlogen die momenteel gaande zijn met alle ellende van dien, miljoenen mensen die in armoede leven, velen die hun land ontvluchten op zoek naar een ‘beter leven’. Om niet te spreken van al die vormen van duisternis in de harten van vele mensen: eenzaamheid, weemoed, het niet meer zien zitten, …

Laten we, biddend en werkend, Jezus’ licht tonen én zijn. Moge de Heer zelf het hart zijn van ons gebed en onze daden van goedheid.


Laten we bidden

Heer Jezus,
U die Gods licht zijt,
U die ons oproept licht te zijn in deze wereld,
wij bidden U:
mogen wij in U de kracht vinden,
en het innerlijk enthousiasme,
ons aan deze opdracht te wijden.
Mogen wij dit blij doen,
fris en dankbaar,
als mensen die hun vreugde vinden in U.
Om deze genade bidden wij U,
in uw naam.
Amen.


Graag wens ik ieder van jullie een lichtende vrijdag toe.

Met een genegen groet,
kris


Vragen om mee op weg te gaan

Is Jezus ook voor mij dát licht dat me in vrede kan doen uitkijken naar mijn eigen sterven?

Ben ik bereid vandaag, heel concreet, het licht van Jezus te tonen aan anderen doorheen daden van kleine goedheid?

Ben ik op zo’n wijze bij de Heer, dat Hij de spirit is van mijn ‘goede werken’?


Blog ‘Van Woord naar leven’

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog ‘Van Woord naar leven’.
Omdat er zich wel eens kapers op de kust voordoen worden de reacties na ‘goedkeuring’ geplaatst.

Klik hier voor de blog.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.