Openbaring van de Heer

Hoogfeest

Epifanie is de bekroning van de Kersttijd. Omdat Jezus eenvoudig en klein als een kind op de wereld is gekomen werd de droom van God over de mensen mogelijk. Zijn Zoon moet voor alle volkeren een teken zijn van hoop en verlossing, een ster in de nacht. De wijzen vroegen zich af wat die ster kon betekenen. Zij volgden haar en vonden het Kind en zijn moeder, Maria. Wie in deemoed de waarheid zoekt en de goede ster volgt, zal het licht en de ware wijsheid vinden; niet de wijsheid van deze wereld, maar die van het Kind in de kribbe.

Uit de profeet Jesaja 60, 1-6

Wanneer de Joden terugkeren uit hun ballingschap, trekken zij op naar Jeruzalem. De stad is verlicht door de kandelaars van de heropgebouwde tempel. De profeet peilt verder dan het schouwspel dat hij voor ogen heeft. Alle volkeren zullen die stoet vervoegen. Zij zijn op weg naar de wereldstad die niet meer van deze aarde is, de volle openbaring van God zelf.

Sta op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de Heer. Duisternis bedekt de aarde en donkerte de naties, maar over jou schijnt de Heer, zijn luister is boven jou zichtbaar. Volken laten zich leiden door jouw licht, koningen door de glans van je schijnsel.
Sla je ogen op, kijk om je heen: ze stromen in drommen naar je toe; je zonen komen van ver, je dochters worden op de heup gedragen. Je zult stralen van vreugde als je het ziet, je hart zal van blijdschap overslaan. De schatten van de zee zullen je toevallen, de rijkdom van vreemde volken valt je in de schoot. Een vloed van kamelen zal je land overspoelen, jonge kamelen uit Midjan en Efa. Uit Seba komen ze in groten getale, beladen met wierook en goud. Zij verkondigen de roemrijke daden van de Heer.


Gezongen antwoordpsalm 72

(tekst onder geluidsfragment)

Refr.: Alle volken der aarde, huldigen U, Heer.

Mijn God, verleen de koning uw wijsheid,
de koningszoon uw rechtvaardigheid.
Hij moge uw volk rechtvaardig besturen,
uw armen met billijkheid.

Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien,
en welvaart alom tot het einde der maanden.
Regeren zal hij van zee tot zee,
vanaf de rivier tot de grens van de aarde.

Vorsten van Tarsis, van verre kusten, zenden geschenken,
Arabische heersers en Etiopen betalen hem cijns.
Hem huldigen alle vorsten der aarde,
en alle volkeren dienen hem.

De arme die steun vraagt, zal hij bevrijden,
de ongelukkige zonder hulp.
Hij zal zich ontfermen over misdeelden,
de zwakken schenkt hij weer levensmoed.


Uit de brief van Paulus aan de Efesiërs 3, 2-3 + 5-6

Er bestaat geen bevoorrechte plaats, zelfs geen heilige stad meer, waarheen wij noodzakelijk moeten gaan om bij de Heer te komen. Zijn openbaring is het werk van de Geest in het hart van de gelovigen. Voortaan zijn alle mensen geroepen om samen de eenheid van Christus’ Lichaam zichtbaar te maken.

Broeders en zusters,
u hebt gehoord dat God zijn plan verwezenlijkt door de genade die ik met het oog op u ontvangen heb. Mij is het geheim geopenbaard waarover ik hiervoor in het kort heb geschreven. Het is onder vorige generaties niet aan de mensen onthuld, maar nu door de Geest geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: ook mensen uit andere volken delen door hun eenheid met Christus Jezus in de erfenis, zij maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, door middel van het evangelie.


Vers voor het evangelie (Mt 2, 2b)

Alleluia.
Wij hebben zijn ster zien opgaan
en zijn gekomen om Hem te aanbidden.
Alleluia.


Uit het evangelie volgens Matteüs 2, 1-12

In de magiërs mogen wij onszelf, en zovele anderen, erkennen die in de loop der tijden hun offerande aan de voeten leggen van het Christuskind.

Toen Jezus geboren was, in Betlehem in Judea, tijdens de regering van koning Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. 
Ze vroegen: ‘Waar is de koning van de Joden die onlangs geboren is? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’
Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden. 
‘In Betlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem, ‘want zo staat het geschreven bij de profeet: “En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’ 
Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het te aanbidden.’ 
Nadat ze de koning hadden aangehoord gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. 
Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. 
Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre. 
En omdat ze in een droom de aanwijzing hadden gekregen dat ze niet naar Herodes terug moesten gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land.

Van Woord naar leven

De magiërs gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre. 

Goud, wierook en mirre … Vaak geeft men daar Bijbelse betekenissen aan. Op zich interessant maar de vraag waar ik mij met jullie over wil buigen is de volgende: Wat kunnen wij, anno 2023, het Christuskind aanbieden als ‘geschenk’?

Wat we Hem al zeker kunnen aanbieden is wat de magiërs ook deden: aanbidding. Aanbidding als een woordeloos gebed, Hem aanschouwend, vol liefde om wie Hij is, waar Hij vandaan komt, wat Hij voor ons wil zijn, wat wij voor Hem kunnen betekenen. Geliefden hebben doorgaans weinig woorden nodig om aan elkaar te tonen dat ze mekaar beminnen. Zo mag het ook zijn wanneer we geknield in aanbidding zitten voor ons Heer; thuis, in een kapel, bij de eucharistie, met een Bijbel in ons hand,… een stil opborrelend gebed (als vrucht van de Geest). Ja, laat ons met regelmaat tijd maken om in stille aanbidding bij Jezus te zijn. Als liefdesblikken die elkaar kruisen.

En dan onze geschenken. Wat kunnen we Hem aanbieden?
Mijn gedachten gaan uit naar Manu (omwille van privacy gebruik ik een nickname). In het WZC (Huize Vincent te Tielrode) waar ik als pastoraal werker werk is donderdag in alle vroegte Manu overleden; rond 4.30u. Van huize uit was Manu katholiek, in die zin dat hij een echte kerkmens was, een gemeenschapsmens tot in het diepst van zijn ziel. Hij was door zowat alle medebewoners gekend én bijzonder geliefd. De reden waarom hij zo graag gezien was zat ‘m in het feit dat hij áltijd vriendelijk was. Ja áltijd. Dat klinkt als overdreven, maar bij Manu was dit écht wel het geval. Geen opvallende of overdreven vriendelijkheid, maar gewoon; eenvoudig en oprecht.
Hij deed niet anders dan medebewoners opzoeken, een praatje met hen slaan of gewoon zonder woorden bij hen aanwezig zijn. Ook door de collega’s was hij zeer geliefd, en wel om dezelfde reden: zijn vriendelijkheid, ook naar hen toe.
Regelmatig ging ik Manu opzoeken op z’n kamer en dan hielden we ‘ons’ gesprekje. Ik sprak met hem af op een bepaald uur, want de man was gewoonlijk onvindbaar (daar hij steeds bij andere mensen zat). Hij zat me steeds op te wachten met zijn rozenkrans in zijn hand, zijn ‘geheim wapen’ zoals hij dat noemde. Manu sprak namelijk nogal graag in termen van ‘duivel’ en ‘liefde’. Zijn rozenkrans, zo zei hij vaak, was zijn wapen tegen de duivel. Door het bidden van het rozenhoedje wist hij zich heel dicht bij Maria (zijn geliefde Moeder – zoals hij altijd zei) en behoed voor de duivel.
Nog niet zo lang geleden was ik weer bij hem, zo ergens midden de advent. Samen hebben we het kerststalletje klaar gezet op z’n kast. Het kindje Jezus had ik er persoonlijk nog niet bijgezet, maar hij wou dat wel. Ook de drie wijzen moesten er van hem al bij. Alles erop en eraan. Ik vroeg hem wat Kerstmis voor hem betekende. Na wat nadenken nam hij het kindje Jezus in zijn grote handen en hij keek ernaar met een liefde die ik hier niet onder woorden kan brengen. En toen keek hij naar mij en zei: ‘Kris, omdat Jezus mij zo graag ziet kan ik niet anders dan iedereen ook graag zien’.
Daarmee drukte Manu zijn diepste geheim uit: zijn liefde voor Jezus, dat hem stuwde naar de medemens.

Toen Manu overleden was vertelde zijn neef me (Manu had zelf geen kinderen) dat hij vroeger altijd in een wijk woonde met zeer veel allochtone mensen. Hij stond zeer vaak in de deur van zijn huis en sprak iedereen aan die voorbij kwam, of stak z’n duim omhoog. Z’n neef vertelde dat Manu jaarlijks 180 potten confituur maakte die hij uitdeelde aan z’n buren. Als er feesten waren in zijn buurt (suikerfeest, offerfeest, verjaardagen van de kinderen) werd hij steevast uitgenodigd. Hij was een vaste waarde in de buurt waar hij woonde.

Waarom vertel ik dit?
Lieve mensen, we hoeven aan Jezus vandaag geen goud of wierook of mirre aan te bieden. Wat we Hem kunnen aanbieden is kleine goedheid. Héél de dag door is daar één grote uitnodiging toe. Door goedheid aan te bieden aan de medemens geven we Jezus het grootste geschenk dat we Hem kunnen bieden.

Moge Driekoningen geen vroom gebeuren blijven in het stalletje op onze kast, maar moge het ons aanzetten oprecht diep goed te zijn voor elkaar; in naam van Hem die God ons geschonken heeft.

Manu, bedankt om wie je was. Moge God je opnemen in zijn eeuwige liefde.

Een gezegende feestdag voor ieder van u.

kris

Reageren of uitwisselen betreffende de overweging kan via de blog Van Woord naar leven.

Laten wij bidden

Jezus,
moge ons leven gekleurd zijn door kleine goedheid voor elkaar, zonder bla bla, niet verlangend naar applaus, maar goedheid omwille van de liefde en ieder die God op ons levenspad brengt. Moge dát ons geschenk zijn dat wij voor U neerleggen, in het zog van de drie magiërs.
Heer, wees Gij het hart van ons bestaan. Amen.
Ja amen.

 

De Bijbelteksten zijn ontleend aan de NBV21, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap.
De korte inleidingen op de lezingen zijn ontleend aan het week- en zondagmissaal, door de benedictijnen van de Sint-Andriesabdij en de norbertijnen van de abdijen Averbode, Postel en Tongerlo, o.l.v. Jos Van Der Veken, uitgegeven bij Brepols-Licap, © Brepols 2007.